Ingediend | 25 januari 2021 |
---|---|
Beantwoord | 23 februari 2021 (na 29 dagen) |
Indiener | Raymond de Roon (PVV) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal openbare orde en veiligheid organisatie en beleid terrorisme |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z01305.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1811.html |
Hiervan ben ik op de hoogte.
Dit klopt. De ambassadeur vertrok in 2013 omdat zijn termijn afliep.
De benoeming van een ambassadeur gebeurt door de zendstaat, maar de beoogd ambassadeur kan pas beginnen als het gastland met deze benoeming ingestemd heeft, door het verlenen van agrément. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken onderzoekt voorafgaand aan de agrémentsverlening of er zwaarwegende redenen zijn om geen agrément te verlenen.
Vanwege de waarde die wordt gehecht aan vertrouwelijkheid in de bilaterale relatie met landen kan ik echter alleen in algemene zin de procedure uiteenzetten die gevolgd wordt bij agrémentaanvragen. Ik kan niet op individuele casus ingaan. Immers, het verlenen dan wel weigeren van agrément betekent een oordeel over de mogelijkheid van een persoon om geloofwaardig als ambassadeur te functioneren. Dat is een zware beslissing, waar in het geval van weigering bijna per definitie verschil van mening met de zendstaat over ontstaat. Om dergelijke discussies effectief te kunnen voeren, is het belangrijk dat landen er van op aan kunnen dat deze discussie in vertrouwen tussen beide landen gevoerd wordt en niet in de openbaarheid komt.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
In verband met de vertrouwelijkheid in de bilaterale relatie met landen kan ik geen mededeling doen over mogelijke informatie die is verkregen van andere landen.
Die mening deel ik niet. Als gesteld in het antwoord op vraag drie tot en met zes, voorafgaand aan de agrémentverlening wordt door het Ministerie van Buitenlandse Zaken nagegaan of er zwaarwegende redenen zijn om geen agrément te verlenen. Als die zwaarwegende redenen er niet zijn, dan wordt agrément verleend. Over de overwegingen om in individuele gevallen al of niet agrément te verlenen worden geen mededelingen gedaan.
De oud-ambassadeur is destijds benoemd in de Orde van Oranje-Nassau.
Een benoeming ongedaan maken is slechts onder één voorwaarde mogelijk. Volgens de Wet instelling van de orde van Oranje-Nassau, artikel 11 lid 2, vervalt een onderscheiding indien degene aan wie de onderscheiding is verleend, onherroepelijk is veroordeeld tot een gevangenisstraf van ten minste een jaar. Dit is niet het geval.
Plaatsing op de nationale sanctielijst terrorisme is niet aan de orde. De toepassing van een nationale bevriezingsmaatregel is territoriaal beperkt en wordt buiten het grondgebied van Nederland alleen toegepast op Nederlanders en Nederlandse rechtspersonen. Vanwege deze beperking gaat de Minister van Buitenlandse Zaken slechts over tot een «nationale» bevriezingsmaatregel indien sprake is van aanknopingspunten met de Nederlandse rechtsorde, meer in het bijzonder indien aanwijzingen bestaan dat een organisatie of persoon in of vanuit Nederland (een poging tot) terroristische activiteiten ontplooit of betrokken is bij het faciliteren daarvan. Voor de oud-ambassadeur ontbreken dergelijke aanknopingspunten.
Het decoreren van ambassadeurs is een instrument dat tussen landen wereldwijd wordt gebruikt in het kader van diplomatiek verkeer. Om in aanmerking te komen voor een decoratie bij vertrek uit Nederland moet een ambassadeur aan de volgende voorwaarden voldoen:
Er moet reciprociteit zijn met het land waartoe de vertrekkende ambassadeur behoort. Met andere woorden: de Nederlandse ambassadeur ontvangt bij vertrek uit het desbetreffende land ook een onderscheiding.
De ambassade moet te ’s-Gravenhage zijn gevestigd.
De ambassadeur moet tenminste drie volle jaren in Nederland geaccrediteerd zijn geweest en gedurende deze periode zijn woonplaats te ’s-Gravenhage of omliggende gemeenten hebben gehad.
De oud-ambassadeur voldeed aan deze voorwaarden.
Zie het antwoord op de vragen 3 t/m 8.
Zoals uw Kamer bekend is, ga ik niet in op individuele zaken. In het algemeen geldt dat toegang tot en verblijf in Nederland wordt geweigerd aan personen die een gevaar vormen voor de openbare orde of de nationale veiligheid. Dit geldt ook voor personen die ten behoeve van weigering gesignaleerd staan in het Schengen Information System of nationale opsporingsregisters. Gevaar voor de openbare orde blijkt doorgaans uit strafrechtelijke veroordelingen; gevaar voor de nationale veiligheid kan worden gebaseerd op informatie van veiligheidsdiensten of andere gezaghebbende bronnen. Of dit aan de orde is, wordt individueel getoetst aan de hand van alle relevante feiten en omstandigheden uit het betrokken dossier en kan niet op voorhand vastgesteld worden.
Naar mijn mening zal een extra screening geen toegevoegde waarde hebben. Overigens wordt, conform het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer, slechts een beperkt aantal beoogde benoemingen, waaronder die van ambassadeur, van tevoren aan de gaststaat voorgelegd.