Ingediend | 16 oktober 2020 |
---|---|
Beantwoord | 18 november 2020 (na 33 dagen) |
Indieners | Gidi Markuszower (PVV), Geert Wilders (PVV), Machiel de Graaf (PVV) |
Beantwoord door | Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z19143.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-842.html |
Ja. Het krantenbericht gaat over een incident dat plaatsvond op 20 september 2019. Dit incident is op 18 oktober 2019 gepubliceerd op de website van de Dienst Justitiële Inrichtingen in het maandelijkse voorvallenoverzicht van september 2019.
Eén van de twee gedetineerden begon in de fitnessruimte vernielingen aan te richten. De andere gedetineerde heeft dit aangemoedigd. Voor het onder controle brengen van de situatie moest het intern bijstandsteam (IBT) worden ingeschakeld. Tot het moment dat dit team kon optreden heeft de gedetineerde zich misdragen. De veiligheid van het personeel staat bij zulke incidenten altijd voorop. Ingrijpen gebeurt pas als de veiligheid van het personeel gegarandeerd kan worden.
Beide gedetineerden zijn gestraft met verblijf in de strafcel. Tegen de gedetineerde die vernielingen heeft aangericht is aangifte gedaan. Deze gedetineerde is tevens tijdelijk overgeplaatst naar de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden. Na overleg met de officier van justitie is tegen de andere gedetineerde geen aangifte gedaan, met het oog op diens beperkte rol bij het incident.
Al deze vragen beantwoord ik met nee. Gedetineerden met een terroristische achtergrond worden op één van de terroristenafdelingen (TA) geplaatst. Het TA regime is er op gericht de maatschappij te beschermen tegen deze groep. Deze gedetineerden krijgen daarom standaard te maken met strenge toezicht- en veiligheidsmaatregelen. Binnen dit strenge regime is het met de nodige veiligheidsmaatregelen verantwoord om gedetineerden te laten sporten.
Binnen de TA wordt gewerkt met een gedifferentieerd plaatsingsbeleid, wat betekent dat gedetineerden van elkaar worden gescheiden als contact niet wenselijk is. Als ongewenste beïnvloeding, gedrag- en of de veiligheidsrisico’s daartoe aanleiding geven, kunnen gedetineerden ook geplaatst worden in een hoger beveiligingsniveau, een aangepast regime of worden overgeplaatst naar een andere locatie. Daarnaast kunnen gedetineerden die een extreem hoog risico voor de maatschappij vormen geplaatst worden op de Extra Beveiligde Inrichting.
Met het oog op deze mogelijkheden acht ik een structurele volledige beperking van deze groep of een verhoging van het beveiligingsniveau van de TA niet nodig. Langdurig verblijf in volledige beperking is bovendien in strijd met internationale regelgeving zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
Iedere vreemdeling die niet over rechtmatig verblijf beschikt dient het land te verlaten. Door de Dienst Terugkeer en Vertrek worden zoals gebruikelijk de mogelijkheden bekeken hoe de vreemdeling te zijner tijd uit Nederland kan vertrekken. Daarbij zal de vreemdeling een langdurig inreisverbod worden opgelegd om te voorkomen dat hij terugkomt.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Markuszower, De Graaf en Wilders (allen PVV), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht «Mohammed B. opnieuw door het lint in de gevangenis» (ingezonden 16 oktober 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.