Ingediend | 13 augustus 2020 |
---|---|
Beantwoord | 23 september 2020 (na 41 dagen) |
Indieners | Harry van der Molen (CDA), Chris van Dam (CDA) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z14707.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-166.html |
Ja.
Jongeren vertonen vaak crimineel gedrag onder invloed van groepsdruk en groepsdynamica. De actualiteit leert dat (jeugd)groepen veelal fluïde van samenstelling zijn en dat communicatie via internet en sociale media hierin belangrijke factoren zijn. Het is moeilijk voor politie en gemeenten om goed inzicht te krijgen op de kerngroepen binnen deze steeds wisselende interacties, en daarmee ook om deze jongeren als groep te identificeren en in kaart te brengen. Wat we nu zien is dat bestaande min of meer criminele (jeugd)netwerkverbanden drillrap aanwenden om zich nadrukkelijker te profileren en gewelddadige incidenten te plegen en te ontlokken.
Vanwege het zorgelijke karakter van het wapenbezit en deze bendevorming wordt momenteel een actieplan opgesteld om het wapenbezit en -gebruik onder jongeren tegen te gaan. Hierbij wordt samengewerkt tussen het Ministerie van Justitie en Veiligheid, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Openbaar Ministerie, de politie, de jeugdreclassering, Halt, jongerenwerk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid en diverse gemeenten. Het actieplan zal zowel preventieve als repressieve acties bevatten.
Het actieplan zal naar verwachting begin november gereed zijn. De andere betrokken ministers en ik zullen uw Kamer daarover direct inlichten.
Bij de politie is het onderwerp drillrap en (mes)steekincidenten landelijk geagendeerd. Uitwisseling van actuele, operationele informatie tussen eenheden vindt plaats als sprake is van incidenten en/of problematiek die de betrokken eenheden overlapt. De politie kan op basis van haar informatie het lokale bestuur informeren. Deze informatie kan voor de burgemeester de basis vormen voor het inzetten van bevoegdheden om de openbare orde te beschermen op grond van de Gemeentewet, bijvoorbeeld als het gaat om overlast op straat. Dan bieden Algemene Plaatselijke Verordeningen vaak verschillende handvatten voor (strafrechtelijk) optreden. Dan kan het gaan om bijvoorbeeld samenscholingsverboden, tijdelijke gebiedsontzeggingen wegens overlastgevend gedrag, en alcoholverboden. Dergelijk optreden vindt plaats naast eventueel strafrechtelijk ingrijpen.
Als het gaat om de (dreiging van) rellen heeft een burgemeester verschillende opties. Zo biedt de Gemeentewet de mogelijkheid om relschoppers bestuurlijk een gebiedsverbod op te leggen. Een verbod kan eventueel worden gecombineerd met een meldplicht of een groepsverbod. Indien betrokkene het gebiedsverbod schendt, dan pleegt hij een misdrijf en kan hij direct worden aangehouden. Daarnaast kent de Gemeentewet een bestuurlijke maatregel die inhoudt dat de burgemeester een bevel kan geven aan degene die het gezag heeft over een minderjarige jonger dan twaalf, als die minderjarige herhaaldelijk in groepsverband de openbare orde heeft verstoord. Zo’n bevel kan bijvoorbeeld inhouden dat de minderjarige zich niet in een bepaald deel van de gemeente bevindt.
Meer algemeen2, maar net als gebiedsverboden in de preventieve sfeer, bestaat de mogelijkheid om bij (ernstige vrees voor) verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens een gebied als veiligheidsrisicogebied aan te wijzen waarbinnen. (preventief) fouilleren en doorzoeken van voertuigen en bagage naar wapens mogelijk wordt.
Ook kan de burgemeester – als de gemeenteraad deze bevoegdheid in de APV aan de burgemeester heeft verleend – gebieden aanwijzen voor cameratoezicht in de openbare ruimte. Dat toezicht moet noodzakelijk zijn in het belang van de handhaving van de openbare orde in het aangewezen gebied.
Elke situatie vergt een specifiek gecombineerde en passende inzet van bevoegdheden om overlast en verstoringen van de openbare orde tegen te gaan. Dit is maatwerk door de driehoek op basis van de kennis van de lokale situatie.
Ik ben op de hoogte van het onderzoek in opdracht van de gemeente Rotterdam. Deze gemeente en het Ministerie van JenV overleggen, ook samen met andere gemeenten, geregeld over de aard van de wapenproblematiek en de maatregelen om dit tegen te gaan. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 wordt momenteel gewerkt aan een actieplan tegen wapenbezit onder jongeren. Bij de totstandkoming daarvan worden alle beschikbare inzichten benut, zowel de wetenschappelijke als de praktijkervaringen van de betrokken organisaties. Bij de ontwikkeling van dit actieplan zal worden beoordeeld of nadere inzichten noodzakelijk zijn om te kunnen komen tot een adequate aanpak. Wij informeren uw Kamer op korte termijn over het actieplan.
Zie antwoord vraag 4.
De redactionele onafhankelijkheid van de omroepen is een groot goed. Het is aan de omroepen om de inhoud van hun programma’s te bepalen. Op het platform 101Barz van BNNVARA is inderdaad een video getoond van rapgroep 73 De Pijp. 101Barz biedt een podium aan hiphop-muzikanten, waarbij de muzikanten die optreden vrij zijn om de invulling van hun sessie te bepalen. BNNVARA is verantwoordelijk voor de inhoud van het programma en de redactionele keuzes die aan dit programma ten grondslag liggen. BNNVARA heeft de Minister van BVOM laten weten dat indien de redactie van 101Barz op het moment van een studio-opname of achteraf twijfelt aan intenties van de muzikant, BNNVARA kan besluiten de sessie niet langer uit te zenden. Twee video’s zijn door BNNVARA op 12 augustus 2020 offline gehaald omdat delen van deze video’s onderdeel werden van de reconstructie van een geweldsincident. Om die reden zijn de video’s op dat moment offline gehaald.
Er geldt op dit moment nog geen wettelijke verplichting tot het classificeren van online media-aanbod. Deze verplichting wordt geregeld in het wetsvoorstel ter implementatie van de audiovisuele mediadienstenrichtlijn die op dit moment in de Eerste Kamer ligt. Hoewel er op dit moment geen verplichting geldt, classificeert BNNVARA sinds 2019 een groot deel van haar online aanbod. Dit geldt ook voor het aanbod op 101Barz. BNNVARA geeft vóór de vertoning van het 101Barz-aanbod met een Kijkwijzer-icoontje een waarschuwing af over de mogelijk schadelijke inhoud van het aanbod. Daarnaast plaatst BNNVARA een in tekst uitgeschreven disclaimer voor het 101Barz-aanbod. Tot slot vraagt YouTube bij het uploaden van video’s of de content bestemd is voor kinderen; voor 101Barz geeft BNNVARA aan dat dat niet het geval is. Door deze combinatie van waarschuwingen geeft BNNVARA invulling aan zijn zorgplicht.
Hierbij deel ik u mede namens de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media dat de schriftelijke vragen van de leden Van Dam en Van der Molen (beiden CDA), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de berichten «Geweld door drillrappers verheerlijkt» en «Ingewijden: Rotterdammer (19) doodgestoken door lid Amsterdamse drillrapgroep» (ingezonden 13 augustus 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.