Ingediend | 28 oktober 2020 |
---|---|
Beantwoord | 7 december 2020 (na 40 dagen) |
Indiener | Kirsten van den Hul (PvdA) |
Beantwoord door | Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap overige vormen van onderwijs |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z19846.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1016.html |
Ja.
Ja, want in het artikel wordt gesuggereerd dat tweederde van de totale uitstroom uit het vso na twee jaar een uitkering heeft, al dan niet gecombineerd met werk. Van de totale uitstroom stroomde echter 54% uit naar een vervolgopleiding en 46% naar de arbeidsmarkt. Van die 46% had ongeveer tweederde na twee jaar een uitkering.
Ik voer al langer het gesprek met het Ministerie van SZW en met de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) over het versterken van de arbeidsmarktpositie van jongeren die het vso verlaten hebben of een vervolgopleiding in het mbo volgen.
Ik heb samen met mijn collega van SZW aan het SBB gevraagd om het Actieplan stages en leerbanen voor huidige en aankomende mbo-studenten, werkzoekenden en werkenden, ook uit te werken voor leerlingen van het praktijkonderwijs (pro), vso (uitstroomprofiel arbeidsmarktgericht) en vmbo leerwerktrajecten. Leerlingen die een opleiding volgen gericht op het behalen van een praktijkverklaring, mbo-diploma of vmbo-diploma en daarvoor een stageplaats bij een erkend leerbedrijf hebben, worden meegenomen. In deze uitwerking wordt een verbinding gemaakt met de voorgenomen Aanpak jeugdwerkloosheid, waarin het vso eveneens wordt meegenomen.
Voor de maatregelen gericht op het voorkomen dat studenten met een beperking, waaronder ex-leerlingen uit het vso, voortijdig uitvallen, verwijs ik kortheidshalve naar de Verbeteragenda «Passend Middelbaar Beroepsonderwijs», die mijn collega, Minister van Engelshoven, u op 5 oktober heeft gestuurd.
De Staatssecretaris van SZW heeft in mei 2020 € 8,5 miljoen beschikbaar gesteld aan de centrumgemeenten van de arbeidsmarktregio’s voor ondersteuning van jongeren uit vso en pro in schooljaar 2020/2021 zodat ook zij duurzaam aan het werk kunnen. Concreet gaat het erom dat de gemeenten de middelen kunnen inzetten ten behoeve van betere samenwerking en verbindingen tussen vso/pro-scholen, gemeenten en bedrijven en instellingen. Deze extra impuls voor het schooljaar 2020–2021 heeft de Staatssecretaris aangevuld met € 8,5 miljoen subsidie vanuit het Europees Sociaal Fonds (ESF) specifiek bestemd voor de ondersteuning van leerlingen uit pro en vso.
Ik heb een beeld van de verschillen tussen de regio’s als het gaat om de arbeidsmarktpositie van leerlingen die het vso hebben verlaten. Er zijn geen grote uitschieters naar boven of beneden. Ik heb geen beeld welke beslissingen er in de verschillende regio’s worden genomen en het is ook niet aan mij om daar een beeld van te vormen. Dat is aan mijn collega van SZW met wie ik overigens goed samenwerk om de overgang van school naar werk zo soepel mogelijk te laten verlopen.
Het voortgezet speciaal onderwijs heeft de opdracht om leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op de vervolgbestemming: dagbesteding, arbeidsmarkt of vervolgonderwijs. Daar slaagt het vso zeker na de invoering van de Wet kwaliteit (v)so steeds beter in. Zo leggen er elk jaar weer meer leerlingen een examen af en halen een diploma. Ook blijkt uit de cijfers van CBS dat er steeds meer jongeren direct na het verlaten van het vso uitstroomprofiel arbeidsmarktgericht een baan hebben (41% in 2019 ten opzichte van in 2015 31%) en minder jongeren direct na het verlaten van het vso uitstroomprofiel arbeidsmarktgericht een uitkering hebben (31% in 2019 ten opzichte van 52% in 2015). De vraag naar de reden van het niet bestendigen heeft mijn aandacht en die van mijn collega’s MSZW en MOCW. Kortheidshalve verwijs ik hiervoor naar de hierboven geschetste acties.