Ingediend | 25 januari 2021 |
---|---|
Beantwoord | 12 februari 2021 (na 18 dagen) |
Indiener | Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z01295.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1675.html |
Ik meen dat sociaal advocaten belangrijk werk verrichten met grote maatschappelijke waarde. Daarom is een van de hoofddoelen van de stelselvernieuwing om betere vergoedingen te bewerkstelligen voor advocaten en mediators die in het stelsel werkzaam zijn.
Dit is niet iets nieuws. In de contourennota van 9 november 2018 heb ik reeds aangegeven dat de strikte waterscheiding in de advocatuur tussen sociaal advocaten en commerciële advocatenkantoren onwenselijk is en in het verleden ook anders was. Daarbij heb ik ook vermeld dat ik in gesprek ga met commerciële kantoren om te bezien op welke wijze zij bij kunnen dragen aan de ontwikkeling van een meer duurzaam stelsel voor rechtsbijstand. Het uitgangspunt daarbij was en is een grotere solidariteit binnen de beroepsgroep en het in gezamenlijkheid invulling geven aan de toegang tot het recht van minder bedeelden. Hoewel op enkele plaatsen initiatieven zijn ontstaan, is een echte structurele toenadering tot nu toe uitgebleven. Dan is het niet vreemd dat ik een minder vrijblijvende aanpak ga verkennen.
Uit mijn antwoord op vraag 2 blijkt dat ik vooral voor ogen heb dat de gehele advocatuur een bijdrage levert aan het stelsel. Ik wil met een minder vrijblijvende aanpak commerciële advocatenkantoren op de bestaande sociale advocatuur een aanvullende bijdrage laten leveren ten behoeve van een meer solidair stelsel. In mijn antwoord op vraag 4 ga ik nader in op wat die bijdrage kan behelzen.
Zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 2, zijn er al de nodige initiatieven ontstaan waarbij de commerciële advocatuur een bijdrage levert aan het stelsel. Zoals het samenwerkingsverband tussen Houthoff en Meesters aan de Maas waarbij stagiaires van Houthoff een bijdrage leveren aan de rechtsbijstand die wordt verleend door de toegevoegde advocaten van Meesters aan de Maas.
Daarnaast gaat de Raad voor Rechtsbijstand (Raad) met de innovatievoorziening van zesmaal € 1 mln. – waarvan € 2 mln. al is uitgetrokken voor de jonge aanwasregeling – innovatieve ideeën voor de samenwerking tussen commerciële kantoren en sociale advocatuur stimuleren. De Raad werkt hierbij samen met de NOvA, VSAN, commerciële kantoren, universiteiten en hbo’s.
De NOvA heeft oud-deken Walter Hendriks als kwartiermaker aangesteld die het komende jaar samen met commerciële kantoren de reeds ontstane initiatieven verder gaat uitbouwen en intensiveren.
Graag zou ik dergelijke initiatieven – die nu te sporadisch en op louter vrijwillige basis plaatsvinden – een steviger fundament willen geven ten behoeve van een meer solidair stelsel. De bijdrage vanuit de commerciële advocatenkantoren kan op meerdere manieren worden geleverd. Ik denk bijvoorbeeld aan een bijdrage in de infrastructuur van kantoren zoals het delen van kennis over bedrijfsvoering, het ter beschikking stellen van expertise, kennisdeling (o.a. door stages) of de inzet van innovatieve (ICT) systemen. Ook sluit ik niet uit dat een bijdrage in financiële vorm geleverd kan worden via bijvoorbeeld het oprichten van een fonds. Daarbij wil ik ook kijken hoe het in de landen om ons heen is georganiseerd. In België bijvoorbeeld is deelname aan de gesubsidieerde rechtsbijstand een verplicht onderdeel van de beroepsopleiding. Dit zou in een behoefte kunnen voorzien, aangezien advocaat-stagiaires van commerciële kantoren zo procedeerervaring kunnen opdoen en het meer solidariteit creëert binnen de beroepsgroep.
Het probleem dat ik zie is dat de bijdrage vanuit de commerciële advocatuur aan het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand momenteel te vrijwillig en sporadisch wordt vormgegeven. Met een minder vrijblijvende aanpak wil ik bewerkstelligen dat commerciële advocaten meer dan nu het geval is hun steentje gaan bijdragen ten behoeve van de rechtshulp aan minder draagkrachtige en vaak ook kwetsbare rechtzoekenden.
Ik wil niets afdoen aan het goede en belangrijke werk dat sociaal advocaten verrichten. Ik onderken dat het verlenen van rechtsbijstand aan de doelgroep van de Wet op de rechtsbijstand om andere kwaliteiten en vaardigheden vraagt dan advisering in een fusietraject of omtrent een merkenrechtelijk geschil. Dat neemt niet weg dat commerciële advocatenkantoren een waardevolle aanvulling kunnen leveren op de bestaande sociale advocatuur. Dit kan bijvoorbeeld door best practices en innovaties vanuit de commerciële praktijk te delen. Uit de enquête van de Raad voor Rechtsbijstand onder sociaal advocaten is ook gebleken dat sociaal advocaten bepaalde digitale kennissystemen niet gebruiken, onder meer vanwege hoge kosten. Door het ter beschikking stellen van dergelijke systemen door commerciële kantoren kan dit bijdragen aan de kwaliteit van de dienstverlening door sociaal advocaten. Desalniettemin voorziet ook het inzetten van stagiaires van commerciële kantoren in een wederzijdse behoefte, zoals blijkt uit het voorbeeld van Houthoff en Meesters aan de Maas genoemd in het antwoord op vraag 4.
Ik meen dat ik me de afgelopen jaren een goed beeld heb kunnen vormen van het werk van sociaal advocaten.
Ik verwijs naar de antwoorden op de vragen 2 en 6.
Mijns inziens alle drie, maar bovenal de rechtzoekende.
Neen