Ingediend | 21 oktober 2020 |
---|---|
Beantwoord | 16 november 2020 (na 26 dagen) |
Indiener | Vera Bergkamp (D66) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z19378.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-799.html |
Ja.
Nee. De uitspraak is gebaseerd op het feit dat in de Opiumwet het bezit van softdrugs strafbaar is gesteld, en dat er volgens de Aanwijzing Opiumwet en de Richtlijn Strafvordering Softdrugs op dit verbod op bezit wordt gehandhaafd, ook bij hoeveelheden onder de vijf gram. De softdrugs worden dan in beslag genomen, en bij weigering wordt er vervolgd. Dit verbod op bezit kan niet ongedaan gemaakt worden door een joint aan te steken.
Ja.
Nee. Er is in de brief4 niet geschreven noch bedoeld dat gebruik van softdrugs strafbaar zou zijn. Er is slechts aangegeven dat er tegen eenieder die met softdrugs wordt aangetroffen kan worden opgetreden.
Nee, mijns inziens is de bestaande brief helder. De beantwoording van deze vragen kan eventuele laatste restjes onduidelijkheid wegnemen.
Ja, ook dit wordt in de brief vermeld.
Ja, zoals in de brief aangegeven kan aan het verzoek uit de motie tegemoet worden gekomen door gebruik te maken van bestaande bevoegdheden. Mogelijk brengt de motie bij lokale driehoeken onder de aandacht dat zij bestaande instrumenten kunnen gebruiken om de wens uit de motie uit te voeren.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Bergkamp (D66), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Grapperhaus zit ernaast met verbod op gebruik softdrugs, stelt RUG-hoogleraar Jan Brouwer» (ingezonden 21 oktober 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.