Ingediend | 6 juli 2020 |
---|---|
Beantwoord | 7 september 2020 (na 63 dagen) |
Indiener | William Moorlag (PvdA) |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA), Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | dieren landbouw voeding zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z13597.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-4033.html |
Ja.
Zie het antwoord op vraag 1 en 3 van het lid Ouwehand.
De situatie op de slachthuizen wordt dagelijks binnen de NVWA besproken. Naar aanleiding van signalen van dierenartsen die de 1,5 meter in slachthuizen niet altijd kunnen naleven en aansluitend op de signalen die de FNV heeft afgegeven, heeft het management van de NVWA, om extra voeling te houden, aan drie ervaren senior toezichthoudend dierenartsen (pluimvee, roodvlees en levend vee) gevraagd om deze signalen kwantitatief en kwalitatief te duiden. Daartoe zijn zij op 29 april een interne enquête gestart. Gelijktijdig is op 28 april een arbeidshygiënisch onderzoek uitgevoerd op zeven slachthuizen. Op basis van deze signalen en de resultaten van de interne enquête, en vooruitlopend op de definitieve uitkomst van het arbeidshygiënisch onderzoek heeft de NVWA besloten om vanaf 11 mei jl. alle dierenartsen op slachthuizen de beschikking te laten hebben over mond- en neuskapjes. Deze aanvullende persoonlijke beschermingsmiddelen alsmede ruimzichtbrillen worden gebruikt in die situaties waarin het niet mogelijk is om 1,5 m afstand te houden.
Ik heb op 20 mei jl. in het antwoord op vraag 8 van het lid Ouwehand3 geschreven: «Uit navraag bij de NVWA bleek niet dat de RIVM-richtlijnen op grote schaal niet worden nageleefd. Daar waar er wel sprake was van niet naleving van de RIVM-richtlijnen is door de NVWA handelend opgetreden.» Uit dit antwoord zou onbedoeld verondersteld kunnen worden dat de NVWA toezicht houdt op de naleving van de RIVM-maatregelen door slachthuizen. Dat is niet het geval. De NVWA gaat niet over de arbeidsomstandigheden in slachthuizen; daar gaan de slachthuizen zelf over. Ten aanzien van de arbeidsomstandigheden is de Inspectie SZW de toezichthouder. De NVWA is vanuit haar verantwoordelijkheid als werkgever verantwoordelijk dat haar toezichthouders en de officiële assistenten van de Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS) veilig hun werk kunnen doen.
Ik heb uw Kamer op 20 mei jl. eveneens gemeld dat naar aanleiding van signalen van medewerkers een arbeidshygiënisch onderzoek is gestart bij een aantal slachthuizen, en dat de NVWA in afwachting van de uitkomsten besloten heeft om alle dierenartsen op slachthuizen de beschikking te laten hebben over mondmaskers. De resultaten van de interne enquête zijn bij dit besluit meegewogen. In aansluiting hierop heeft de NVWA samen met de Inspectie SZW mede naar aanleiding van dit arbeidshygiënisch onderzoek op 23 mei jl. een brief aan de slachthuizen gestuurd waarin zij nogmaals nadrukkelijk gewezen zijn op hun verantwoordelijkheid om het werk conform de RIVM-richtlijnen uit te voeren. Vanuit haar werkgeversrol volgt de NVWA de (wetenschappelijke) ontwikkelingen en voert zij risico-inventarisaties uit. Met ingang van 24 augustus heeft de NVWA op basis van het voorzorgprincipe de draagplicht voor FFP2-maskers uitgebreid naar werkzaamheden die worden verricht in gekoelde productieomgevingen waar groepen mensen aan het werk zijn. Het gaat om werkzaamheden in koelruimtes in slachthuizen, op schepen en in de vlees-, vis-, groente- en fruitverwerkende industrie.
Zoals ik in het antwoord op vraag 1 van het lid Ouwehand heb aangegeven, betreur ik het ten zeerste als medewerkers zich in deze moeilijke omstandigheden niet of onvoldoende gehoord voelen, maar ik herken mij niet in het beeld dat de NVWA onverschillig of nalatig heeft geopereerd.
De interim Inspecteur-generaal hecht aan een veilige werkrelatie. De teamleider is het primaire en meest nabije in de eerste plaats het aanspreekpunt voor medewerkers. Ook tijdens de coronacrisis voorzien de teamleiders de medewerkers van periodieke updates met betrekking tot de werkomstandigheden. Indien er een verschil van inzicht bestaat tussen de medewerker en de teamleider, dan kan geëscaleerd worden naar het naast liggende hogere management. Indien een medewerker behoefte heeft aan hulp of ondersteuning bij het bespreekbaar maken van signalen of een verschil van opvatting dan is desgewenst de hulp van een vertrouwenspersoon beschikbaar.
Het management van de NVWA heeft in de loop van de coronacrisis diverse maatregelen genomen om haar medewerkers te beschermen. Ik verwijs u ook naar mijn antwoord op vraag 1 van het lid Ouwehand. Daarbij is er voortdurend onderling contact geweest tussen medewerkers en management. Het management van de NVWA heeft een dagelijks overleg met twee afdelingshoofden en drie ervaren senior toezichthoudend dierenartsen (pluimvee, roodvlees en levend vee) ingericht, naast het managementoverleg om de signalen te bespreken en om de verbinding te versterken. Het management heeft in instructies voorzien voor werknemers over welke maatregelen zij zelf moeten nemen, werkinstructies gewijzigd en beleid gemaakt over hoe te handelen in onveilige situaties.
Naast de interne mogelijkheden om signalen bespreekbaar te maken, hebben ook de NVWA-medewerkers de mogelijkheid extern bij de Inspectie SZW een melding te doen als zij vinden dat er in onveilige omstandigheden moet worden gewerkt. De Inspectie SZW heeft, om het doen van meldingen in relatie tot corona specifieke risico’s te faciliteren een speciaal meldingenformulier en -proces ontwikkeld. De Inspectie SZW zal per geval bekijken wat met de melding kan worden gedaan. Dit kan bijvoorbeeld door het uitvoeren van een inspectie ter plekke.
Ja. In het begin van de coronacrisis heeft het kabinet de voedselvoorziening aangewezen als vitale sector. Om de voedselzekerheid en voedselveiligheid te garanderen moeten toezichthouders van de NVWA en officiële assistenten van de Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS) hun werkzaamheden in slachthuizen kunnen uitvoeren. De NVWA is verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden voor deze medewerkers vanuit haar verantwoordelijkheid als werkgever. Vanuit deze rol heeft het management van de NVWA zo veel als mogelijk gedaan om te zorgen dat medewerkers van de NVWA en KDS veilig hun werk kunnen doen.
Zoals aangegeven in antwoorden op Kamervragen van de leden Moorlag en Gijs van Dijk (kenmerk 2020D29113)) is het aan de voorzitter van de veiligheidsregio in het kader van infectieziektebestrijding om per geval de meest geëigende (beheers)maatregelen te nemen. Dat betekent in de praktijk dat op basis van de geconstateerde situatie in enkele gevallen besloten is een bedrijf tijdelijk stil te leggen terwijl dat in andere gevallen niet noodzakelijk was. Ik constateer dat er door economische overwegingen een grote druk staat op het productiesysteem en het slachtproces, maar in alle gevallen was het belang van de volksgezondheid leidend.