Ingediend | 9 november 2020 |
---|---|
Beantwoord | 7 december 2020 (na 28 dagen) |
Indieners | Peter Kwint , Lisa Westerveld (GL) |
Beantwoord door | Paul Blokhuis (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU), Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap overige vormen van onderwijs |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z20956.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1012.html |
Ja.
Pluryn had op 5 augustus 2020 laten weten dat alle locaties waar jongeren naartoe verhuizen voorzien in onderwijs. Op basis van deze mededeling had de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport n.a.v. motie van lid Westerveld (GL) in de brief van 10 augustus mede namens MBVOM aan de Kamer laten weten dat er voor alle leerlingen een vervolgplek was gevonden die ook voorziet in onderwijs. Na de zomervakantie bleek dat een deel van de leerlingen toch nog niet was ingeschreven bij een nieuwe school. De leerlingen die vallen onder JeugdzorgPlus hadden wel allemaal een vervolgplek.
De Raad van Bestuur van Pluryn heeft aangegeven dat zij volledig de verantwoordelijkheid draagt voor hetgeen is voorgevallen. Terugkijkend op hetgeen gepasseerd is, erkent de Raad van Bestuur dat zaken niet zijn gelopen, zoals redelijkerwijs verwacht had mogen worden. Het bestuur heeft toegezegd zich tot het uiterste in te spannen om de ontstane problemen tot een oplossing te brengen. Dit heeft er toe geleid dat inmiddels alle leerlingen van het voormalige Hoenderloo College alsnog op een andere school zijn ingeschreven.
Zoals bij vraag 2 al vermeld is, meldde Pluryn dat er voor alle leerlingen een plek was gevonden die ook in onderwijs voorziet. Er is toen besloten om geen tweewekelijkse update meer te versturen aangezien alle jongeren die naar een nieuwe locatie moesten verhuizen een plek hadden.
Uit de gesprekken die de IvhO vanaf 24 augustus jl. met Pluryn voerde en de leerlingenoverzichten die Pluryn op verzoek van de IvhO toestuurde, bleek dat ondanks daartoe gedane toezeggingen een aantal leerlingen van het Hoenderloo College nog niet op een andere school was ingeschreven.
Daarop is direct actie ondernomen door de Inspectie van het Onderwijs, die zeer intensief heeft toegezien op zo spoedig mogelijke plaatsing in het onderwijs van alle leerlingen. Ook mijn beleidsambtenaren zijn hier intensief op aangesloten. Op 10 september kwam het verzoek «stand van zaken onderwijsaanbod Hoenderloo College» van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De Kamer is op 6 november geïnformeerd middels de beantwoording van het verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Uit de gesprekken die de IvhO vanaf 24 augustus jl. met Pluryn voerde en de leerlingenoverzichten die Pluryn op verzoek van de IvhO toestuurde, bleek dat ondanks daartoe gedane toezeggingen een aantal leerlingen van het Hoenderloo College nog niet op een andere school was ingeschreven. Hiervan had het bestuur de IvhO niet op de hoogte gesteld. De IvhO heeft in de periode na 24 augustus 2020 intensief contact gehad met Pluryn (meerdere keren per week) om het proces van plaatsing te versnellen. De IvhO heeft het bestuur de (herstel)opdracht gegeven om ervoor te zorgen dat de leerlingen met spoed alsnog een passende vervolgonderwijsplek krijgen. In een brief van 28 september 2020 heeft de IvhO deze herstelopdracht nogmaals formeel kenbaar gemaakt aan het bestuur. De IvhO heeft een format opgesteld waarin Pluryn gedetailleerde leerlinggegevens op moest nemen. Pluryn leverde dit overzicht vervolgens wekelijks aan bij de inspectie, zodat de inspectie de vinger aan de pols kon houden. Ook heeft de IvhO Pluryn de opdracht gegeven om ook het samenwerkingsverband en leerplicht te betrekken bij het vinden van een vervolg onderwijsplek. Het bestuur heeft zijn verantwoordelijkheid genomen. Dit heeft ertoe geleid dat op 16 oktober 2020 de laatste jongere een vervolg onderwijsplek heeft gekregen.
De wet schrijft voor waar het bestuur van een school zich ten minste over moet verantwoorden. Artikel 157 van de Wet op de expertisecentra geeft aan dat in het bestuursverslag ten minste verantwoording wordt afgelegd over de afwijkingen van de door het bestuur gehanteerde code voor goed bestuur en dat die code ten minste bepalingen bevat over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan:
Op het moment dat de IvhO een wettelijke tekortkoming constateert bij een bestuur geeft de IvhO daarover een herstelopdracht om het bestuur de mogelijkheid te geven de tekortkoming te herstellen. Daarnaast kunnen het intern toezicht en stakeholders het bestuur ook aanspreken wanneer het zich niet houdt aan de wet en de codes.
Bij het niet naleven van wettelijke bepalingen en bestuurlijke codes geeft de IvhO het bestuur de opdracht om dit te herstellen. Niet-nakomen van wettelijke bepalingen kan leiden tot een bekostigingssanctie. Deze interventie heeft als doel het opvolgen van de opdracht af te dwingen. De inspectie schort dan een deel van de bekostiging op of houdt deze zelfs in. Ook kan ten onrechte ontvangen bekostiging worden teruggevorderd.
Niet-naleving van de Code Goed Onderwijsbestuur in het PO kan niet leiden tot een bekostigingssanctie. Naleving van de code is waar de leden van de PO-Raad zich aan hebben verbonden. Zij hebben zich er daarbij tevens aan verbonden om daar waar zij menen niet te kunnen voldoen aan de bepalingen, aan hun belanghebbenden en aan het bestuur van de PO-Raad in het jaarverslag kenbaar te maken in hoeverre niet voldaan is aan de code en wat de reden daarvan is.
Als het interventierepertoire van de inspectie niet toereikend blijkt en een zodanig zware vervolginterventie moet worden ingezet dat de Minister hierover moet besluiten, wordt de casus door de inspectie bij mij gemeld met een advies over de te nemen vervolgmaatregelen. Vervolgens kan ik zo nodig een aanwijzing geven als er sprake is van wanbeheer.
Zie het antwoord op vraag 6.
Alle leerlingen van het voormalige Hoenderloo College zijn inmiddels op een andere school ingeschreven. De IvhO zal bij de besturen van scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs en het mbo waar leerlingen van het voormalige Hoenderloo College zijn ingeschreven steekproefsgewijs nagaan of zij daar goed op hun plek zijn en het aanbod passend is bij wat de leerlingen aan onderwijs- en ondersteuningsbehoeften hebben, gerelateerd aan hun uitstroomperspectief. Bij een aantal besturen waar relatief veel leerlingen zijn geplaatst is dat al gebeurd. De IvhO heeft in september geconstateerd dat deze scholen zich inspannen om allereerst de leerling zo goed mogelijk te leren kennen om vervolgens te evalueren of het aanbod passend is.
Alle ouders/verzorgers hebben ingestemd met de vervolgplek. Vervolgens is het aan het bestuur en de scholen van de vervolgplek om samen met ouders/verzorgers te monitoren en evalueren of de leerling op zijn plek zit en het aanbod passend is. Met passend bedoelen we dat de vervolgplek aansluit bij de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerling, gerelateerd aan het uitstroomperspectief.
Op 7 september 2020 ontving de IvhO een overzicht van het bestuur waarop zichtbaar was dat er 49 leerlingen geen onderwijs genoten en er dus sprake was van een onderbroken schoolloopbaan. Een week later waren het 23 leerlingen. Dit aantal is per week geslonken totdat op 16 oktober 2020 de laatste jongere een vervolg onderwijsplek heeft gekregen. De leerlingen hebben ongeveer twee tot zes weken geen onderwijs gevolgd. Het is lastig vast te stellen wat de gevolgen hiervan zijn voor het welzijn en de schoolloopbaan van leerlingen. Van de scholen die de leerlingen nu bezoeken mogen we verwachten dat ze hierop inspelen.
Pluryn heeft een medewerker van het Hoenderloo College in dienst gehouden om de nazorg uit te voeren.
Ook gaat de IvhO in november en december 2020 steekproefsgewijs bij de schoolbesturen na of de leerlingen op hun plek zitten en het de besturen en scholen lukt om een aanbod te realiseren dat aansluit bij de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerling gerelateerd aan het uitstroomperspectief.
Tijdens de eerdere vierjaarlijkse onderzoeken bij de verschillende onderwijsstichtingen van Pluryn zijn tekortkomingen geconstateerd op het niveau van het bestuur en op het niveau van de scholen. Over deze tekortkomingen heeft de IvhO herstelopdrachten gegeven in de verschillende rapporten van bevindingen bij elk van de onderzoeken.
Tijdens het herstelonderzoek dat op 2 oktober heeft plaatsgevonden heeft de IvhO getoetst of het bestuur aan de herstelopdrachten heeft voldaan. Dat is nog niet het geval. De uitkomsten van het herstelonderzoek geven aanleiding voor intensief vervolgtoezicht. Tijdens de periode van intensief toezicht (oktober 2020 t/m juni 2021) wordt van het bestuur verwacht dat het werkt aan de verbetering van de bestuurlijke kwaliteitszorg.
In december 2020 en maart 2021 voert de IvhO met het bestuur voortgangsgesprekken. In juni 2021 voert de IvhO een herstelonderzoek uit. Het bestuur is verantwoordelijk voor de voortgang van het verbetertraject. Afgesproken is dat het bestuur de IvhO direct op de hoogte stelt van eventuele vertragingen in het traject. Wanneer het rapport naar aanleiding van het herstelonderzoek in juni 2021 openbaar is, zal ik het delen met de Kamer.
Onafhankelijke toetsing wees uit dat een doorstart van de zorg van de Hoenderloo Groep wel op andere locaties van Pluryn, maar niet op de locaties van de Hoenderloo Groep, mogelijk is. Daarmee moesten de zorglocaties Hoenderloo en Kop van Deelen worden gesloten en was ook het stoppen van het Hoenderloo College onafwendbaar.
De afgelopen periode heeft mijn ministerie in kaart gebracht in hoeverre een regio-overstijgende specialistische school zoals het Hoenderloo College een bijdrage kan leveren aan een eventuele behoefte aan extra aanbod. Daarvoor zijn gesprekken gevoerd met de gemeente Apeldoorn, het samenwerkingsverband VO Apeldoorn en samenwerkingsverband VO Gelderse Vallei. De gemeente Apeldoorn geeft aan geen verzoeken ontvangen te hebben en dat zij ook niet op de hoogte is van interesse van aanbieders voor het voortzetten van het Hoenderloo College. De genoemde samenwerkingsverbanden hebben de vraag voorgelegd aan hun scholen. Ook daar werd er aangegeven dat er geen behoefte bestaat. Tot slot is aan de diverse aanbieders van (voortgezet) speciaal onderwijs uit de twee samenwerkingsverbanden gevraagd of men de functie van het Hoenderloo College wenst te behouden en welke aanbieder daar invulling aan kan geven. Geen van de aanbieders heeft daar positief op gereageerd.