Ingediend | 11 augustus 2020 |
---|---|
Beantwoord | 1 september 2020 (na 21 dagen) |
Indieners | Lilian Marijnissen , Henk van Gerven |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z14621.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3970.html |
Ja.
In februari was het testbeleid gericht op personen die voldeden aan de casusdefinitie, waarin onder andere was opgenomen dat mensen met bepaalde klachten afkomstig uit bepaalde regio’s of landen met veel gevallen getest konden worden. Begin maart werd in het OMT geconstateerd dat er mogelijk een tekort aan testmaterialen zou kunnen ontstaan en op 12 maart jl. heeft het OMT geadviseerd tot een restrictief testbeleid vanwege de ervaring van veel laboratoria dat de levering van testmaterialen onzeker was als gevolg van de wereldwijde vraagexplosie. Laboratoria wilden bovendien voorkomen dat de testcapaciteit door te ruim te testen tekort zou schieten voor diagnostiek voor kritische zorg. In de loop van maart werden dankzij snelle validatie door het RIVM steeds meer laboratoria in staat gesteld te testen op het coronavirus. Op 29 maart jl. gaf de Taskforce Moleculaire diagnostiek aan dat er landelijk gesproken voldoende laboratoriumcapaciteit beschikbaar was om het testbeleid te verruimen. Daarom adviseerde het OMT op 30 maart jl. om het testbeleid per 6 april jl. te verruimen voor personeel en patiënten in alle zorgsectoren. Hierna is het testbeleid stapsgewijs verder verruimd.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Er golden in die periode andere beschermende maatregelen voor zorgverleners en patiënten. Bij koorts diende zorgpersoneel thuis te blijven, bij lichte klachten diende men tijdelijk werkzaamheden zonder patiëntencontact uit te voeren, of diende men persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen. In alle gevallen vond overleg plaats met de werkgever ter voorkoming van risico’s. Voor patiënten gold dat in zorginstellingen waar op een afdeling twee besmettingen werden
geconstateerd direct de gehele afdeling in quarantaine genomen. Verder is het onverstandig om een één op één relatie tussen het wel of niet testen en de veiligheid van zorgverleners en patiënten te leggen.
Ik kan mij niet vinden in de suggestie dat genoemde laboratoria een eventueel belang bij het uitvoeren van testen een rol hebben laten spelen in de advisering over de inzet van testcapaciteit. Ik ga er vanuit dat alle betrokken spelers zich naar eer en geweten hebben ingezet en hebben willen inzetten voor een zo adequaat mogelijke bestrijding van het virus. Ik verwacht van alle nieuwe laboratoria in Nederland die zich hebben laten valideren voor diagnostiek voor Covid-19 dat medische professionaliteit en de bereidheid om bij te dragen aan de bestrijding van de crisis voorop staat.
In het begin van de pandemie is de diagnostiek in Nederland uitgerold volgens een reeds bestaand netwerk van opschalingslaboratoria. Het netwerk is opgezet om in situaties met een initieel beperkte hoeveelheid kennis en materialen en een afwezig of beperkt aanbod van goed gevalideerde testen, toch een snelle en kwalitatief hoogstaande uitrol van de noodzakelijke diagnostische capaciteit en expertise in Nederland te faciliteren. De opschaling (uitrol van diagnostiek) gebeurt in verschillende fasen, waarbij de mate van opschaling afhankelijk is van het verwachtte beloop van een uitbraak: 1) Implementatie, validatie diagnostiek bij RIVM en een tweede centraal expertise centrum (Erasmus MC). 2) Uitrol naar de eerste ring, de zogenaamde opschalingslaboratoria. Dit waren er 13 begin maart 2020. 3) Uitrol naar overige medisch microbiologische laboratoria. Om die reden is gestart met het inzette van testen bij medisch-microbiologische laboratoria en zijn later grotere laboratoria aangesloten. Zie verder ook mijn antwoord op de vragen 2, 3 en 4.
Alle laboratoria die covid-19 diagnostiek uit willen voeren, moesten zich dus hiervoor laten valideren door het RIVM. In maart, april en mei zijn bestaande contracten tussen zorginstellingen en GGD’en en de hen bekende regionale laboratoria gebruikt voor de analyse van testen, en deze volstonden om te kunnen voorzien in de toenmalige vraag. Het Landelijk Coördinatiecentrum Diagnostische Keten coördineert sinds 1 juni jl. de toewijzing van teststromen aan de verschillende laboratoria, zodanig dat de hoeveelheid afgenomen testen vanuit GGD’en matcht met de capaciteit van de betrokken laboratoria. Inmiddels is de testvraag zodanig toegenomen dat steeds meer gevalideerde laboratoria worden benut.
Zie antwoord vraag 7.
Zie antwoord vraag 7.
Zie hiervoor mijn antwoord op vragen 2, 3 en 4.
Ik heb geen zitting in het OMT en ik kan dan ook geen uitspraken over sturing binnen het OMT doen.