Kamervraag 2021Z03227

De postcoderoosregeling

Ingediend 16 februari 2021
Beantwoord 14 april 2021 (na 57 dagen)
Indieners Steven van Weyenberg (D66), Matthijs Sienot (D66)
Beantwoord door Bas van 't Wout (minister economische zaken) (VVD), Hans Vijlbrief (staatssecretaris financiën) (D66)
Onderwerpen economie organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z03227.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-2321.html
  • Vraag 1
    Klopt het dat bij de omzetting van de postcoderoosregeling in een postcoderoossubsidie geen versobering is beoogd?

    De omzetting van de fiscale postcoderoosregeling naar een subsidieregeling had meerdere doelen. Zo kan hiermee de complexiteit worden verminderd, is de stimulering van postcoderoosprojecten niet meer afhankelijk van veranderingen in de energiebelasting en kan (de hoogte van) de stimulering beter worden gericht. Versobering is niet het doel. De omzetting is ook tot stand gekomen na overleg met de energiecoöperatiesector waarbij geconcludeerd is dat coöperaties en VvE’s (hierna steeds: coöperaties) in de toekomst beter gestimuleerd kunnen worden met een subsidie dan met een verlaagd tarief in energiebelasting.
    Met de omzetting naar de subsidieregeling treedt ook overgangsrecht voor de fiscale postcoderoosregeling in werking. Dit overgangsrecht is in 2014 in de fiscale wetgeving opgenomen om investeringszekerheid te bieden aan bestaande leden van energiecoöperaties. In de praktijk blijkt dit overgangsrecht echter in gevallen zo uit te pakken dat dit doel mogelijk niet wordt bereikt. Daarom laten wij uitzoeken of het mogelijk is om aanvullend overgangsrecht te introduceren in het komende Belastingplanpakket. In de antwoorden hieronder wordt dit nog verder toegelicht.

  • Vraag 2
    Klopt het dat voor de postcoderoosregeling een overgangstermijn is beoogd waarbinnen de onder deze regeling reeds aangewezen postcodeprojecten gedurende de looptijd van die projecten (15 jaar) nog gebruik kunnen maken van deze regeling (artikel 59c van de Wet belastingen op milieugrondslag)?

    Bij de introductie van de Postcoderoosregeling in 2014 is in de Wet belastingen op milieugrondslag (hierna: Wbm) een overgangsregeling opgenomen die gaat gelden wanneer de Postcoderoosregeling zou komen te vervallen. In het Belastingplan 2021 is geregeld dat de Postcoderoosregeling vervalt per 1 april 2021. De overgangsregeling regelt dat de leden van een door de Belastingdienst aangewezen coöperatie bij wie op 31 maart 2021 de Postcoderoosregeling wordt toegepast, gedurende 15 jaren na het tijdstip waarop de coöperatie is aangewezen nog kunnen profiteren van het belastingvoordeel van de Postcoderoosregeling. De overgangsregeling is in 2014 per amendement aan de postcoderoosregeling toegevoegd en is vanaf het begin zo vormgegeven dat deze alleen geldt voor bestaande leden van een coöperatie. Het is uit de toelichting niet af te leiden wat de exacte gedachte was achter die vormgeving. De letterlijke tekst van de regeling laat echter duidelijk geen andere lezing toe dan dat alleen bestaande leden nog 15 jaar vanaf het tijdstip waarop de coöperatie is aangewezen onder de regeling vallen.

  • Vraag 3
    Bent u bekend met het feit dat de materiële overgangstermijn van de postcoderoosregeling veel korter is?

    Uit gespreken met de sector is naar voren gekomen dat het verhuizen of overlijden van leden ook de achterblijvende leden of de gehele coöperatie kan raken. Dit houdt onder meer verband met de terugkoopverplichting die in statuten is opgenomen. De prijs die de coöperatie op grond hiervan aan het vertrekkende lid moet betalen zal naar verwachting hoger liggen dan de prijs die een nieuw lid hiervoor zal betalen. De waarde van de certificaten is voor nieuwe leden namelijk zeer beperkt omdat het nieuwe lid geen belastingvoordeel kan genieten. Ook kunnen financieringsconstructies ervoor zorgen dat in geval van vertrekkende leden de kosten van de financiering door minder leden moet worden gedragen. Dit heeft een negatief gevolg voor het rendement van de achterblijvende leden. De sector geeft aan dat dit ook kan leiden tot faillissementen van de coöperaties.

  • Vraag 4
    Kunt u toelichten waarom de postcoderoosregeling niet kan worden toegepast binnen die overgangsgregeling van vijftien jaar met betrekking tot nieuwe leden die toetreden?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 5
    Bent u bekend met de systematiek waarbij een lid bij verhuizing zijn deelname terugverkoopt aan een coöperatie welke weer wordt verkocht aan het inkomende lid?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 6
    Bent u het ermee eens dat het onwenselijk is dat als gevolg van de beperkte overgangsregeling coöperaties de teruggekochte deelnemingen niet meer kunnen verkopen en daardoor failliet zullen gaan en geïnvesteerde bedragen verloren gaan?

    De energiecoöperaties dragen bij aan de noodzakelijke energietransitie en aan het halen van de klimaatdoelen. Het is belangrijk dat de overheid groene initiatieven stimuleert. Dat is natuurlijk ook het doel van zowel de huidige fiscale postcoderoosregeling en de overgangsregeling, als de nieuwe subsidieregeling coöperatieve energieopwekking. Bij de huidige overgangsregeling is altijd sprake geweest van een kenbaar wettelijk kader – de regeling stond per 2014 in de wet. Echter de materiële uitwerking van het overgangsrecht blijkt zo uit te kunnen pakken dat de investeringen van achterblijvende leden hun waarde kunnen verliezen doordat anderen vertrekken. Dat past in onze ogen niet bij het doel van de overgangsregeling om investeringszekerheid te bieden voor bestaande leden en lijkt daarom ook niet aan te sluiten bij het doel van de initiatiefnemer van het amendement. Om deze reden wordt uitgezocht of aanvullend overgangsrecht kan worden opgesteld en in komend belastingplanpakket kan worden meegenomen.

  • Vraag 7
    Bent u het ermee eens dat groene initiatieven gestimuleerd zouden moeten worden?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Vraag 8
    Bent u het ermee eens dat het bijdraagt aan de rechtsonzekerheid wanneer een investering die wordt gedaan met oog op een op dat moment geldende investeringsfaciliteit eerbiedigende werking zou moeten kennen?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Vraag 9
    Bent u het ermee eens dat wanneer hier afbreuk aan wordt gedaan dit een belemmerende factor is voor nieuwe groene investeringen?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Vraag 10
    Bent u het ermee eens dat groene investeringen essentieel zijn voor de energietransitie en de klimaatdoelen? Bent u het ermee eens dat we om die reden groene investeringen zouden moeten blijven stimuleren en bestaande groene initiatieven niet de nek om moeten draaien?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Vraag 11
    Bent u bereid om de toetredingsbeperking voor nieuwe leden aan te passen teneinde te voorkomen dat energiesamenwerkingsverbanden failliet gaan en vertrouwen te geven over (toekomstige) faciliteiten voor groene investeringen?

    Zoals aangegeven in het antwoord op de vragen 6 t/m 10 wordt uitgezocht of het mogelijk is om aanvullend overgangsrecht te introduceren in het komende Belastingplanpakket. Dit overgangsrecht zou het mogelijk maken dat ook nieuwe leden van een bestaande coöperatie nog gebruik kunnen maken van de postcoderoosregeling als er plek is vrijgekomen door het vertrek van een bestaand lid. Hierbij moet uiteraard ook rekening worden gehouden met de eventuele budgettaire consequenties en de gevolgen voor de uitvoering.

  • Mededeling - 19 maart 2021

    Op 16 februari 2021 zijn schriftelijke vragen door de leden Van Weyenberg en Sienot (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Economische Zaken en Klimaat gesteld over de postcoderoosregeling (2021Z03227). In verband met de benodigde interdepartementale afstemming, is het niet haalbaar de vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. Ik streef er naar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2021Z03227
Volledige titel: De postcoderoosregeling
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20202021-2321
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Van Weyenberg en Sienot over de postcoderoosregeling