Ingediend | 26 oktober 2020 |
---|---|
Beantwoord | 16 november 2020 (na 21 dagen) |
Indiener | Ronald van Raak |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z19618.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-795.html |
Het deelnemen aan een beraadslaging en aan een stemming zijn essentiële rechten van een raadslid. Deze horen ook in coronatijd geborgd te zijn. Tegelijkertijd kunnen er, ook buiten coronatijd, redenen zijn dat een individueel lid geen gebruik kan maken van deze rechten.
Met de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming is een mogelijkheid gecreëerd voor gemeenteraden om digitaal te vergaderen, maar geen verplichting. Het is aan de gemeenteraad zelf om te bepalen op welke wijze vergaderd wordt. Dit past bij de lokale autonomie. Met de keuze over hoe te vergaderen wordt op zichzelf geen recht van een raadslid aangetast. Elk lid heeft toegang tot de vergadering en heeft daarmee dezelfde rechten. De afweging om niet deel te nemen aan een fysieke vergadering wordt door het lid zelf gemaakt en niet door de gemeenteraad, hoewel dit in deze tijden niet altijd een volledig vrije afweging zal zijn. Navraag bij de gemeente Boxmeer heeft geleerd dat de raad heeft besloten de beraadslaging in een fysieke vergadering vorm te geven, maar de stemming in een digitale vergadering te laten plaatsvinden. De raad is daarmee tot een werkwijze gekomen die ieder raadslid de mogelijkheid geeft om deel te nemen aan de stemmingen.
De evaluatiecommissie is nog bezig met de uitvraag voor de derde rapportage. Op dit moment zijn de commissie geen gevallen bekend waarbij een fractie stelt dat leden uitgesloten worden van deelname aan de beraadslaging en stemming. De vraag hoe groot een minderheid mag zijn die een voorkeur heeft voor digitaal vergaderen speelt breder. Op dit punt wil ik de derde rapportage afwachten die naar verwachting rond 1 december wordt opgeleverd. Deze rapportage zal, zoals reeds is toegezegd, ook aan Uw Kamer gestuurd worden.
De gemeenteraad beschikt over een aantal mogelijkheden om de raadsvergadering vorm te geven zolang de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming geldt. Er kan volledig fysiek of volledig digitaal vergaderd worden, waarbij zowel de beraadslaging als de stemming in dezelfde vergadering plaatsvindt. Er kan ook een onderscheid gemaakt worden tussen beraadslaging in een fysieke vergadering en stemming in een digitale vergadering, zolang dit maar twee afzonderlijke vergaderingen betreft. Er zijn ook andere keuzes mogelijk, bijvoorbeeld door meer gebruik te maken van commissievergaderingen voor de beraadslaging. Zolang dit geen bestuurscommissies zijn (commissies op grond van artikel 83 van de Gemeentewet) en er geen sprake is van formele besluitvorming in deze commissies, is er meer vrijheid om vergaderingen van deze commissies in te richten.
Een verdergaande optie is dat het voor enkele raadsleden mogelijk wordt gemaakt langs digitale weg inbreng te leveren bij de beraadslaging in een fysieke vergadering. Volwaardige deelname langs digitale weg is bij een fysieke vergadering niet mogelijk, omdat deze leden formeel gezien niet aanwezig zijn in de vergadering (zij hebben de presentielijst niet getekend en tellen derhalve niet mee voor het quorum) en daarmee ook niet over de rechten van een raadslid beschikken dat aanwezig is in een vergadering. De Gemeentewet staat er op zichzelf niet aan in de weg dat deze leden digitaal meeluisteren of door de voorzitter worden uitgenodigd hun opvatting kenbaar te maken door inbreng te leveren, al zal voor de vergaderorde wel moeten worden bepaald op welke wijze de voorzitter dit toestaat. Van deelname van deze leden aan de stemming kan echter geen sprake zijn, aangezien zij zoals gezegd formeel niet in de vergadering aanwezig zijn en dus niet over alle aan het raadslidmaatschap verbonden rechten beschikken. Deze invulling van een raadsvergadering kan in elk geval niet leiden tot problemen met de rechtmatigheid van besluiten omdat niet langs digitale weg wordt deelgenomen aan een stemming in een fysieke vergadering. Daardoor ontstaan er geen bevoegdheidsgebreken bij besluiten.
Het is aan de gemeenteraad om hier keuzes in te maken.