Ingediend | 19 augustus 2020 |
---|---|
Beantwoord | 14 september 2020 (na 26 dagen) |
Indiener | William Moorlag (PvdA) |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA), Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z14840.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-4120.html |
Deze besmettingen zijn reden om aan te nemen dat de naar aanleiding van het vorige OMT-Z genomen maatregelen onvoldoende zijn geweest om nieuwe besmettingen op nertsenhouderijen te voorkomen. Om die reden heb ik in mijn brief van 28 augustus 2020 een aanscherping van de huidige maatregelen en enkele aanvullende maatregelen afgekondigd. De maatregelen betreffen een intensivering van de screening van bedrijven, een wachtperiode tussen het werken op twee verschillende bedrijven en een verplichting om bezoek aan het bedrijf en medewerkers die werken op het bedrijf voorafgaand te melden. Ook zal de controle en handhaving op het naleven van de genomen maatregelen worden geïntensiveerd door de NVWA.
In het OMT-Z advies van 17 juli staat dat wanneer er na half augustus nog nieuwe besmettingen onder nertsenbedrijven zouden zijn, het OMT-Z dan zal adviseren om nertsenbedrijven preventief te ruimen, mits de situatie met de verspreiding van het virus onder mensen vergelijkbaar zou zijn met half juli. Destijds was het aantal vastgestelde besmettingen onder mensen laag. Ook stelde het OMT-Z dat als de situatie met de verspreiding van het virus onder mensen in Nederland zou veranderen, dit opnieuw zou moeten worden afgewogen. Het kabinet heeft dit advies als uitgangspunt genomen. Omdat veterinaire maatregelen op grond van de Wet alleen getroffen kunnen worden ter bescherming van de dier- en volksgezondheid, is het OMT-Z om een vervolgadvies gevraagd om nader in te gaan op de risicobeoordeling in het licht van de volksgezondheid. Het OMT-Z heeft dit advies 24 augustus jl. opgesteld.
Het kabinet vraagt steeds het OMT-Z, waarin diverse onafhankelijke experts van verschillende onderzoeksinstituten deelnemen, om advies welke maatregelen genomen moeten worden. Aan deze maatregelen ligt primair de bescherming van de volksgezondheid ten grondslag. Echter dient bij iedere maatregel die genomen wordt ook rekening te worden gehouden met dierwelzijn en diergezondheid.
Preventief ruimen is volgens het OMT-Z niet de meest effectieve wijze om reservoirvorming in de nertsenhouderij te stoppen, zoals het in het advies van 24 augustus jl. heeft aangegeven. Het OMT-Z adviseert daarom een aantal preventieve maatregelen om het risico op reservoirvorming in de nertsenhouderij en daarmee aanhoudende introductie naar de humane populatie te voorkomen. Ook wordt geadviseerd om de pelsdierhouderij na het pelzen niet meer verder te laten gaan. Dit advies hebben we uitgewerkt in een versnelde beëindiging van de pelsdierhouderij. Voor meer details hierover verwijs ik naar mijn brief van 28 augustus 2020.