Ingediend | 31 juli 2020 |
---|---|
Beantwoord | 11 augustus 2020 (na 11 dagen) |
Indiener | Lodewijk Asscher (PvdA) |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid ziekten en behandelingen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z14439.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3704.html |
De voorzitters van de veiligheidsregio’s kunnen op grond van artikel 39 Wet veiligheidsregio's en artikel 6 lid 4 Wet publieke gezondheid maatregelen treffen ten behoeve van de crisisbeheersing. Het gaat dan bijvoorbeeld om het sluiten van een locatie of het beëindigen of beperken van voorzieningen voor vervoer (in overleg met de vervoerder). Andere mogelijkheden zijn het verbinden van voorwaarden aan samenkomsten, zoals een verdere beperking van de groepsgrootte of openingstijden aanpassen of aan (categorieën van) inrichtingen, gebieden en locaties extra voorschriften stellen.
Lokale maatregelen moeten passend, noodzakelijk en proportioneel zijn ten behoeve van de bestrijding van COVID-19 en er mag geen sprake zijn van doorkruising van het rijksbeleid. De mogelijkheid om extra maatregelen te nemen past bij de lokale afweging die nodig is, omdat er grote verschillen bestaan tussen regio's in Nederland.
Het OMT herbevestigt nu het standpunt dat het hanteren van anderhalve meter afstand de beste maatregel is om verspreiding van het virus tegen te gaan. Mondkapjes kunnen de anderhalve meter afstandsregel niet vervangen. Er is op dit moment een gebrek aan eenduidig bewijs dat het verplicht gebruik van mondneuskapjes in de publieke ruimte een positief gezondheidseffect heeft. Er zijn geen empirische onderzoeksgegevens beschikbaar die betrekking hebben op gedrag van mensen tijdens een uitbraak/crisis. De experimenten die op 5 augustus zijn gestart in Amsterdam en Rotterdam kunnen bijdragen aan meer kennis over de gedragseffecten van het toepassen van mondkapjes in de praktijk.
Het OMT betrekt in haar advies wetenschappelijke inzichten en de epidemiologische aspecten en cijfermatige ontwikkelingen van het virus. Er wordt gekeken naar het aantal besmettingen, de reproductie en de (mogelijke) bron van de besmetting. Als zich daarin grote wijzigingen voordoen, zoals bijvoorbeeld een enorme stijging van vermoedelijke besmettingen in de publieke ruimte, kan dat aanleiding zijn om mogelijke maatregelen – zoals een mondkapjesplicht – te heroverwegen. Nieuwe (wetenschappelijke) resultaten en data en bijvoorbeeld ervaringen uit de genoemde experimenten kunnen ook betrokken worden in het advies van het OMT en de opvolging daarvan.
Lokale maatregelen die betrekking hebben op algemene regels die burgers moeten naleven zullen beperkt zijn. Andere lokale maatregelen, zoals het aanpassen van openingstijden van horeca behoren reeds tot de bevoegdheid van een lokale bestuurder. In de landelijke communicatie wordt gewezen op de mogelijkheid dat lokaal de mogelijkheid bestaat om aanvullende maatregelen te treffen. Het is aan de voorzitters van de veiligheidsregio’s om de lokale communicatie aan te passen op de geldende maatregelen in hun regio. Het feit dat regionale maatregelen worden getroffen die passen bij de besmettingsgraad in de regio, kan juist bijdragen aan het begrip en daarom aan het draagvlak voor de maatregelen.
Lokale maatregelen die betrekking hebben op individuele gevallen, zoals de sluiting van een horecagelegenheid, worden niet gemonitord. Maatregelen die een bredere impact hebben dan alleen de eigen regio’s zullen afgestemd moeten worden met de voorzitter(s) van de andere regio’s. Daarnaast vindt bespreking in het Veiligheidsberaad plaats. Het Rijk is hier ook aanwezig.
De initiële daling en nu een stijging van het gemiddelde aantal gevonden virusdeeltjes in rioolwater komt overeen met het afnemen en respectievelijk oplopen van het aantal besmettingen in Nederland. Dit geeft aan dat de detectie van virusdeeltjes in rioolwater representatief is voor de circulatie van het virus in de populatie en een overeenkomstig beeld geeft met de andere surveillance cijfers. Voor het huidige onderzoek kan geen signaalwaarde worden opgesteld.
Vanaf 20 juli heeft het RIVM het aantal rioolwaterzuiveringsinstallaties voor het nemen van monsters met ongeveer 50 uitgebreid naar 80. De resultaten van de opgeschaalde monitoring kunnen vanaf 18 augustus op het dashboard geplaatst worden. Omdat dan ook gerapporteerd wordt op regionaal niveau zullen landelijke verschillen beter in kaart gebracht worden en is de verwachting dat resultaten beter geduid kunnen worden. Het streven is om vanaf september rioolwater monsters van alle (>300) rioolwaterzuiveringsinstallaties te onderzoeken op de aanwezigheid van het nieuwe coronavirus.
Zie antwoord vraag 5.
Voor het najaar bereiden we ons voor op een capaciteit van 70.000 testen per dag. Voor de mate van uitbreiding van de capaciteit van bron- en contactonderzoek zijn het aantal daadwerkelijke testen en de besmettingsgraad de bepalende factoren. In de lopende opschaling van de GGD’en wordt nu rekening gehouden met een maximum van 3250fte. Bestaande uit 1250fte bij de regionale GGD’en 2000fte bij de landelijke schil. Dat komt neer op 1500 bron- en contactonderzoeken per dag met een gemiddelde duur van 8uur per bco. Naar aanleiding van de ontwikkelingen in de afgelopen week heb ik de GGD’en gevraagd te komen tot een versnelling van het opschalingsplan en mij daarover op de kortst mogelijke termijn te informeren.
De GGD’en streven ernaar dat bij wie een test aanvraagt, zo snel mogelijk (binnen 24 uur) een test wordt afgenomen. Vervolgens is het streven om zo snel mogelijk (24 uur) de uitslag terug te communiceren en zo snel mogelijk na de testuitslag te starten met het bron- en contactonderzoek.
Het kabinet heeft geen andere plannen dan in de diverse Kamerbrieven en op rijksoverheid.nl met de Kamer gedeeld zijn. Het kabinet heeft deze plannen mede gemaakt op basis van OMT-adviezen. Het RIVM heeft voor professionals, vooral die van de GGD, de LCI-richtlijn met bijlagen waarin is opgenomen welke maatregelen tegen het coronavirus kunnen worden ingezet.
Daar heb ik op ingezet.