Ingediend | 23 juli 2020 |
---|---|
Beantwoord | 25 augustus 2020 (na 33 dagen) |
Indieners | Anne Kuik (CDA), Martijn van Helvert (CDA) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD), Sigrid Kaag (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (D66) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z14268.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3852.html |
Ja.
Ja daar ben ik van op de hoogte. Mensenrechten, waaronder het recht op vrijheid en recht op een eerlijke rechtsgang, staan aan de basis van open en vrije samenlevingen overal ter wereld en vormen de hoeksteen van het Nederlands buitenlandbeleid. Dit draagt Nederland internationaal uit, in multilaterale fora en bilaterale gesprekken, zo ook in gesprekken met de autoriteiten van Niger.
De Covid-19 maatregelen zetten de ruimte voor het maatschappelijk middenveld in veel landen onder druk. Het is van belang dat autoriteiten een goede, transparante afweging maken in het opleggen van restricties, met oog voor de tijdelijkheid en proportionaliteit van de maatregelen. Het recht op vrijheid van meningsuiting en de vrije ruimte voor het maatschappelijk middenveld om zich te laten horen, vormen belangrijke speerpunten in het buitenlandbeleid. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor mensenrechtenverdedigers. Nederland keurt disproportionele en willekeurige maatregelen af waarbij fundamentele rechten zoals het recht op vrijheid van meningsuiting geschonden worden en roept internationaal en via internationale partners op tot een mensenrechtenbenadering in COVID-19 maatregelen.
Het onderwerp is meermaals opgebracht in gesprekken met de autoriteiten van Niger. De Nederlands Tijdelijk Zaakgelastigde in Niamey heeft de kwestie in april 2020 aangekaart bij de mensenrechtencommissie van Niger, in samenwerking met de EU-ambassadeur te Niamey. Vervolgens heeft de Mensenrechten Commissie de zaak eind april aan de orde gesteld bij de premier van Niger, de heer Brigi Rafini. Daarna heeft de EU, mede op verzoek van Nederland, het onderwerp aangekaart tijdens de politieke dialoog met Niger in juni 2020. Tot slot is in juli 2020 de Nederlandse zorg omtrent de arrestaties en het belang van een eerlijke rechtsgang opgebracht in een gesprek met de Nigerese ambassadeur voor Nederland in Brussel. Ook is expliciet gevraagd naar de reden van gevangenhouding van de twee vakbondsleiders Moudy Moussa en Halidou Mounkaïla.
Nederland is haar portfolio in Niger nog aan het opbouwen, waarbij het opbouwen van het jeugdwerkgelegenheidsportfolio door COVID-19 enige vertraging heeft opgelopen. Naar verwachting zullen er in het vierde kwartaal van dit jaar uitvoeringscontracten voor jeugdwerkgelegenheidsprojecten worden gesloten met geïnteresseerde partijen, op basis van in de komende weken af te ronden voorbereidende studies. Hiervoor is dit jaar EUR 4 miljoen beschikbaar. Tevens is Generation Unlimited (Unicef), met financiële steun van o.a. Nederland, voornemens om EUR 4 miljoen te investeren in Niger om jeugdwerkgelegenheid te bevorderen.
Daarnaast draagt Nederland in het kader van het vakbondsmedefinancieringsprogramma via CNV Internationaal bij aan de versterking van de sociale dialoog en het tegengaan van jongerenwerkloosheid in Niger. Halidou Mounkaila is verbonden aan de Confédération Nigérienne du Travail (CNT), een vakbondspartner van CNV Internationaal in Niger. Moudy Moussa is verbonden aan de Syndicat National des Travailleurs de l'Information et de la Communication (SYNATIC). Ook deze federatie is aangesloten bij vakcentrale CNT.
Ja. Beide vakbondsleiders zijn actief betrokken bij trainingsprogramma’s van het vakbondsmedefinancieringsprogramma. Hun gevangenneming hindert de uitvoering daarvan.
Nederland heeft diplomatieke stappen ondernomen om dit onder de aandacht te brengen bij de Nigerese autoriteiten (zie ook antwoord op vraag 4). Het belang dat Nederland en de EU hechten aan het respect voor mensenrechten, veiligheid en een eerlijk proces in deze zaak is uitdrukkelijk genoemd. Nederland blijft deze kwestie nauwlettend volgen, met respect voor de onafhankelijke rechtsgang in Niger.
De op jongeren gerichte activiteiten van het vakbondsmedefinancieringsprogramma ondervinden hiervan hinder. Voor de overige programma’s waarmee Nederland Niger steunt tegen jongerenwerkloosheid geldt dit niet. Echter, juist op dit moment is het van groot belang dat de programma’s tegen jongerenwerkloosheid doorgang vinden, gezien de negatieve gevolgen van Covid-19 op de fragiele economie van Niger. Nederland zet zich er dan ook voor in om het jeugdwerkgelegenheidsportfolio dit jaar nog op te bouwen in Niger, ondanks de bovengenoemde arrestaties en de vertragingen die zijn opgelopen door COVID-19. Daarbij blijft Nederland zich uiteraard inzetten voor mensenrechten en het versterken van het maatschappelijk middenveld in Niger.