Ingediend | 12 oktober 2020 |
---|---|
Beantwoord | 27 november 2020 (na 46 dagen) |
Indieners | Henk Nijboer (PvdA), Attje Kuiken (PvdA) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z18556.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1054.html |
Ja.
Nee, ik ben niet verrast. De Eenheid Noord-Nederland van de Nationale Politie heeft opdracht gegeven tot het onderzoek naar georganiseerde criminaliteit in de Noordelijke zeehavens van Politie en Wetenschap. Het onderzoeksdoel was de integrale informatiepositie van de verschillende overheidsdiensten en private organisaties (politie, maar ook van KMAR, Douane en de havenbedrijven) nader in beeld te brengen en te versterken. De opdracht tot dit onderzoek was mede ingegeven vanuit de omgevingsanalyses die het RIEC Noord-Nederland heeft gemaakt en waarin de zeehavens zijn genoemd als potentieel risico voor ondermijnende criminaliteit. Het onderzoek heeft het vermoeden dat de informatiepositie ontoereikend is, bevestigd en mogelijkheden tot verbetering aangewezen.
Het onderzoek heeft uitgewezen dat de mate waarin georganiseerde, ondermijnende criminaliteit in de Noordelijke zeehavens voorkomt nog onvoldoende duidelijk is. Daarmee bestaat ook geen zicht op een eventuele verplaatsing van georganiseerde criminele activiteiten naar de Noordelijke zeehavens.
De zeehavens in Noord-Nederland hebben een ander karakter dan de havens van Rotterdam en Amsterdam. Daar waar laatstgenoemde havens vrijwel geheel voor het publiek zijn afgesloten, kennen de Noordelijke zeehavens een open karakter met veelal gemengde functies (goederen, maar ook visserij en toerisme). De havens zijn grotendeels toegankelijk voor publiek en zijn vaak ook toeristische trekpleisters. Een aantal bedrijven dat actief is in de havens, maakt gebruik van bedrijfsbeveiliging. De Landelijke Eenheid van de politie werkt nauw samen met de basisteams. Daarbij brengt de Landelijke Eenheid haar expertise in op het terrein van infrastructuur en afwijkingen in verkeersstromen, en start zij waar mogelijk opsporingsonderzoeken. De basisteams voorzien de Landelijke Eenheid in de hiervoor benodigde informatiepositie. Daarnaast is in het noorden een aantal wijkagenten specifiek belast met taken in de havengebieden.
De politie heeft naar aanleiding van het door Politie en Wetenschap uitgevoerde onderzoek een aantal initiatieven genomen, waarbij wordt voortgebouwd op de reeds aanwezige kennis ten aanzien van verkeersstromen. Door de hoofden informatievoorziening van KMAR, douane en politie zijn afspraken gemaakt om, elk vanuit hun eigen verantwoordelijkheden, informatie te delen. Verder krijgen de Noordelijke zeehavens nadrukkelijker aandacht van de basispolitiezorg. De eenheid heeft een functionaris aangesteld om de basispolitiezorgmedewerkers te trainen hoe zij georganiseerde criminaliteit beter kunnen herkennen. Hiernaast blijft vanzelfsprekend de zogeheten «nodale oriëntatie» gehandhaafd, waarin het politiewerk wordt georganiseerd op basis van verkeersstromen. Tot slot gaat de politie speciale opsporingsteams inzetten om ondermijning tegen te gaan. Die teams zullen zich ook richten op de zeehavens.
Onlangs heeft uw Kamer een motie van de leden Van Toorenburg en Yeşilgöz-Zegerius aangenomen, waarin de regering wordt opgeroepen ten behoeve van de versterking van de beveiliging van onze toegangspoorten een integraal plan te presenteren gericht op lucht-, zee- en landtransport, en de Kamer begin 2021 daarover te informeren. Met uw Kamer wil ik meer synergie aanbrengen in de aanpak van ondermijning in de mainports. Daartoe zal ik in ieder geval inzetten op het bevorderen van samenhang in de aanpak van ondermijnende criminaliteit in de mainports en een brede inzet van effectief gebleken werkwijzen en maatregelen.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Kuiken en Nijboer (beiden PvdA), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over georganiseerde criminaliteit in de Noordelijke zeehavens (ingezonden 12 oktober 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.