Ingediend | 28 september 2020 |
---|---|
Beantwoord | 27 oktober 2020 (na 29 dagen) |
Indiener | Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z17359.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-580.html |
Ja.
Allereerst wil ik benadrukken dat ik het betreur dat de familieleden van de kroongetuige zich in deze moeilijke omstandigheden bevinden, die begrijpelijkerwijs een grote impact hebben op hun leefsituatie.
Het komt helaas voor dat te beveiligen personen ontevreden zijn over de (al dan niet) getroffen beveiligingsmaatregelen. Er wordt voortdurend nauw samengewerkt door de betrokken diensten om op basis van dreiging en risico passende en proportionele beveiligingsmaatregelen te treffen, waarbij de veiligheid van de te beveiligen personen centraal staat. Het bevoegd gezag beslist welke maatregelen worden getroffen en houdt daarbij waar mogelijk rekening met de wensen van de te beveiligen personen. De persoonlijke wensen en veiligheidseisen zijn niet altijd verenigbaar, hetgeen soms kan leiden tot conflicten.
Voorafgaand aan het bekendmaken van de deal met de kroongetuige, zijn ten aanzien van meerdere familieleden maatregelen getroffen, waardoor deze familieleden vóór de presentatie van de kroongetuige elders waren ondergebracht. Ook met de andere familieleden werd contact gezocht om te spreken over beveiliging. Dit resulteerde in de meeste gevallen in afspraken over te nemen maatregelen. Alle afgesproken maatregelen waren geïmplementeerd op het moment dat de kroongetuige gepresenteerd werd.
Voor alle personen, dus ook familieleden van kroongetuigen, geldt dat de overheid een verantwoordelijkheid heeft en neemt voor de bescherming van burgers op het moment dat zij of hun werkgever daarvoor vanwege de dreiging en het risico niet zelf kunnen zorgen. Welke beveiligingsmaatregelen passend zijn en of, en in hoeverre het functioneren van een persoon gefaciliteerd kan worden, vergt een zorgvuldige afweging waarbij veiligheid en maatwerk leidend zijn.
Met de uitspraak waarop wordt gedoeld in vraag 5, is bedoeld dat in de besluitvorming over een deal met een kroongetuige nadrukkelijker de mogelijke positie van familieleden en andere betrokkenen in de afwegingen hadden kunnen worden betrokken, zoals dat nu ook gebeurt in nieuwe zaken. Meer aandacht aan de voorkant voor de belangen van familieleden kan ook leiden tot meer draagvlak voor het beveiligingstraject.
Dat betekent overigens niet dat de uiteindelijke afweging anders zou zijn uitgevallen. De belangen van criminaliteitsbestrijding en ook nadrukkelijk het voorkomen van nieuwe liquidaties – soms ook van volstrekt onschuldige derden – waren en zijn juist in deze casus van bijzonder groot gewicht in de afweging om de deal al dan niet te sluiten. Dat wordt ook bedoeld met de opmerking «maar het maatschappelijk belang speelt ook mee bij de afweging». Er was en is veel aan gelegen om dit geweld te stoppen.
Met betrekking tot de huidige omgang met de familieleden zijn de getroffen maatregelen in overeenstemming gebracht met de ernst van de dreiging die zich heeft gemanifesteerd in het daadwerkelijk om het leven brengen van onschuldige derden. Het is daarbij van belang te benadrukken dat bij het nemen van beveiligingsmaatregelen sprake is van risicomanagement in plaats van risico-uitsluiting.
Zie antwoord vraag 5.
Zie antwoord vraag 5.
Laat ik vooropstellen dat ik er groot belang aan hecht dat functionarissen die in dienst staan van de rechtsorde, zoals advocaten, hun professie veilig en zonder vrees kunnen uitoefenen en daartoe bescherming krijgen als dat nodig is. Mijn beeld en ervaring is dat de diensten en functionarissen betrokken bij het vormgeven van de beveiliging professioneel zijn en de veiligheid van personen zo goed mogelijk waarborgen.
De verantwoordelijkheid voor de beveiligingsmaatregelen van de familieleden van de kroongetuige ligt bij de coördinerend Hoofdofficier van Justitie. Dit is de Hoofdofficier van Justitie van het arrondissement Midden-Nederland. Het is daarom niet aan mij om inhoudelijk in te gaan op de door hen geuite zorgen en de besluiten over de al dan niet getroffen beveiligingsmaatregelen.
Voordat met een kroongetuige een overeenkomst wordt gesloten zal in het kader van getuigenbescherming vooraf per situatie bekeken worden of er bescherming nodig is voor de kroongetuigen, diens naasten en hun rechtsbijstandsverleners en zo ja, voor wie in welke mate. De veiligheid van betrokkenen wordt steeds zo goed mogelijk gewaarborgd, vanzelfsprekend wordt de impact van de beveiligingsmaatregelen op het leven van betrokkenen hierbij in ogenschouw genomen. Daarnaast geldt dat scherp wordt gekeken welke variatie er mogelijk is in beveiligingsconcepten.
In het kader van het stelsel bewaken en beveiligen is de dreiging en het risico leidend voor het vaststellen van de benodigde beveiligingsmaatregelen. Proportionaliteit van de maatregelen is hierbij eveneens een uitgangspunt. Dat neemt niet weg dat de mensen en middelen die nodig zijn voor het instellen en uitvoeren van de beveiligingsmaatregelen per definitie schaars zijn. Het vraagt daarom een voortdurende en zorgvuldige afweging van de overheid om maatregelen proportioneel en efficiënt in te zetten.
Ik heb uw Kamer in juni jl.2 laten weten dat dat het aantal personen en objecten dat langdurig en intensief bewaakt en beveiligd wordt, is toegenomen. Dit zal naar verwachting niet verminderen. Daarom versterk ik structureel het stelsel bewaken en beveiligen over de gehele linie zodat steeds passende beveiligingsmaatregelen geboden kunnen worden aan personen die dat nodig hebben, zonder dat opschaling onmiddellijk leidt tot druk op de capaciteit elders. Daarbij blijft proportionaliteit van de maatregelen nog steeds een van de uitgangspunten.
In mijn brief van 16 december jl.3 ben ik in gegaan op de voortgang van de verbeteringen in de stelsels bewaken en beveiligen en getuigenbescherming. In mijn brief van 18 juni jl. 4 heb ik uiteengezet welke investeringen ik heb gedaan in de stelsels van bewaken en beveiligen en getuigenbescherming. Hiermee worden deze stelsels over de gehele linie versterkt, zodat beveiligingsmaatregelen tijdig, effectief en adequaat ingezet kunnen worden wanneer er sprake is van dreiging, risico of de mogelijkheid van geweld. De investering wordt tevens ingezet om de uitvoering van beveiligingsmaatregelen te flexibiliseren. Het doel is steeds passende beveiligingsmaatregelen te bieden aan de personen die dat nodig hebben, zonder dat opschaling onmiddellijk leidt tot druk op de capaciteit elders.
Op dit moment wordt door de betrokken organisaties hard gewerkt aan de uitbreiding van capaciteit ten behoeve van de uitvoering en doorontwikkeling van het stelsel bewaken en beveiligen. Ik houd u van de voortgang op de hoogte in mijn brieven over de maatregelen in het kader van het breed offensief tegen de georganiseerde criminaliteit.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Nispen (SP), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het interview met de broer van een kroongetuige (ingezonden 28 september 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.