Ingediend | 5 januari 2021 |
---|---|
Beantwoord | 26 januari 2021 (na 21 dagen) |
Indiener | Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z00069.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1451.html |
Ja.
De pilot is zeer recent, op 31 december 2020, afgerond. De resultaten van de pilot worden nu nader geduid en besproken. Ik zal u over de resultaten van de pilot informeren in de volgende voortgangsbrief Slachtofferbeleid, die ik naar verwachting in het voorjaar 2021 aan de Tweede Kamer zal sturen.
Ik vind het van belang dat nabestaanden die vragen of twijfels hebben over de doodsoorzaak van hun familielid zoveel mogelijk antwoord op hun vragen krijgen. Het kan in zijn algemeenheid tot de taak van het Openbaar Ministerie worden gerekend om zo open mogelijk te zijn naar nabestaanden. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het tijdig en adequaat informeren van nabestaanden bij overlijdensonderzoeken. Het Openbaar Ministerie heeft in 2018 een tweetal Aanwijzingen aangepast in die zin dat ruimhartig wordt omgegaan met verzoeken van nabestaanden tot inzage in het dossier. Daarnaast is op 1 september 2019 de pilot second opinion van start gegaan bij het Openbaar Ministerie in Noord-Holland. De pilot is er mede op gericht geweest om te bekijken op welke manier vragen van nabestaanden zoveel mogelijk beantwoord kunnen worden en twijfel over de conclusie van het Openbaar Ministerie over de doodsoorzaak zoveel als mogelijk kan worden weggenomen. Binnen de pilot is ook aandacht geweest voor de (wijze van) communicatie met nabestaanden en hun eventuele raadslieden.
De pilot wordt op dit moment geëvalueerd. Bij het beoordelen van resultaten van de pilot zal ook, waar opportuun, de slachtofferadvocatuur worden bevraagd op haar ervaringen ten aanzien van de bejegening van nabestaanden in de pilot.
Nabestaanden kunnen verzoeken om inzage in het dossier op grond van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) als zij vragen of twijfels over de doodsoorzaak van een familielid hebben. Ook is inzage mogelijk ten behoeve van rouw- en traumaverwerking. Het Openbaar Ministerie gaat in beginsel ruimhartig om met verzoeken tot inzage van nabestaanden. Hierbij wordt wel rekening gehouden met de privacybelangen van derden in het dossier, de aanwezigheid van mogelijk schokkende afbeeldingen en andere (opsporings)belangen.
Ik vind het van belang dat nabestaanden voldoende gelegenheid krijgen om het dossier in te zien, ook als zij dat een tweede keer willen. Ik heb hier aandacht voor gevraagd bij het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie heeft daarop aangegeven dat een tweede inzagemoment in beginsel tot de mogelijkheden behoort.
Indien nabestaanden verzoeken om inzage van het dossier door een deskundige om andere redenen dan persoonlijke rouw- of traumaverwerking, bijvoorbeeld voor het laten verrichten van extern onderzoek door een deskundige, dan maakt de officier van justitie per geval een belangenafweging. Aan de ene kant is er het belang van de nabestaanden. Anderzijds wordt meegewogen of er risico’s verbonden zijn aan de inzage van de documenten uit het dossier. Het gaat hier om een beoordeling die per zaak moet worden gemaakt, waarbij de feiten en omstandigheden van de individuele zaak moeten worden afgewogen.
Ik heb het Openbaar Ministerie verzocht om de mogelijkheid tot een tweede inzagemoment en het beleid ten aanzien van de inzage door een deskundige intern onder de aandacht te brengen. Ten aanzien van de pilot second opinion wacht ik eerst de resultaten daarvan af, waarna ik de Kamer daarover zal informeren.