Ingediend | 9 september 2020 |
---|---|
Beantwoord | 8 oktober 2020 (na 29 dagen) |
Indieners | Maurits von Martels (CDA), Chris van Dam (CDA) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z15893.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-360.html |
Ja.
In mijn brief van 5 juni jl.4 heb ik aangegeven dat boa’s niet standaard met geweldsmiddelen worden uitgerust, maar uitzonderingen op deze hoofdregel zijn toegestaan. Daarbij geldt ook dat de ene boa, de andere niet is. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuw besluit bewapening en uitrusting boa’s, waarin veiligheidsrisico’s meer maatgevend zullen zijn, in de besluitvorming over de bewapening van boa’s, dan nu reeds het geval is. Bewapening van boa’s zal zodanig worden uitgewerkt dat er zo min mogelijk lokale verschillen kunnen ontstaan. De nieuwe regeling zal meer dan tot op heden ruimte bieden om meer boa-specifiek te kijken naar geschikte uitrusting en geweldsmiddelen. Dat biedt de gelegenheid om te differentiëren en zo nodig af te wijken van wat voor de politie geschikt is. Per boa-domein zal duidelijk worden gemaakt welke uitrusting en geweldsmiddelen ter beschikking kunnen komen.
Boa’s werkzaam bij natuurbeheerorganisaties (ook wel groene boa’s genoemd) behoren conform de Beleidsregels boa tot domein II milieu, welzijn en infrastructuur. Deze boa’s kunnen optioneel beschikken over de volgende geweldsmiddelen: handboeien, wapenstok, pepperspray, uitschuifbare wapenstok, surveillancehond, vuurwapen.
Indien op een gemotiveerd verzoek van de werkgever positief wordt beslist kan een boa beschikken over één van de of meerdere geweldsmiddelen zoals genoemd. Bij het verlopen van de termijn voor de geweldsbevoegdheid, is het mogelijk een verzoek te doen voor de verlenging hiervan. Bij de afweging voor de verlenging zullen de toezichthouders rekening houden met de taak waarvoor de boa wordt ingezet en de omstandigheden van die taakuitvoering van de boa, zoals bijvoorbeeld de mate waarin snel een beroep kan worden gedaan op de politie en de veiligheid van de boa. Van een meer restrictief beleid dan voorheen is geen sprake. In mijn brief van 5 juni jl.5 staat dat daar waar in bestaande situaties in het verleden aan boa’s in de openbare ruimte (domein I) een wapenstok is toegekend, deze toestemming in beginsel zal worden verlengd wanneer de lokale driehoek hierom verzoekt. Het betreft dus een specifiek geweldsmiddel voor een specifieke categorie boa’s.
De veiligheid van boa’s bij de taakuitvoering staat voorop. Het algemeen uitgangspunt ten aanzien van geweldsmiddelen is dat het geweldsmonopolie behoort bij de Staat (krijgsmacht en politie). Daarom beschikken boa’s optioneel over de geweldsbevoegdheid en worden zij niet standaard toegerust met geweldsmiddelen. Echter, er zijn criteria voor het bepalen van uitzonderingssituaties waarin boa’s toch kunnen worden toegerust met een geweldsmiddel. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer boa’s minder snel kunnen terugvallen op assistentie van de politie of de aard van de werkomstandigheden dit vergt. Zie ook het antwoord bij vraag 2.
Indien daartoe aanleiding is kunnen groene boa’s volgens de geldende wet- en regelgeving nog steeds beschikken over geweldsmiddelen. Met de wijziging van de Beleidsregels boa in juli jl. is de uitschuifbare wapenstok toegevoegd aan de beschikbare geweldsmiddelen waar de groene boa aanspraak op kan maken.
Indien de taakuitvoering en werkomstandigheden van de groene boa daarom vragen kan de werkgever van de groene boa een gemotiveerd verzoek doen. Conform de geldende wet- en regelgeving voor toekenning van een geweldsmiddel, kan na positief advies van de toezichthouders, een of meerdere geweldsmiddelen worden toegekend. Hierbij zullen individuele gevallen individueel worden beoordeeld.
Zo beschikken thans meer dan 700 groene boa’s over de korte wapenstok en bijna honderd groene boa’s over een uitschuifbare wapenstok, pepperspray en een vuurwapen. Sommigen van hen beschikken daarnaast ook over een diensthond. Niet in alle gevallen zal echter worden geoordeeld dat de groene boa bewapend moet worden. Die beslissing moet telkens lokaal worden beoordeeld, waarbij nauw wordt gekeken naar de specifieke taakomschrijving en omstandigheden waarin de betreffende groene boa opereert.
In mijn brief van 5 juni 20206 heb ik aangekondigd dat wordt gewerkt aan een afzonderlijke regeling bewapening en uitrusting boa’s. Hierin zal o.a. de bewapening voor boa’s zodanig worden uitgewerkt dat er zo min mogelijk lokale verschillen kunnen ontstaan. Dit draagt bij aan meer uniformiteit. Er zal daarnaast meer ruimte worden geboden voor meer specifieke uitrusting en geweldsmiddelen per boa-domein. Hierdoor kan daar waar nodig worden gedifferentieerd. Zie ook antwoord bij vraag 1.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Van Dam en Von Martels (beiden CDA) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Bewapening boa stelselmatig afgewezen: Groene boa’s te vaak zonder bewapening het bos ingestuurd'(ingezonden 9 september 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.