Kamervraag 2021Z00468

Het verrekenen van schadevergoeding op grond van artikel 6:1:13 van het Wetboek van Strafvordering

Ingediend 13 januari 2021
Beantwoord 22 februari 2021 (na 40 dagen)
Indiener Chris van Dam (CDA)
Beantwoord door Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA)
Onderwerpen bezwaar en klachten recht strafrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z00468.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1815.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de mogelijkheden om na onterecht uitgezeten voorarrest of detentie een schadevergoeding te ontvangen, zoals verwoord op de website van de Raad voor de rechtspraak?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u de werkwijze uiteenzetten hoe in de praktijk met artikel 6:1:13 van het Wetboek van Strafvordering wordt omgegaan, namelijk het verrekenen van uit te keren schadevergoedingen met openstaande vorderingen?

    Verrekening voorkomt dat gelden worden terugbetaald aan een verdachte of veroordeelde die tegelijkertijd op grond van een (andere) onherroepelijke strafrechtelijke beslissing geld verschuldigd is aan de Staat of aan slachtoffers en diens nabestaanden.
    Met de inwerkingtreding van de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (Wet USB) per 1 januari 2020 is met artikel 6:1:13 Sv de verrekeningsbevoegdheid voor de Minister (toegepast door het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) geïntroduceerd in het Wetboek van strafvordering. Via deze bevoegdheid kan de Minister ook verrekenen bij bijvoorbeeld een waarborgsom of een opgeheven beslag.

  • Vraag 3
    Hoe vaak wordt per jaar van deze procedure gebruik gemaakt en hoeveel geld wordt jaarlijks door Justitie uitgekeerd? Kunt u over het jaar 2020 per arrondissement aangeven in hoeveel gevallen en met welke opbrengsten er tot verrekening is over gegaan?

    Het verrekenen van openstaande vorderingen met een toegekende schadevergoeding na onterecht voorarrest, vindt plaats via een rechterlijke beslissingen op grond van artikel 534 lid 3 Sv.
    In geval van een onrechtmatige detentie kan gewezen verdachte of veroordeelde bij de rechtbank een verzoekschrift tot schadevergoeding indienen. De Raad voor de rechtspraak geeft aan dat er geen gegevens beschikbaar zijn over hoeveel verzoekschriften per jaar worden ingediend. Wel heeft de Raad voor de rechtspraak gegevens beschikbaar over hoe vaak in 2020 een schadevergoeding wegens onrechtmatige detentie werd toegekend en over welke bedragen het hierbij gaat op basis van de beschikkingen, uitgesplitst per gerecht (zie onderstaande tabel).
    Gerecht
    Aantal schadevergoedingen
    Totaal bedrag schadevergoedingen
    Rechtbank Amsterdam
    774
    € 623.081
    Rechtbank Den Haag
    443
    € 582.414
    Rechtbank Limburg
    233
    € 266.224
    Rechtbank Midden-Nederland
    396
    € 339.571
    Rechtbank Noord-Nederland
    196
    € 154.718
    Rechtbank-Noord Holland
    240
    € 228.553
    Rechtbank Oost-Brabant
    354
    € 184.577
    Rechtbank Overijssel
    245
    € 225.923
    Rechtbank Gelderland
    353
    € 210.140
    Rechtbank Rotterdam
    662
    € 814.130
    Rechtbank Zeeland-West Brabant
    364
    € 384.877
    Gerechtshof Amsterdam
    90
    € 254.922
    Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
    83
    € 359.972
    Gerechtshof Den Haag
    104
    € 667.118
    Gerechtshof Den Bosch
    47
    € 385.000
    Totaal
    4.584
    € 5.681.219

  • Vraag 4
    Worden schadevergoedingen standaard verrekend met openstaande boetes en andere vorderingen, zoals ontnemingsmaatregelen en schadevergoedingsverplichtingen?

    Indien een overzicht van openstaande zaken aan het dossier is toegevoegd verrekent de rechter deze conform wettelijke verplichting standaard met de toegekende vergoeding wegens onterechte detentie.

  • Vraag 5
    Is het verrekenen van schadevergoeding een optie die kan worden toegepast, of is het een wettelijke verplichting die daadwerkelijk in elk geval wordt toegepast?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Is het de officier van justitie die de verrekening moet vorderen of past de rechter deze verrekening ambtshalve toe? Wordt deze beslissing gelijktijdig met het verzoek tot schadevergoeding door de rekestenkamer behandeld? Of wordt deze beslissing uitgevoerd door een instantie als het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB)?

    De verrekening vindt plaats door de rechter bij de behandeling van het verzoekschrift van gewezen verdachte of veroordeelde voor een schadevergoeding wegens onrechtmatige detentie. De officier van justitie wordt bij de behandeling gehoord. De betaling van het bedrag na verrekening dat in de beschikking op het verzoekschrift wordt genoemd, wordt door Team Griffie van het Landelijk Dienstencentrum Rechtspraak (LDCR) verricht. Het CJIB ontvangt van het LDCR het verrekende bedrag voor openstaande vorderingen, een eventueel restbedrag maakt het LDCR over aan de gewezen verdachte of veroordeelde.

  • Vraag 7
    Op welke wijze komt informatie over openstaande geldboetes of andere aan de staat verschuldigde geldsommen onder de aandacht van de betrokken officier van justitie dan wel rechter?

    Het CJIB verstrekt op verzoek van het Openbaar Ministerie ten behoeve van het dossier ter behandeling van het verzoekschrift een overzicht met openstaande vorderingen.

  • Vraag 8
    Bent u van mening dat de praktijk waarin schadevergoedingen worden verrekend met openstaande vorderingen op een goede manier functioneert? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

    Om de verrekening door de rechter conform artikel 534 lid 3 Sv efficiënter vorm te geven is bij de rechtbank Amsterdam gestart met een werkwijze waarbij het uitwisselen van informatie tussen het Openbaar Ministerie, de rechtspraak en het CJIB een belangrijk aandachtspunt is. Gelet op de positieve ervaringen van deze werkwijze wordt momenteel door Rechtspraak en Openbaar Ministerie bezien of en hoe deze uitwisseling van informatie landelijk optimaal vorm kan worden gegeven.

  • Vraag 9
    Zou het een verbetering in het proces van verrekening zijn indien na de beslissing tot toekenning van de schadevergoeding contact wordt opgenomen met het CJIB om zodoende de schadevergoeding te verrekenen met verschuldigde geldsommen? Zou dit niet tot meer verrekeningen leiden, aangezien het overzicht dat wordt opgevraagd bij het CJIB actueler is? Zou dit niet eveneens resulteren in minder zittingen? Versterkt dit niet eveneens de één-overheid gedachte?

    De in uw vraag genoemde suggestie zal ik bespreken met het CJIB, het Openbaar Ministerie en de Raad voor de rechtspraak. Ik zal uw suggestie ook betrekken bij de verdere uitwerking van de van toepassing zijnde beleidsregels. Of uw suggestie leidt tot de door u genoemde voordelen is nu nog niet te zeggen.

  • Mededeling - 3 februari 2021

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Dam (CDA), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het verrekenen van schadevergoeding op grond van artikel 6:1:13 van het Wetboek van Strafvordering. (ingezonden 13 januari 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2021Z00468
Volledige titel: Het verrekenen van schadevergoeding op grond van artikel 6:1:13 van het Wetboek van Strafvordering
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20202021-1815
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Dam over het verrekenen van schadevergoeding op grond van artikel 6:1:13 van het Wetboek van Strafvordering