Ingediend | 30 maart 2021 |
---|---|
Beantwoord | 10 mei 2021 (na 41 dagen) |
Indieners | Zohair El Yassini (VVD), Jeroen van Wijngaarden (VVD), Dilan Yeşilgöz-Zegerius (VVD) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z05127.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-2636.html |
Ja.
De politie heeft de inschatting gemaakt dat direct aanhouden van de verdachten tot escalatie ter plaatse zou leiden.
Nee dat klopt niet. De politie was ter plaatse bij de inloop van de dienst.
De risico-inschatting en de beslissing over de in te zetten politiecapaciteit en de handelwijze zijn een lokale verantwoordelijkheid van de driehoek van burgemeester, openbaar ministerie en de politie.
Ja. Van de strafbare feiten is proces verbaal opgemaakt.
Urk: er zijn 3 verdachten aangehouden en heengezonden met een proces-verbaal. Van 2 verdachten die betrokken zijn geweest bij het schopincident is de zittingsdatum bij de politierechter op 31 juli 2021. Van 1 verdachte is nog geen zittingsdatum bekend.
Krimpen aan den IJssel: de verdachte wordt opgeroepen voor een zogenoemde OM-zitting. Deze vindt plaats op 4 juli 2021.
Journalisten hebben in de eerste 3 maanden van 2021 73 keer melding gemaakt van bedreiging, mishandeling en intimidatie bij (het meldpunt) PersVeilig. Ten aanzien van bedreiging, mishandeling en intimidatie zijn er in 2020 121 meldingen gedaan. PersVeilig registreerde in 2020 22 meldingen van fysiek geweld. In het eerste kwartaal van 2021 zijn tot nu toe 20 meldingen van fysiek geweld gedaan.
Deze cijfers laten een voorlopig stijgende lijn zien. Een deel hiervan kan verklaard worden door de stijgende naamsbekendheid van PersVeilig (gelanceerd november 2019). Een ander deel kan gezocht worden bij incidenten rondom de eerste dagen van de lockdown in januari van dit jaar.
De samenwerking tussen de Stuurgroepleden van PersVeilig en de maatregelen die zij nemen, is van groot belang. De toegevoegde waarde van PersVeilig heb ik benadrukt in de recent verstuurde Kamerbrief over het functioneren van het protocol PersVeilig. In deze brief wordt benoemd dat er veel goed gaat, en dat er een aantal verbeterpunten zijn. In de gezamenlijke aanpak van bedreigingen en geweld tegen journalisten is het dan ook belangrijk dat de samenwerking wordt voortgezet en dat de verschillende maatregelen (nog meer/beter) worden toegepast.
Conform mijn toezegging tijdens de behandeling van de wet uitbreiding taakstrafverbod op 26 januari 2021, laat ik onderzoek doen naar het geweld tegen journalisten.
Ja, conform de hierover gemaakte opsporings- en vervolgingsafspraken, zoals ook is vastgelegd in het protocol PersVeilig, dient bij agressie en geweld tegen journalisten indien mogelijk het lik-op-stuk beleid te worden toegepast.
Snelrecht wordt toegepast in zaken waarbij voorlopige hechtenis aan de orde is. In deze casus geldt dat bij geen van de verdachten werd voldaan aan de vereisten voor toepassing van voorlopige hechtenis; het betrof lichtere strafbare feiten.
Iedere zaak kent zijn eigen dynamiek qua feiten en omstandigheden en het OM past in de praktijk in ieder zaak, ongeacht het type slachtoffer, maatwerk toe.
Bij agressie en geweld tegen journalisten wordt, bij de ernst van het feit, in beginsel een plus 200% verzwaring van de strafeis toegepast door het OM, conform het OM-beleid dat geldt sinds april 2019.
Bij de bepaling van de uiteindelijke strafeis wordt niet alleen rekening gehouden met de ernst van het delict maar worden ook andere zaken, zoals de persoon van de verdachte of de omstandigheden van het geval, meegewogen.
Het OM monitort niet apart de toepassing van elke wegingsfactor in iedere individuele zaak.
Zie antwoord vraag 7.
In navolging van de motie van de leden Van Dam en Van Wijngaarden laat ik onderzoek doen naar geweld tegen journalisten en bekijk ik daarbij ook of geweld tegen journalisten onder de werking van het taakstrafverbod kan worden gebracht. Dit onderzoek is nog niet voltooid, en ik loop nog niet vooruit op de conclusies van het onderzoek.
Het ligt in het voornemen voor lichte gevallen de coördinatoren Veilige Publieke Taak in de eenheden van de politie het aanspreekpunt te laten zijn voor journalisten. Ik bezie als Minister van Justitie en Veiligheid samen met de korpschef thans of voor zwaardere bedreigingen een centrale voorziening noodzakelijk is.
Onlangs is door de politie een handelingskader vastgesteld. Journalisten kunnen wanneer zij willen weten of zij bij een evenement of in een wijk veilig hun werk kunnen doen contact opnemen met de mediadesk van de eenheid waar zij hun werk willen doen.
Zie antwoord vraag 10.
Het ongehinderd kunnen werken voor functioneren van journalisten, ongeacht of zij in dienst zijn mediabedrijven of freelancer zijn, is van groot belang in onze samenleving. Ik heb in de brief over het functioneren van Persveilig aan uw Kamer laten weten dat met Persveilig gesproken is over de behoefte van freelancejournalisten aan veiligheidsmaatregelen en de wijze waarop zij ondersteund kunnen worden bij het realiseren van die maatregelen.5 Vanwege het ontbreken van een werkgever die verantwoordelijk is voor het bieden van een veilige werkomgeving, stelt het kabinet € 200.000 beschikbaar met een looptijd van 3 jaar om bij (risico op) dreiging voorzieningen te kunnen aanbieden aan freelancejournalisten zodat zij veilig hun beroep kunnen uitoefenen. Daarbij spoort het kabinet de sector aan om ook zelf, vanuit de eigen verantwoordelijkheid, zich hard te maken om deze freelancers te ondersteunen.
De politie zet zich in om journalisten zo veilig mogelijk hun werk te laten doen. Zoals in het protocol PersVeilig, het Handelingskader Veilig werken door journalisten bij demonstraties, evenementen en in wijken en op de site van PersVeilig staat vermeld is een van de stappen die een journalist kan doen vooraf contact opnemen met de Mediadesk van de betreffende eenheid om informatie te krijgen over omstandigheden die relevant zijn voor het veilig werken of om zijn aanwezigheid kenbaar te maken. De Mediadesk legt daarbij zo nodig contact met de operationeel verantwoordelijke politiefunctionaris zodat de aanwezigheid van de politie ter plaatse hierop kan worden afgestemd.
Vanaf het begin van de coronacrisis is er doorlopend overleg met de religieuze en levensbeschouwelijke koepelorganisaties, waaronder het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO). In die gesprekken worden onder meer de overheidsmaatregelen besproken en wordt dringend geadviseerd aan te sluiten bij deze maatregelen. Vanaf medio december heb ik de koepels dringend geadviseerd de diensten/bijeenkomsten alleen digitaal te houden. In de brief van 1 april jl. aan de voorzitter van het CIO heb ik nogmaals gewezen op dit dringende advies. Deze brief is in afschrift gezonden aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Met ingang van 28 april jl. heeft de rijksoverheid versoepelingen doorgevoerd, onder andere ten aanzien van onderwijs, horeca en detailhandel. Dit heeft ertoe geleid dat bijvoorbeeld het CIO haar advies aan de achterban heeft versoepeld, in de zin dat niet langer wordt aangedrongen op uitsluitend digitale bijeenkomsten. De rijksoverheid blijft het belang benadrukken van rekening houden met de huidige kwetsbare epidemiologische situatie en ik heb de koepels verzocht om terughoudend om te gaan met de versoepelingen.
Persvrijheid is van groot belang. Daarom is het belangrijk om de vragen zorgvuldig te beantwoorden, waarbij ook rekening gehouden moet worden met de uitvoeringsorganisaties die informatie en cijfers moeten aanleveren. Dit heeft echter meer tijd in beslag genomen.
Hierbij deel ik u mede namens de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media dat de schriftelijke vragen van de leden Yeşilgöz-Zegerius, El Yassini en Van Wijngaarden (allen VVD), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Journalisten aangevallen bij kerkdiensten Urk en Krimpen: «Dit is een aantasting van de rechtsstaat»». (ingezonden 30 maart 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.