Kamervraag 2021Z03236

Slapende rekeningen.

Ingediend 16 februari 2021
Beantwoord 3 mei 2021 (na 76 dagen)
Indiener Henk Nijboer (PvdA)
Beantwoord door Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA)
Onderwerpen financiën organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z03236.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-2585.html
1. Radar, 23-11-2020.
2. Trouw, 8 april 2017, Het Rijk wil slapende tegoeden voortaan zelf hebben (Het Rijk wil slapende tegoeden voortaan zelf hebben | Trouw)
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de uitzending van Radar over slapende rekeningen?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Welke regels gelden er met betrekking tot «slapende rekeningen»? Welke plichten hebben banken met betrekking tot rekeningen die geopend zijn bij hen?

    Slapende rekeningen zijn bankrekeningen die gedurende lange tijd niet zijn gebruikt en waarbij er ook geen contact meer is tussen de bank en de rekeninghouder. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat rekeninghouders hun verhuizing niet aan de bank doorgeven, rekeninghouders de rekening simpelweg vergeten, of omdat de erfgenamen niet weten dat de overledene een rekening bij de bank heeft.
    Over het algemeen gelden de plichten die de bank heeft beschreven in de algemene voorwaarden van de bank en die door de consument zijn aanvaard bij het openen van een betaalrekening. Banken en consumenten kunnen op bepaalde gronden de rekening opzeggen. Wanneer de betaalrekening wordt opgezegd, de tegoeden zijn opgenomen en de rekening is afgewikkeld, geldt dat de bank een wettelijke algemene bewaartermijn van zeven jaar heeft voor de administratie na het beëindigen van de relatie tussen de klant en de bank. Na zeven jaar worden de gegevens van de betaalrekening vernietigd.
    In het geval van een slapende rekening is er geen sprake van een reguliere beëindiging van een betaalrekening. Omdat banken in het geval van een slapende rekening niet weten of de klantrelatie is beëindigd, is de administratieplicht van zeven jaar hier niet van toepassing. De banken geven aan dat wanneer zij inactiviteit van een rekening opmerken, zij proberen de verdwenen rekeninghouders te traceren. Dit doen zij bijvoorbeeld door contact op te nemen via de telefoon, e-mail of sociale media. Wanneer het contact niet succesvol op de reguliere manier kan worden hersteld, proberen banken middels het inactief maken van betaalproducten contact te leggen. Ook kunnen banken via het besluit Basisregistratie Persoonsgegevens, informatie opvragen bij de gemeente over rekeninghouders. Hierbij geldt wel dat banken bij elke afzonderlijke gemeente moeten verifiëren of de klant daar staat ingeschreven. Dit is in de praktijk lastig uitvoerbaar en wordt daarom weinig toegepast.
    Als de zoektocht van de bank niets oplevert en het tegoed op de rekening gedurende twintig jaar niet wordt opgeëist door de rekeninghouder of in het geval van overlijden door diens erfgenamen, dan verkrijgt de bank dat tegoed door het verstrijken van de algemene verjaringstermijn van twintig jaar. Echter, ik begrijp van de banken dat zij in de praktijk geen aanspraak maken op deze verjaringstermijn en de tegoeden laten staan op een tussenrekening of op een ander betaalproduct. Wanneer de rekeninghouder of erfgenaam van de rekeninghouder kan aantonen dat de rekening aan die persoon toebehoort, keren banken ook na twintig jaar de tegoeden uit.
    Blijkt uit de zoektocht van de bank dat iemand (vermoedelijk) is overleden en komt de bank niet in contact met de erfgenamen of is niet bekend of er erfgenamen zijn, dan is de situatie anders. In dat geval is in artikelen 189 en 226 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek bepaald dat de gelden op de rekening toekomen aan de Staat. Op grond van artikel 189 komen de gelden toe aan de Staat op het moment van overlijden. Op grond van artikel 226 kunnen rechthebbenden gedurende twintig jaar nadat het nalatenschap is opengevallen aanspraak maken op de gelden. Na deze periode verkrijgt de Staat de gelden.
    Hoewel ik individuele gevallen niet kan beoordelen, is in zijn algemeenheid mijn conclusie dat een situatie zoals geschetst in Radar, waarbij de administratie is vernietigd en er geen aanspraak kan worden gemaakt op de tegoeden, in beginsel niet mogelijk is.

  • Vraag 3
    Klopt het dat banken slechts een administratieplicht hebben van zeven jaar? Wat gebeurt er met een rekening waarvan de rekeninghouder zevn jaren inactief is geweest? Is het mogelijk dat na zeven jaar geld «verdwenen» is als een klant niet goed oplet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Is het beheren van geld voor hun klanten niet een kerntaak van banken? Bent u het eens dat het verweer dat er slechts een administratieplicht is van zeven jaar wel een zeer beperkte taakopvatting is, die niet erg getuigt van een ontwikkelde beroepseer?

    Het beheren van geld voor hun klanten is inderdaad een van de kerntaken van banken en het is belangrijk dat dit op een ordentelijke wijze gebeurt. Dit betekent dat klanten die geld op een rekening zetten dit geld ook te allen tijde kunnen terugvorderen en dat de banken volgens de geldende regelgeving handelen. De bewaartermijn van zeven jaar geldt, zoals hiervoor vermeld, niet in het geval van slapende rekeningen en de tegoeden worden ook na een verloop van twintig jaar uitgekeerd wanneer de rekeninghouder of erfgenaam kan aantonen dat het geld van de persoon in kwestie is. Ook als het gaat om een (vermoedelijk) overlijden is, zoals in het vorige antwoord aangegeven, wettelijk geregeld dat de tegoeden toekomen aan de Staat en erfgenamen die door de Staat worden opgespoord of zich uit eigen beweging melden, hier aanspraak op kunnen maken. Ik zie daarom geen noodzaak om additionele wettelijke maatregelen te nemen.

  • Vraag 5
    Is een bank verplicht om contact te zoeken met rekeninghouders na een periode van inactiviteit? Zo nee, bent u bereid dit te regelen?

    Banken hebben een bijzondere zorgplicht die volgt uit de functie die banken in het maatschappelijk verkeer vervullen. Afhankelijk van de omstandigheden van een concreet geval, dient een bank te beoordelen hoe hieraan invulling moet worden gegeven. Uiteindelijk is het ter beoordeling aan de burgerlijke rechter of de bank heeft voldaan aan de zorgplicht.
    Zoals ik hiervoor heb aangegeven is het van belang dat het beheren van geld voor klanten door banken op een ordentelijke wijze gebeurt. Dit betekent dat klanten die geld op een rekening zetten dit geld ook kunnen terugvorderen. In dit kader zetten banken zich ook in om na een periode van inactiviteit de klant te bereiken via de eerdergenoemde werkwijzen. Indien de klant desondanks niet wordt bereikt, begrijp ik dat de tegoeden ook na de verjaringstermijn van twintig jaar uitgekeerd worden wanneer de rekeninghouder of erfgenaam kan aantonen dat het geld van de persoon in kwestie is. Gelet hierop zie ik momenteel geen noodzaak tot additionele maatregelen.

  • Vraag 6
    Klopt het dat tegoeden na 20 jaar ten goede komen aan de bank? Wat vindt u hiervan? Biedt dit geen stimulans voor banken om tegoeden stilzwijgend te laten vervallen?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 7
    Wat is er gebeurd met het voornemen van de voormalig Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Plasterk om niet opgevraagde middelen ten goede te laten te komen aan de staatskas na 20 jaar in plaats van aan banken?2

    Naar aanleiding van het voornemen van de voormalig Minister Plasterk zijn er momenteel gesprekken gaande tussen de Nederlandse Vereniging van Banken, de banken en het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en onder meer verantwoordelijk voor het afwikkelen van onbeheerde nalatenschappen en het opsporen van eventuele erfgenamen, over een «convenant onbeheerde nalatenschappen». Dit convenant heeft als doel om rechthebbenden van slapende tegoeden van overleden rekeninghouders op te sporen. Hoewel banken hun administratie doorlopen om te zien of er sprake is van slapende rekeningen, is niet altijd bekend of iemand overleden is en indien dit het geval is, of de persoon in kwestie erfgenamen heeft. In het convenant wordt onder andere geregeld dat bankrekeningen met meer dan 8.000 euro van mensen van wie wordt aangenomen dat zij zijn overleden, omdat zij volgens het systeem 115 jaar of ouder zouden zijn, worden aangemeld bij het RVB. Dit geldt ook voor bankrekeningen waarvan duidelijk is geworden dat de rekeninghouder is overleden en waar niet van bekend is of er erfgenamen zijn of waarvan de bank de erfgenamen niet kan bereiken. Het RVB zal op zoek gaan naar (eventuele) erfgenamen. Het RVB kan hierbij gebruik maken van de toegang tot het Centraal Testamentenregister, de Basisregistratie Personen of (extern) onderzoek. Vervolgens wordt het geld ofwel uitgekeerd aan de erfgenamen of de tegoeden komen, in bepaalde gevallen via de consignatiekas, toe aan de Staat. De gesprekken over dit convenant bevinden zich in de afrondende fase. De verwachting is dat het convenant dit jaar wordt getekend. Om deze gevallen op te kunnen pakken, is het wel belangrijk dat deze gevallen in zicht zijn. Ik moedig banken dan ook aan om hun systeem regelmatig door te lopen op mogelijke slapende tegoeden.

  • Vraag 8
    Kunt u een inschatting geven van de tegoeden, waarvan de eigenaar onbekend is? Om hoeveel mensen gaat het? Wat is het gemiddelde en totaal geschatte vermogen? Klopt het dat dat in de vele tientallen miljoen euro’s loopt?

    Het is mij niet bekend om hoeveel eigenaren het precies gaat en hoe groot dit vermogen is. Er bestaat geen centrale administratie van de inspanningen van banken ten aanzien van slapende rekeningen. Voor het vaststellen van inactiviteit van een betaalrekening gebruikt een bank eigen criteria. Daarnaast is het inzichtelijk maken van de tegoeden met een verstreken algemene verjaringstermijn van twintig jaar bewerkelijk, omdat er destijds gebruik werd gemaakt van handmatige administratie. De komst van het convenant zal ervoor zorgen dat er meer inzicht komt in de omvang van de tegoeden en het aantal eigenaren.

  • Vraag 9
    Kunt u zich voorstellen dat erfgenamen geen benul hebben van de rekeningen die de overledene had en zo alsnog «ontdekken» dat er een rekening moet zijn? Welke plichten hebben banken om hen te helpen het geld waar zij recht op hebben te doen toekomen?

    Het is niet ondenkbaar dat na aanvaarding van de nalatenschap, er nog een rekening van de overledene boven water komt waarvan de erfgenamen het bestaan niet kenden. Via het Loket Slapende Tegoeden van de NVB3 kunnen erfgenamen of executeurs die belast zijn met de afwikkeling van de nalatenschap, controleren of er girale tegoeden op naam van de overledene aanwezig zijn waar de erfgenaamrecht op heeft. In dat geval kunnen de erfgenamen aan de hand van een verklaring van erfrecht de tegoeden alsnog opeisen en keert de bank aan hen uit.

  • Vraag 10
    Kent u het voorbeeld van de Volksbank die tientallen mensen in de administratie heeft die 115 jaar of ouder zijn? Bent u bereid banken onderzoek te laten doen naar het aantal honderdplussers in de administratie en te kijken of deze nog klopt?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 11
    Deelt u de mening dat het toekomen van geld op slapende rekeningen aan rechthebbenden onder de zorgplicht van banken valt? Zo ja, wat doet u eraan dat dit ook gebeurt? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 5.

  • Vraag 12
    Bent u het eens dat geld dat is toevertrouwd aan een bank, altijd terug zou moeten gaan naar de eigenaar als diegene kan bewijzen dat het geld van hem of haar is, ongeacht de jaren die zijn verstreken? Bent u bereid dit wettelijk te regelen?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 13
    Indien er geen eigenaar van tegoeden kan worden gevonden en het vermoeden bestaat dat de rekeninghouder is overleden, welke plichten heeft de bank dan om tegoeden aan de juiste rechthebbenden te doen toekomen? Wat gebeurt er met de tegoeden indien rechthebbenden niet kunnen worden gevonden? Bent u bereid te regelen dat deze tegoeden beschikbaar blijven voor eventuele nabestaanden die zich alsnog melden?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Mededeling - 8 maart 2021

    Hierbij bericht ik u dat ik de door het lid Nijboer gestelde schriftelijke vragen over slapende rekeningen (ingezonden op 16 februari, met kenmerk 2021Z03236) niet binnen de door u gestelde termijn kan beantwoorden, omdat voor de beantwoording nadere afstemming vereist is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2021Z03236
Volledige titel: Slapende rekeningen.
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20202021-2585
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Nijboer over slapende rekeningen