Ingediend | 14 oktober 2020 |
---|---|
Beantwoord | 14 oktober 2020 (na 0 dagen) |
Indiener | Pieter Omtzigt (CDA) |
Beantwoord door | Alexandra van Huffelen (staatssecretaris financiën) (D66) |
Onderwerpen | gezin en kinderen sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z18801.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-465.html |
Mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wil ik hierbij toelichten dat de beweging die het kabinet in het nader rapport maakt is ingegeven door de opmerking van de Raad van State dat het risico van een te zeer op de juridische reikwijdte van artikel 68 Grondwet gerichte discussie is, dat de relatie tussen het parlement en bewindslieden gejuridiseerd raakt. Dat brengt echte oplossingen niet dichterbij, aldus de Raad. Hij acht het vooral van belang dat in de relatie tussen Kamerleden, bewindslieden en ambtenaren meer begrip en ontspanning wordt gebracht zodat artikel 68 Grondwet in de praktijk beter en effectiever gaat werken. Het kabinet deelt deze analyse en ziet een verbetering van de informatierelatie tussen kabinet en parlement als een essentieel punt. Tegen die achtergrond wil het kabinet gerichte verzoeken om specifieke documenten van een Kamerlid honoreren.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Voor het antwoord op bovenstaande vragen verwijs ik naar mijn brief van 14 oktober 2020 en de bijgevoegde documenten.
Zie antwoord vraag 5.
Zie antwoord vraag 5.