Ingediend | 24 juli 2020 |
---|---|
Beantwoord | 4 september 2020 (na 42 dagen) |
Indieners | Gidi Markuszower (PVV), Geert Wilders (PVV) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z14313.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3997.html |
Ja, ik heb daar kennis van genomen.
Of een uiting of een handeling een strafbaar feit is betreft een juridische beoordeling, waarbij feiten en omstandigheden worden getoetst aan het Wetboek van Strafrecht en relevante jurisprudentie. Deze beoordeling wordt gemaakt door het Openbaar Ministerie.
Het OM heeft een eigenstandige bevoegdheid om strafrechtelijke vervolging in te stellen. In deze specifieke zaak is door OM en de politie samengewerkt met de Duitse rechtshandhavingsautoriteiten. Op 16 juli jongstleden heeft dit, na een door Duitsland gedaan overleveringsverzoek, geleid tot de arrestatie van J. De Nederlandstalige website van J. is inmiddels niet meer bereikbaar.
Het is aan het OM om dergelijke beslissingen te nemen, niet aan mij als Minister van Justitie en Veiligheid.
Het is aan de rechter om iemands verblijfrecht in Nederland te bepalen, niet aan mij als Minister van Justitie en Veiligheid.
Nee, ik ben van mening dat een dergelijke algemene conclusie niet kan worden getrokken op basis van een individuele casus. Ik verwijs u hierbij ook naar het antwoord op vraag 3.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Markuszower en Wilders (beiden PVV), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Neonazi Heerlen» (ingezonden 24 juli 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.