Kamervraag 2020Z20357

Stagetekorten in het mbo

Ingediend 3 november 2020
Beantwoord 4 december 2020 (na 31 dagen)
Indiener Niels van den Berge (GL)
Beantwoord door Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66)
Onderwerpen beroepsonderwijs onderwijs en wetenschap
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z20357.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1009.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennis kunnen nemen van het onderzoek dat Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) onder bijna 2500 mbo-studenten heeft uitgevoerd?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u een uitgebreide reactie geven op de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek?

    Bij het maken van afspraken voor het «servicedocument covid-19 aanpak mbo» van 11 november heb ik verschillende uitkomsten van het onderzoek van JOB meegenomen. Uit het onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat 25% van de eerstejaars door corona vertraging meent op te lopen. Het gemiddelde over alle leerjaren ligt iets lager, op 21%. In het servicedocument zijn de mogelijkheden voor het aanbieden van alternatieven voor beroepspraktijkvorming vergroot, zodat middels andere relevante leervormen ervoor kan worden gezorgd dat het oplopen van studievertraging door het stagetekort beperkt wordt. Ik heb de uitkomsten van het JOB-onderzoek verder ook betrokken in mijn brief aan Uw Kamer van 24 november jl. «Monitoring gevolgen COVID-19 in mbo en ho2.»

  • Vraag 3
    Leidt het onderzoek bij het kabinet tot nieuwe inzichten en maatregelen? Zo ja, welke?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Hoe oordeelt u over het feit dat één op de vijf mbo-studenten, volgens het onderzoek, studievertraging oploopt door de coronacrisis? Welke oplossingen ziet het kabinet hiervoor?

    Dat studenten studievertraging oplopen wil ik zoveel mogelijk voorkomen, dat heb ik al sinds het begin van de coronacrisis aangegeven. Daarom heb ik SBB gevraagd met een actieplan stages en leerbanen te komen om zoveel mogelijk plekken te realiseren en heb ik in de servicedocumenten kaders aangegeven waarbinnen scholen alternatieve vormen van bpv konden organiseren als er geen stage kon worden gevonden. In het vijfde servicedocument dat in november 2020 naar uw Kamer is gestuurd als bijlage bij de brief «Monitoring gevolgen COVID-19 in mbo en ho» van 24 november jl., komen daar nog mogelijkheden bij. In deze brief ga ik ook verder in op de verwachtingen rondom studievertraging.

  • Vraag 5
    Hoe oordeelt u over het feit dat 40 procent van de studenten laat weten extra schoolkosten te hebben gemaakt voor hun studie (denk aan laptop, bureau of koptelefoon) als gevolg van corona? Ziet het kabinet mogelijkheden om mbo-studenten hierin tegemoet te komen, met voorrang voor studenten met een kleinere beurs?

    Er zijn verschillende mogelijkheden voor een tegemoetkoming in de kosten, wanneer studenten de extra kosten niet kunnen betalen. Allereerst kan de student aankloppen bij de school. Via de Tijdelijke regeling voorziening leermiddelen voor deelnemers uit minimagezinnen, ontvangen de mbo-instellingen jaarlijks € 10 miljoen. Met dit budget kunnen mbo-instellingen minderjarige bol-studenten helpen van wie de wettelijke vertegenwoordigers financieel niet in staat zijn om leermiddelen te kopen. Middelen die de mbo-instelling niet aanwendt voor deze doelgroep, mag de instelling naar eigen inzicht besteden aan andere activiteiten waarvoor middelen binnen deze regeling voor worden verstrekt. De middelen mogen dus bijvoorbeeld ook worden ingezet om meerderjarige studenten financieel te helpen bij de aanschaf van leermiddelen. Een andere mogelijkheid zou zijn dat scholen leermiddelen in bruikleen geven. Overigens wordt de Tijdelijke regeling per 1 augustus 2021 vervangen door het mbo-studentenfonds.
    Daarnaast beschikken veel gemeenten over een laptop-regeling en kunnen studenten die jonger zijn dan 18 jaar ook financiële hulp vragen bij een Stichting Leergeld.
    Ik heb Uw Kamer in het VAO van 25 november jl. toegezegd de mbo-scholen te vragen om bij de meldpunten covid-19, die per school worden ingericht voor studenten, informatie over genoemde regelingen te betrekken, zodat studenten gemakkelijker toegang hebben tot de informatie hierover. Zie verder ook het antwoord op vraag 11.

  • Vraag 6
    Hoe oordeelt u over het feit dat studenten in de zorg- en welzijnssector het moeilijkste een stageplek kunnen vinden? Deelt u de mening dat de overheid haar verantwoordelijkheid moet nemen voor de stagetekorten in publieke sectoren, zoals zorg en handhaving?

    Als oorzaak voor de tekorten bij zorg en welzijn wordt volgens SBB door scholen aangegeven dat er op dit moment in de meerderheid van de gevallen onvoldoende capaciteit is voor stagebegeleiding bij de zorginstellingen. Hiervoor kan ik begrip opbrengen, omdat de coronacrisis erg veel vraagt van de zorgsector. Daarom is het ook belangrijk dat er wel voldoende toestroom blijft van nieuw personeel juist in deze sector. Scholen hebben in het geüpdatete servicedocument voor de mbo-sector van 11 november jl. aanvullende mogelijkheden gekregen voor het verzorgen van alternatieve oplossingen voor de stage. SBB werkt ondertussen in het kader van het actieplan samen met partijen uit onderwijs, bedrijfsleven en overheid in de regio aan regionale maatregelen voor het tegengaan van de tekorten. Het Ministerie van VWS biedt ruime steun aan de zorg met het Stagefonds Zorg, een subsidieregeling van jaarlijks 112 miljoen euro. Hieruit kunnen de zorginstellingen die een stage aanbieden aan mbo- of hbo-studenten van bepaalde zorg- en welzijnsopleidingen een tegemoetkoming ontvangen in de kosten van het aanbieden van een stage. Ook stimuleert VWS via de subsidie SectorplanPlus werkgevers om mensen op te leiden en om meer praktijkplaatsen aan te bieden. Daarnaast is er de subsidieregeling praktijkleren, van waaruit zorginstellingen een tegemoetkoming kunnen aanvragen voor het aanbieden van BPV-plaatsen aan BBL-studenten en stageplaatsen aan hbo-deeltijd en duaal studenten van zorgopleidingen.

  • Vraag 7
    Deelt u de analyse dat de op zichzelf succesvolle aanpak van het kabinet en de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) inzake het terugdringen van stagetekorten, zich tot nu toe meer op private dan op publieke sectoren heeft gericht, en dat u meer zou kunnen en moeten doen om ook het aantal stages in publieke sectoren op peil te brengen?

    Hierover is de motie Bruins c.s. aangenomen, die het kabinet vraagt om een strategie om meer stage-, trainee- en startersplekken te realiseren bij de overheid. Rijksbreed wordt eraan gewerkt om het aantal stageplaatsen binnen de rijksoverheid weer terug te krijgen op het niveau van 2019. Daarnaast treedt het Ministerie van BZK in overleg met andere publieke werkgevers om dit vraagstuk te bespreken. De aanpak van SBB in het kader van het actieplan richt zich op alle werkgevers die kunnen bijdragen aan het oplossen van de tekorten, dus inclusief de (potentiële) erkende leerbedrijven binnen rijksoverheid en decentrale overheden. Daarbij wordt ook out of the box gedacht in termen van sectoren. Als een student een deel van de werkprocessen in een andere sectoren kan leren, dan worden ook daar erkenningen voor afgegeven. Ik heb SBB bij de uitvoering van het Actieplan stages en leerbanen gevraagd in gesprek te gaan met de VNG, het IPO of de Unie van Waterschappen over het vergroten van het aantal stageplekken en leerbanen bij de decentrale overheden. In het eerder genoemde VAO van 25 november jl. heb ik Uw Kamer toegezegd om hierover in het kader van de voortgang van Actieplan stages in het bijzonder aandacht te besteden aan de stageplaatsen in de publieke sector.

  • Vraag 8
    Ziet u mogelijkheden om extra stagebegeleiding mogelijk te maken in publieke sectoren, bijvoorbeeld door te bekijken of gepensioneerde of anderszins uitgetreden oud-professionals in de publieke sector bereid zijn tegen vergoeding stagebegeleiding aan te bieden? Is het mogelijk om extra werk te maken van begeleiding door de stagebegeleiders van onderwijsinstellingen – bijvoorbeeld door deze stagebegeleiders extra te trainen en extra tijd vrij te maken voor ondersteuning van stagiaires – zodat de aanbieders van stages hierin zoveel mogelijk ondersteund en ontlast worden?

    Indien bij het terugbrengen van het aantal stageplaatsen bij de rijksoverheid naar het niveau van 2019 de beschikbare capaciteit een knelpunt vormt, dan is het Rijk bereid om te onderzoeken op welke wijze extra stagebegeleiding gerealiseerd kan worden. In dat geval zal ik de in de vraag genoemde voorbeelden hierbij betrekken en daarbij dan ook de arbeidsrechtelijke consequenties voor de werkgever en de werknemer uitwerken. Indien dit aan de orde is bij andere publieke werkgevers kan deze suggestie vanuit BZK ook bij hen onder de aandacht worden gebracht. In het geüpdatete servicedocument van 11 november jl. is voor mbo-instellingen de mogelijkheid geopend om capaciteit en middelen voor het aanbieden van keuzedelen in te zetten voor het door de school organiseren en aanbieden van alternatieven voor bpv. Hoe de scholen hun docenten willen inzetten blijft vervolgens een keuze van de school.

  • Vraag 9
    Deelt u de analyse van JOB dat een vicieuze cirkel dreigt te ontstaan: door de grote druk op en tekorten in de zorg kunnen nu onvoldoende stagiaires begeleid worden, wat bijdraagt aan een groter tekort in deze sectoren in de toekomst, wat weer leidt tot druk op en tekorten in stagebegeleiding? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat het kabinet deze vicieuze cirkel doorbreken?

    Deze vicieuze cirkel ligt op de loer, daarom heb ik in het servicedocument mbo-aanpak coronavirus covid-19 scholen ruimte geboden voor alternatieve invulling van beroepspraktijkvorming. Ik verwacht dat er na de coronacrisis weer meer capaciteit zal komen voor begeleiding, de situatie waar de zorg nu voor staat is uniek en niet te vergelijken met eerdere jaren.
    Vanuit het Ministerie van VWS wordt middels het actieprogramma Werken in de zorg al gewerkt om de personeelstekorten in de zorg tegen te gaan. Deze aanpak is erop gericht dat meer mensen kiezen voor de zorg en om het personeel voor de zorg te behouden. Voor de voortzetting van de belangrijkste instrumenten uit het programma heeft het kabinet recent geld vrijgemaakt oplopend tot 130 miljoen euro structureel vanaf 2023. Naast een forse scholingsimpuls (subsidieregeling SectorplanPlus) is er vanuit dit programma ook expliciet aandacht voor de aansluiting van onderwijs op de op zorg. In de praktijk bestaan al veel voorbeelden hoe dit aan te pakken. Met het Actieleernetwerk maken we deze zichtbaar en zorgen we dat zorginstellingen en scholen van elkaar kunnen leren3.

  • Vraag 10
    Is het kabinet bereid op zo kort mogelijke termijn met een integraal actieplan te komen voor het creëren van meer stageplaatsen in publieke sectoren in den brede, inclusief decentrale overheden en uitvoeringsdiensten? Bent u bereid in gesprek te gaan met gemeenten uit de regio's met de grootste tekorten om te bezien of een deel van de coronasteun aan gemeenten ook ingezet kan worden voor het creëren van meer stageplekken en leerbanen?

    Rijksbreed wordt eraan gewerkt om het aantal stageplaatsen bij de rijksoverheid terug te brengen op het niveau van 2019. Ook wordt dit onderwerp besproken met andere overheidswerkgevers. SBB werkt in het kader van het actieplan stages en leerbanen in de regio samen met stakeholders uit het onderwijs, bedrijfsleven en lokale overheid aan maatregelen om gericht stagetekorten in de regio op te lossen. Daarbij wordt zowel naar mogelijkheden in de private als in de publieke sector gekeken. Een mooi voorbeeld van de regionale samenwerking komt uit Limburg. Daar werven mbo-scholen Vista College en Gilde Opleidingen, Provincie Limburg en SBB gezamenlijk stages en leerbanen bij werkgevers in zowel de private als publieke sector. Ook heb ik SBB gevraagd een oproep te doen aan de VNG en IPO om meer stageplaatsen aan te bieden bij decentrale overheden.

  • Vraag 11
    Wat vindt u van het voorstel van JOB voor een speciaal coronameldpunt op elke mbo-instelling? Gaat u dit samen met mbo-instellingen mogelijk maken? Zo ja, op welke termijn denkt u de Kamer te kunnen informeren over hoe, en op welke termijn, dit meldpunt opgestart zal worden?

    Dit voorstel heb ik besproken met de MBO Raad in het kader van de update van het «servicedocument covid-19 aanpak mbo». Het nieuwe document is op 11 november jl. gepubliceerd. Hierin is opgenomen dat scholen moeten zorgen voor goede communicatie over coronamaatregelen en aanpassingen in lessen en examens richting studenten. Het staat scholen altijd vrij om daar zelf een vorm voor te kiezen. Wel doen de MBO Raad en ik in het servicedocument de suggestie om een coronameldpunt in de school op te richten.

  • Vraag 12
    Heeft u er een beeld van of en, zo ja, in welke mate, de huidige stagetekorten stagediscriminatie vergroten? Zo nee, bent u bereid dit in kaart te laten brengen?

    Er zijn al diverse onderzoeken, die hebben uitgewezen dat stagediscriminatie een belemmering kan vormen voor studenten om een stageplek te kunnen vinden. Aanvullend onderzoek is mijn inziens daarom niet nodig. Daarentegen is het juist belangrijk om nu extra in te zetten op het voorkomen van stagediscriminatie door te werken aan concrete acties en maatregelen. Recent is de campagne KIESMIJ gestart om informatie en hulpmiddelen bij het tegengaan van stagediscriminatie onder de aandacht te brengen bij (leer)bedrijven, scholen en studenten. Ook werken OCW en SZW, in samenwerking met de MBO Raad, aan de oprichting van een kennispunt Gelijke kansen, diversiteit en inclusie, en wordt een pilot opgezet waarbij scholen verantwoordelijk worden voor de werving en selectie van studenten voor een eerste leerplek.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2020Z20357
Volledige titel: Stagetekorten in het mbo
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20202021-1009
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van den Berge over de stagetekorten in het mbo