Ingediend | 8 december 2020 |
---|---|
Beantwoord | 12 januari 2021 (na 35 dagen) |
Indieners | Salima Belhaj (D66), Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal ontwikkelingssamenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z24185.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1300.html |
Ja.
De situatie en de gebeurtenissen in de regio Tigray zijn op dit moment nog steeds onduidelijk en onoverzichtelijk, als gevolg van het slechte verbindingen en het feit dat het gebied nog altijd slecht toegankelijk is voor humanitaire hulpverleners, journalisten en onafhankelijke waarnemers. Het gewapend conflict volgde op een periode van toenemende spanningen tussen het Tigray Volksbevrijdingsfront (TPLF) en de federale overheid. Het TPLF was tot 2018 oververtegenwoordigd in de politieke en militaire elite van Ethiopië, maar moest die centrale rol in de machtsstructuur prijsgeven na het aan de macht komen van de huidige premier Abiy. Deze machtswisseling volgde op massale protesten tegen het autoritaire bestuur onder leiding van de TPLF en vormde het startpunt van een ambitieuze hervormingsagenda.
Vanwege het gebrek aan toegang voor humanitaire hulpverleners, media en waarnemers tot het gebied beschikt het kabinet niet over betrouwbare, onafhankelijke informatie over slachtoffers. De berichten in de media die onder andere zijn gebaseerd op getuigenissen van mensen die het gebied zijn ontvlucht geven aanleiding om uit te gaan van verontrustende aantallen slachtoffers.
Ik ben bekend met die berichtgeving die zonder meer zorgelijk is. Ik beschik echter momenteel niet over nadere onafhankelijke informatie waaruit conclusies kunnen worden getrokken over de verantwoordelijken. Volgens de Ethiopische mensenrechtencommissie zijn de slachtoffers vooral Amhara, en de schuldigen aan de TPLF gelieerde strijders. Er zijn overigens ook mediaberichten die het tegenovergestelde beweren.
Voorafgaand aan het conflict waren reeds 850.000 inwoners en in het gebied aanwezige vluchtelingen afhankelijk van een vorm van humanitaire hulp. De VN schat dat als gevolg van het conflict dit aantal zal toenemen met 1,1 miljoen mensen (in Tigray en aangrenzende regio’s).
Dat klopt. Volgens de huidige beschikbare gegevens zijn er tenminste 60.000 mensen gevlucht naar Soedan.
De VN, AU en EU hebben inderdaad opgeroepen tot een staakt het vuren. Premier Abiy heeft zich op het standpunt gesteld dat het leger een binnenlandse militaire operatie heeft uitgevoerd om de rechtsorde in het land te herstellen. Na inname van de regionale hoofdstad Mekelle kondigde premier Abiy op 28 november een eind van de militaire operatie aan. Er is echter nog geen einde aan gevechten in de regio gekomen, en VN, AU en EU hebben de oproep om via dialoog tot een vreedzame uitweg uit het conflict te komen herhaald.
Zowel Minister Kaag als ikzelf hebben in bilaterale gesprekken de Ethiopische regering opgeroepen tot een staakt het vuren, het voorkomen van burgerslachtoffers, het naleven van mensenrechten en het verlenen van volledige en vrije toegang voor hulpverleners en journalisten. Zowel de Hoge Vertegenwoordiger van de EU als Minister Kaag en ikzelf hebben het aanbod van de Afrikaanse Unie om dialoog te faciliteren van harte ondersteund.
UNHCR en partnerorganisaties hebben in Soedan gewaarschuwd voor de dringende additionele behoefte aan extra vestigingsplaatsen voor vluchtelingen. Met tenminste 60.000? nieuwkomers die sinds 7 november asiel hebben aangevraagd, hebben de vluchtelingenkampen aan het grensgebied hun maximale capaciteit bereikt. Verder berichtte de VN dat er een tekort is aan water, voedsel, brandstof en medicijnen in Mekelle en andere delen van Tigray.
ICRC levert medische hulp waar toegang is; UNHCR coördineert de respons voor vluchtelingenopvang; OCHA coördineert de noodhulprespons van VN-organisaties en (I)NGO’s (o.a. water, sanitatie en noodopvang). Een Humanitarian Preparedness Planà USD 96.9 miljoen is gelanceerd door OCHA.
Via de ongeoormerkte bijdragen aan de Dutch Relief Alliance (DRA), het Rode Kruis en de VN draagt Nederland bij aan de humanitaire respons in Ethiopië en Soedan. Middels het Central Emergency Response Fund (CERF) – een groot VN multidonorfonds – is USD 35.6 miljoen vrijgemaakt in december 2020. Met een aandeel van 17,3% heeft Nederland ruim USD 6 miljoen bijgedragen aan humanitaire hulp in de regio. Naast de bijdrage uit het CERF, heeft de DRA USD 180.000 vrijgemaakt voor een noodhulprespons. Deze middelen worden aangewend voor de opvang van vluchtelingen in Soedan.