Ingediend | 17 juni 2020 |
---|---|
Beantwoord | 28 september 2020 (na 103 dagen) |
Indieners | Jan de Graaf (CDA), Eppo Bruins (CU) |
Beantwoord door | Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z11332.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-204.html |
Ja, ik ben bekend met het bericht.
Nee, ik heb, eveneens via de media, vernomen dat er op het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport van Curaçao een interne memo is opgesteld over mogelijke toekomstige bezuinigingen, maar dat er nog niets is beslist. Daarbij is ook vermeld dat Minister-President en interim- Minister van onderwijs Rhuggenaath de onrust betreurt die er in de samenleving over de inhoud van het memo is ontstaan.
Er is geen sprake van een gevolg van de eisen die het Nederlandse kabinet gesteld heeft aan de regering van Curaçao in het kader van de verleende steun. Nederland heeft aangegeven dat het totale pakket arbeidsvoorwaarden van alle medewerkers in de (semi)publieke sector (incl. overheidsbedrijven en publiek gefinancierde stichtingen en overige instellingen die voor minimaal 50 procent gefinancierd worden vanuit de begroting) met 12,5 procent dient te worden verlaagd. De precieze invulling hiervan is echter aan het land Curaçao zelf.
Ik deel uw mening over het belang van goed onderwijs in de Caribische landen. Dit is absoluut noodzakelijk om de samenlevingen weerbaar te maken en kinderen een toekomst te geven. Onderwijs maakt dan ook nadrukkelijk onderdeel uit van de landspakketten waar ook met Curaçao over gesproken wordt. De door Nederland voorgestelde hervormingen in het onderwijs starten met een gedegen, gezamenlijke doorlichting van de huidige staat van het onderwijs, waarbij ook gekeken zal worden naar de governance en de financiering. Op basis van de uitkomsten van deze doorlichting zal vervolgens met de landen bezien worden welke maatregelen nodig zijn.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
Hierbij deel ik u mede dat de aan mij en Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media gestelde vragen van de leden Bruins en Van der Graaf (beiden ChristenUnie) over het bericht «Onderwijs is failliet» (ingezonden op 17 juni 2020), met kenmerk 2020Z11332, niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.