Ingediend | 28 september 2020 |
---|---|
Beantwoord | 18 november 2020 (na 51 dagen) |
Indieners | Eva van Esch (PvdD), Lammert van Raan (PvdD) |
Beantwoord door | Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
Onderwerpen | hoger onderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z17348.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-846.html |
Ja.
De coronacrisis zorgt voor grote beperkingen in het organiseren van onderwijs. Mede met het oog op de veiligheid en studievoortgang van de student, zetten onderwijsinstellingen waar mogelijk andere vormen van toetsing in. Denk hierbij aan openboektentamens, mondelinge toetsen en inleveropdrachten. Ook hebben instellingen sinds dit studiejaar meer mogelijkheden om fysieke tentamens te organiseren. Indien deze andere vormen van toetsing niet mogelijk zijn, kan het in sommige gevallen noodzakelijk zijn om proctoring-software in te zetten. Bijvoorbeeld als grote groepen studenten een kennistoets moeten afleggen en de bijbehorende logistiek van een tentamen op locatie onder de huidige maatregelen niet haalbaar is. Ten eerste kan het dan om veiligheidsredenen onwenselijk zijn grote groepen naar de tentamenlocatie te laten komen en ten tweede zijn veel alternatieve toetsvormen voor kennisgerichte toetsing ongeschikt. Proctoring-software kan er dan voor zorgen dat de fraudemogelijkheden worden geminimaliseerd en de kwaliteit van de toetsing wordt geborgd. Instellingen dienen steeds zelf aan de hand van de specifieke omstandigheden te bepalen of er alternatieve toetsvormen mogelijk zijn.
Het is bij proctoring van groot belang dat de gegevens van studenten beschermd zijn. Onderwijsinstellingen hebben mij verzekerd dat de gekozen software en leveranciers voldoen aan de AVG. Ook dienen studenten voorgelicht te worden over het gebruik en werking van de software. Ten slotte worden de persoonsgegevens niet langer bewaard dan strikt noodzakelijk.
Zoals hoogleraar Bart Jacobs aangeeft, heeft online proctoring impact op de privacy van een student. Tijdens een online proctoring tentamen worden o.a. webcambeelden, schermopnamen, muisbewegingen en toetsaanslagen geregistreerd. Ook kan tijdens een proctoring tentamen de achtergrond van de student in beeld komen en geregistreerd worden. Denk hierbij aan de thuisomgeving die wordt gefilmd waarbij mogelijk (privé)zaken in beeld kunnen komen en de informatie die hieruit kan worden afgeleid. Ik kan daarom begrijpen dat sommige studenten terughoudend zijn met online proctoring. Voor deze studenten geldt dat zij het recht om bezwaar te maken tegen de verwerking van persoonsgegevens met online proctoring en dat zij de instelling mogen verzoeken om een alternatief aan te bieden. Instellingen zijn welwillend om mee te denken en werken aan een oplossing voor deze studenten, mits de omstandigheden dit toelaten. Zie ook het antwoord op vraag 18.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Proctoring-software dient gebruikt te worden als daar aanleiding voor is. In het geval van de studenten wordt proctoring gebruikt om de fraudemogelijkheden bij online tentamens te minimaliseren. Zolang er geen alternatieven zijn, is het inzetten van proctoring noodzakelijk onder de huidige omstandigheden. Voor de medewerkers van mijn ministerie geldt dat het maken van tentamens niet tot de werkzaamheden behoort. Er is dus geen aanleiding voor de medewerkers van mijn ministerie om proctoring-software te gebruiken.
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft, net als SURF, een aantal zeer bruikbare aanbevelingen2 3 voor de inzet van proctoring gedaan aan instellingen. Ik heb instellingen opgeroepen die aanbevelingen te volgen. Daarnaast bepaalt de AVG dat een onderwijsinstelling in het kader van haar verantwoordingsplicht goed moet kunnen motiveren waarom de inzet van online proctoring noodzakelijk is in een specifieke situatie. Indien de onderwijsinstelling een toets of tentamen kan afleggen op een veilige manier die minder inbreuk maakt op de privacy van studenten, zal de onderwijsinstelling voor deze alternatieve toetsvorm moeten kiezen.
Ik wil wel benadrukken dat proctoring een oplossing kan bieden voor studenten die niet altijd naar de instelling kunnen komen. Denk hierbij aan studenten die in quarantaine moeten of tot de risicogroepen voor het coronavirus behoren, studenten die het onderwijs combineren met een topsportcarrière of ondernemerschap en studenten die mantelzorg verrichten.
Zoals ik al aangaf, is het bij proctoring van groot belang dat de gegevens van studenten beschermd zijn. Instellingen maken met de betrokken bedrijven en leveranciers contractuele afspraken, die in overeenstemming moeten zijn met de AVG. Door de instellingen worden Data Protection Impact Assessments (DPIA) uitgevoerd. Ook zijn de instellingen transparant over hetgeen wordt vastgelegd en hierop wordt ook toezicht uitgeoefend, onder meer door een functionaris gegevensbescherming. Ten slotte worden de persoonsgegevens niet langer bewaard dan strikt noodzakelijk.
Zoals hierboven aangegeven, hebben de AP en SURF een aantal zeer bruikbare aanbevelingen voor de inzet van proctoring gedaan aan instellingen. Ik heb instellingen opgeroepen die aanbevelingen te volgen.
In mijn eerdere brieven4 5 heb ik aangegeven dat een veilige online leer- en werkomgeving bij mij hoog in het vaandel staat. Samen met onderwijsinstellingen hebben we afgesproken dat instellingen zich blijven inzetten om het bewustzijn van studenten en docenten op het gebied van online veiligheid te vergroten. Ook nemen instellingen een aantal belangrijke stappen en maatregelen om de online veiligheid te vergroten en besteden ze extra aandacht aan veilig werken en leren op afstand in relatie tot nieuwe digitale tools.6
Ik heb geen signalen ontvangen dat het aantal fraudegevallen structureel is gestegen, sinds proctoring-software op grotere schaal wordt ingezet. Indien de instelling het vermoeden heeft dat een student fraudeert, heeft de instelling de verantwoordelijkheid om in te grijpen.
Proctoring-software kan tijdens een tentamen webcambeelden, schermopnamen, muisbewegingen, toetsaanslagen, tijdstippen en IP-adressen registreren. De registratie van deze informatie gebeurt binnen de geldende privacywetgeving.
Zie antwoord vraag 7.
Zie antwoord vraag 7.
Het is van groot belang dat studenten zo min mogelijk studievertraging op lopen in deze crisis. Daarom zijn onderwijsinstellingen met man en macht bezig om het onderwijs online en hybride aan te bieden. Het afnemen van tentamens op afstand blijft één van de grootste uitdagingen voor de instellingen. Instellingen zetten daarom meer in op privacy vriendelijke alternatieven zoals openboektentamens, mondelinge tentamens, inleveropdrachten en tentamens op locatie. In sommige gevallen zijn al deze alternatieven niet geschikt, zoals wanneer een grote groep studenten een kennistoets moeten afnemen. In dat geval kan proctoring worden ingezet, mits aan de AVG wordt voldaan.
Samen met de instellingen en studenten blijf ik in gesprek om te kijken hoe we op een veilige en verantwoorde wijze meer onderwijs op locatie kunnen realiseren.
Zie antwoord vraag 12.
Zie antwoord vraag 12.
Ik beschik niet over de precieze cijfers wat betreft het gebruik van proctoring op hoger onderwijsinstellingen.
Zoals aangegeven bij de beantwoording op vraag 2,3 en 4, bepaalt de instelling op basis van specifieke omstandigheden of het gebruik van proctoring noodzakelijk is.
Nee, instellingen registreren niet hoeveel studenten wel of niet proctoring-software installeren.
Zie antwoord vraag 16.
Onder de AVG heeft de student het recht om bezwaar te maken tegen de verwerking van zijn of haar persoonsgegevens. Specifieke omstandigheden kunnen ervoor zorgen dat inbreuk op de privacy van de student ongerechtvaardigd is. Indien de onderwijsinstelling niet kan aantonen dat de dwingende gerechtvaardigde belangen van de onderwijsinstelling zwaarder wegen dan de belangen, rechten en vrijheden van de student, moet er een passende alternatieve toetsvorm worden aangeboden die de privacybezwaren van de student in voldoende mate wegneemt.
Veel studenten hebben bij mij aangegeven dat zij het belangrijk vinden om te voorkomen dat zij studievertraging oplopen. Daarom doen instellingen er alles aan om zo goed mogelijk onderwijs, waar tentamens onderdeel van zijn, aan studenten te bieden. Zoals ik heb aangegeven bij de vragen hierboven kan het, omwille van het voorkomen van studievertraging, soms noodzakelijk zijn om proctoring te gebruiken.
Samen met de onderwijsinstellingen en studenten blijf ik verkennen hoe we meer en beter onderwijs kunnen aanbieden zodat studievertraging voorkomen wordt. Een financiële compensatie voor studenten die geen tentamens willen maken vanwege proctoring, beschouw ik daarom niet als een oplossing om studievertraging te voorkomen.
Zie antwoord vraag 19.
Zie antwoord vraag 19.
Op 28 september 2020 hebben de leden Van Raan (PvdD) en Van Esch (PvdD) schriftelijke vragen gesteld over «studenten die spionagesoftware moeten installeren om tentamens te kunnen doen». Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk, omdat voor de beantwoording nadere afstemming is vereist. Ik zal, mede namens Kajsa Ollongren (Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties), de vragen zo snel mogelijk beantwoorden.