Ingediend | 21 oktober 2020 |
---|---|
Beantwoord | 30 november 2020 (na 40 dagen) |
Indieners | Machiel de Graaf (PVV), Lilian Helder (PVV) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z19371.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-948.html |
Ja.
Ik wil niet ingaan op concrete casuïstiek. Om een goed beeld te vormen van de betrouwbaarheid en integriteit van een kandidaat worden diverse instrumenten ingezet. De politie vraagt diverse gegevens op; zoals NAW-gegevens, arbeidsverleden, nevenactiviteiten en dergelijke. Voorts wordt een overzicht opgevraagd van de geregistreerde gegevens bij BKR.
In het huidige screeningssysteem worden uitsluitend kandidaten die solliciteren op een vertrouwensfunctie onderworpen aan een omgevingsonderzoek. Dit omgevingsonderzoek wordt niet uitgevoerd bij een aspirant, omdat dit gelet op het ontbreken van een verhoogd integriteitsrisico niet proportioneel is.
Het kan gebeuren, ondanks dat alle andere maatregelen zijn getroffen om de betrouwbaarheid van een politieambtenaar te beoordelen, dat de politie alsnog feiten vaststelt die leiden tot een intern onderzoek of tot herbeoordeling van geschiktheid voor een aspirant die al in opleiding is.
Zie antwoord vraag 2.
De integriteit van politiemedewerkers is van groot belang en voor niet integer gedrag is geen plek in de politieorganisatie. Dat heb ik onlangs nog in mijn brief aan uw Kamer benadrukt.2 In die brief is eveneens aangegeven dat veranderingen aan het VIK-stelsel noodzakelijk zijn.
De belangrijkste veranderingen die de korpschef – mede naar aanleiding van de gedane aanbevelingen – op korte termijn zal aanbrengen zijn: verbetering van kwaliteit, het inrichten van een centraal team voor complexe zaken en centrale sturing en een scheiding van disciplinaire zaken en strafrechtelijke zaken aan de voorkant.
De politie heeft voortdurend aandacht voor integriteit en neemt derhalve diverse maatregelen om de kans op integriteitsschendingen door ambtenaren van politie en het effect daarvan te verkleinen. Als er een vermoeden is van integriteitsschending, wordt direct een intern onderzoek opgestart. Indien nodig zal de politie passende maatregelen treffen. De politie maakt zo duidelijk dat integriteitsschendingen niet worden toegelaten.
Met de vernieuwing van het VIK-stelsel wordt een belangrijke stap gezet. Daarnaast wordt met de invoering van de wet screening ambtenaren van de politie en -externen het screeningsbeleid versterkt. Om te voorkomen dat het bevoegd gezag pas bij een periodiek of incidenteel hernieuwd onderzoek erachter komt dat een ambtenaar van politie strafbare feiten heeft gepleegd, zal vanaf de voorziene inwerkingtreding onder meer continue controle op veranderingen in de justitiële documentatie worden ingevoerd.
Integriteit is een kernwaarde van de politie. Hierop wordt niet ingeboet ten faveure van diversiteit.
De enige screening waarbij op dit moment wel de omgeving wordt betrokken is het veiligheidsonderzoek, verricht onder verantwoordelijkheid van de AIVD. Uitsluitend personen die solliciteren naar een vertrouwensfunctie bij de politie, worden onderworpen aan een veiligheidsonderzoek.
De aangenomen wet Screening ambtenaren van politie en politie-externen die van toepassing zal zijn op alle politieambtenaren voorziet gedeeltelijk in omgevingsonderzoek. Er wordt op dit moment gewerkt aan een lijst met functies die voor zo’n onderzoek in aanmerking komen. Daarbij is er altijd een afweging rondom inbreuk van de privacy versus risico’s. Deze wet treedt naar verwachting op 1 juli 2021 in werking. Vanaf dat moment kunnen politieambtenaren die werkzaamheden verrichten met een verhoogd integriteitsrisico worden onderworpen aan een omgevingsonderzoek bij aanvang van de werkzaamheden en gedurende de werkzaamheden.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Helder en De Graaf (beiden PVV), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Falende screening: racende agent kon gewoon doorwerken» (ingezonden 21 oktober 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.