Ingediend | 7 december 2020 |
---|---|
Beantwoord | 29 december 2020 (na 22 dagen) |
Indieners | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (VVD), Erik Ziengs (VVD) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z24043.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1210.html |
Ja.
Vanaf 1 oktober tot medio december 2020 zijn in totaal zijn 172 zaken bij het Openbaar Ministerie ingeschreven ter zake van overtreding van het vuurwerkbesluit. Daarvan hebben 90 zaken betrekking op het afsteken van vuurwerk. Deze zaken zullen worden afgehandeld conform de Richtlijnen voor strafvordering vuurwerkdelicten2. De eisen beginnen bij een geldboete van 250 euro voor het afsteken van consumentenvuurwerk en lopen op tot een gevangenisstraf van 9 maanden voor het tot ontbranding brengen van geïmproviseerd vuurwerk. Uitgangspunt is dat bij de afdoening van deze zaken ook de eventuele schade wordt vergoed.
(Super)snelrecht wordt alleen toegepast in die zaken die zich daarvoor lenen. In vuurwerkzaken behoort dat vaak niet tot de mogelijkheden omdat het vuurwerk eerst dient te worden onderzocht. Dit onderzoek neemt enige tijd in beslag.
Daarnaast zijn in deze periode 292 jongeren doorverwezen naar Bureau Halt voor het afsteken van vuurwerk. In deze zaken vindt een gesprek plaats met een Halt-medewerker waarbij ook ouders aanwezig zijn. Eventuele schade dient door de jongere of zijn ouders te worden vergoed. De Halt-medewerker heeft ook een signalerende functie; mocht er sprake zijn van zorgen in de thuissituatie dan kan de meldcode gestart worden en of doorverwezen worden naar vrijwillige hulpverlening. Jongeren die naar Halt verwezen worden ontvangen binnen enkele weken de uitnodiging voor een startgesprek.
Vanaf 1 oktober tot medio december 2020 zijn 37 zaken voor handel in vuurwerk bij het OM ingestroomd. Zaken voor handel in vuurwerk zullen worden afgehandeld conform de Richtlijnen voor strafvordering vuurwerkdelicten. De eisen kunnen oplopen tot een gevangenisstraf van 9 maanden voor de handel in geïmproviseerd vuurwerk. Bij veroordeling voor handel in professioneel vuurwerk ten behoeve van de particuliere markt van vuurwerkbedrijven of personen zijn er mogelijkheden om bijkomende straffen op te leggen. Het gaat hierbij om onder meer het ontzeggen van het recht om gedurende een bepaald aantal jaren in vuurwerk te handelen, het intrekken van vergunningen, het verbod tot het uitoefenen van een bepaald beroep en het stilleggen van de onderneming.
Uit cijfers van het Openbaar Ministerie blijkt dat tot medio december meer dan 100.000 kg vuurwerk in beslag is genomen in het jaar 2020. Het inbeslaggenomen vuurwerk wordt afgevoerd naar een veilige opslag van de dienst Domeinen Roerende Zaken (DRZ) van het Ministerie van Financiën in Ulicoten. Het vuurwerk dient op deze veilige locatie onderzocht te worden door het Centraal Onderzoeksbureau Vuurwerk (COV) en neemt enige tijd in beslag. Zij stellen vast wat voor soort vuurwerk het betreft. Daarna wordt het vuurwerk vernietigd. (Super)snelrecht is in deze zaken daardoor niet altijd mogelijk.
Het is thans nog niet mogelijk om de kosten van de vernietiging te verhalen op de veroordeelde. Een wetsvoorstel is aanhangig bij uw Kamer waarmee een nieuwe maatregel wordt geïntroduceerd tot het opleggen van een verplichting tot het betalen van de kosten die ten laste van de staat komen in verband met de vernietiging van inbeslaggenomen voorwerpen die ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid, zoals vuurwerk.3 Met deze maatregel wordt het mogelijk om een belangrijk deel van de kosten van vernietiging zoveel mogelijk voor rekening te laten komen van degenen die voor het plegen van een strafbaar feit worden veroordeeld.
De politie zet dit jaar met het Openbaar Ministerie en andere betrokken partijen nog intensiever in op het thema vuurwerk. Bovendien wordt meer dan voorheen informatie gestuurd onderzoek gedaan. De politie gebruikt verschillende opsporingsmiddelen in de strijd tegen illegale vuurwerkhandelaren, ook op versleutelde berichtenservices zoals Telegram en (andere) sociale media. De politie doet geen uitspraken over de daarbij gebruikte werkwijzen. Als duidelijk is wie de dader is, treden politie en justitie op. Het daarbij aangetroffen vuurwerk wordt in beslag genomen. Dit heeft als effect dat dit jaar meer illegaal vuurwerk in beslag is genomen (zie antwoord op vraag4 dan in voorgaande jaren.
De digitale wijkagent is er voor de online basispolitiezorg. Dit betekent dat hij/zij weet wat er online speelt in de wijk, onderzoek doet naar gedigitaliseerde criminaliteit, collega’s waar nodig ondersteunt in het digitale vakmanschap, het digitale contact met burgers onderhoudt en in dat kader ook voorlichting geeft over bijvoorbeeld vormen van gedigitaliseerde criminaliteit. Digitale wijkagenten kunnen in het kader van hun werkzaamheden online informatie verzamelen waarmee een bijdrage geleverd wordt aan de opsporing van illegaal vuurwerk.
De politie ziet soms dat voor illegaal vuurwerk dezelfde logistiek wordt gebruikt als voor de handel in drugs. Er zijn parallellen zichtbaar tussen de drugs en de vuurwerkwereld in mensen, middelen en routes. Hierop wordt gehandeld. Over welke routes dit zijn kunnen geen uitspraken worden gedaan.
Het is inderdaad zorgelijk dat deze berichten rondgaan in chatgroepen. Tegen personen met vuurwerk wordt opgetreden. Met gemeenten en politie overleg ik regelmatig over de komende jaarwisseling en het gebruik van vuurwerk. Via de corona-campagne «Alleen Samen» wordt aandacht gevraagd voor het tijdelijk vuurwerkverbod. Naast boodschappen vanuit de regering zijn communicatiemiddelen ontwikkeld ter ondersteuning van lokale communicatie zoals middelen die bijvoorbeeld wijkagenten, gemeenten en jongerenwerkers kunnen gebruiken. De politie is voorbereid en zet dit jaar op diverse plaatsen fors meer agenten in. Ook gemeenten treffen voorbereidingen rekening houdend met het van kracht zijnde maatregelenpakket.
Door de maatregelen als gevolg van de bestrijding van de Covid-19 pandemie geldt per 16 december een afsteek- en verkoopverbod van vuurwerk in Duitsland.
Het Overlegcomité in België heeft op 27 november besloten tot een verbod op het afsteken en verkopen van vuurwerk. Het afsteekverbod is vastgelegd in een ministerieel besluit gepubliceerd op 29 november in het Belgisch staatsblad.
De politie voert controles in de grensgebieden uit en anticipeert op de wijzigingen in de regelgeving van beide buurlanden. De politie zou – ook zonder tijdelijk vuurwerkverbod- de controles in de grensgebieden intensiveren.
Op de website van de politie is voor inwoners meer informatie te vinden over omstandigheden die kunnen duiden op illegaal vuurwerk. Denk aan veel «verkeer» rondom opslagruimten en op de opdruk op dozen waaruit af te leiden is dat het om vuurwerk gaat. Daarnaast is het belangrijk om informatie over de betrokkenen te melden. De politie verwijst hiervoor onder andere naar Meld Misdaad Anoniem en naar het eigen nummer 0900–8844. Bij acuut (levens)gevaar dient 112 te worden gebeld.
Het afgelopen jaar is bij vrijwel alle politiemensen in de basispolitiezorg en de Mobiele Eenheid persoonsgebonden gehoorbescherming aangemeten en verstrekt. Gecombineerd met de specifieke spreek-/luisterset wordt gehoorbeschadiging voorkomen. Deze set maakt onderdeel uit van de C2000 communicatie. Indien de gehoorbescherming niet is aangemeten zijn generieke plastieken beschikbaar met dezelfde functionaliteit. Vuurwerkbrillen en de instructie hoe om te gaan met vuurwerkagressie maken tevens onderdeel uit van de voorbereiding en bescherming. De politie heeft kennis en voldoende beschermingsmiddelen om goed toegerust op te treden in situaties met zwaar vuurwerk. De afgelopen maanden is het aantal klachten over het C2000-netwerk afgenomen, dankzij de inspanningen van het programma Implementatie Vernieuwing C2000, de gebruikers en leveranciers.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Yeşilgöz-Zegerius en Ziengs (beiden VVD), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Lachen om vuurwerkverbod: Wij knallen gewoon door» (ingezonden 7 december 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.