Ingediend | 9 juni 2020 |
---|---|
Beantwoord | 16 juli 2020 (na 37 dagen) |
Indiener | Ronald van Raak |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid terrorisme |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z10445.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3535.html |
Zoals reeds beschreven in Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) 45 gaan de volgelingen van de Saoedische geleerde Ahmed Umar al-Hazimi sneller over tot verkettering van andere moslims dan andere jihadisten. In die zin zijn zij extremer dan jihadisten die georiënteerd zijn op ISIS. Dat wil echter niet zeggen dat er ten opzichte van ISIS-aanhangers een hogere geweldsdreiging van Hazimi-aanhangers uitgaat.
De lokale, persoonsgerichte aanpak wordt ingezet wanneer er sprake is van radicalisering of extremistische uitingen door individuen. In casusoverleggen wordt een inschatting gemaakt van de risico’s en worden handelingsperspectieven en interventies met verschillende (lokale en landelijke) partners afgestemd en ingezet. Er is daarbij ook aandacht voor de specifieke ideologie die iemand aanhangt. Dit is ook het geval indien een persoon de Hazimi-ideologie aanhangt.
In DTN 45 is gesteld dat het aantal volgelingen van sheikh al-Hazimi in Nederland wordt geschat op enkele tientallen personen. Voor zover mij bekend is dat aantal sindsdien redelijk stabiel gebleven.2
Het DTN rapporteert periodiek over ontwikkelingen in de dreiging en er verschijnen regelmatig openbare publicaties van de AIVD en/of NCTV over verschillende fenomenen, bijvoorbeeld over Nederlandse jihadistische vrouwen en minderjarigen bij ISIS. Lokale adviseurs van de NCTV attenderen lokale overheden op deze publicaties en ondersteunen lokale casusoverleggen met kennis en expertise. Voor advies en eventuele vragen kunnen de lokale overheden terecht bij de NCTV of andere (landelijke en/of lokale) organisaties met expertise, zoals het Landelijk Steunpunt Extremisme.
Binnen detentie worden gemeenten reeds betrokken bij het opstellen van een re-integratieplan waarin wordt ingezet op deradicalisering. Dit wordt vormgegeven binnen een Multidisciplinair Afstemmingsoverleg Resocialisatie (MAR) van Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) waar de betrokken gemeente en Reclassering vaste partners zijn. Na detentie wordt de betrokkene vanuit het lokale casusoverleg onder regie van de gemeente met diverse zorg- en veiligheidspartners gemonitord en het re-integratieplan verder vormgegeven. Een lokaal adviseur van de NCTV kan een gemeente hierin adviseren.
Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van februari 2019 over de aanpak van radicalisering in Arnhem, legt de burgemeester verantwoording voor de lokale aanpak van radicalisering af aan de gemeenteraad4. De burgemeester van de gemeente Arnhem heeft de aanpak in Arnhem in 2019 extern laten evalueren5. Al met al heeft Arnhem volgens de onderzoekers van de Universiteit Utrecht een krachtige uitgangspositie en kan van daaruit haar radicaliseringsaanpak verder versterken.
Zoals toegelicht in de rapportage integrale aanpak terrorisme6, spelen gemeenten als bevoegd gezag voor openbare orde en veiligheid een cruciale rol in het tegengaan van radicalisering en het reduceren van dreiging die uit kan gaan van extremistische personen. Het Rijk draagt een landelijke verantwoordelijkheid voor het functioneren van de gehele aanpak op extremisme en terrorisme en voor de samenwerking tussen betrokken ketenpartijen. Het Rijk ondersteunt gemeenten actief met als doel ze te versterken in hun regierol richting partners, op een wijze die recht doet aan de lokale situatie. Hierbij wordt specifiek geïnvesteerd in het ontsluiten van kennis en kunde, zodat lokale verschillen in de aanpak niet ontstaan uit willekeur, maar door de toepassing van maatwerk in de lokale context. De afgelopen jaren zijn gemeenten waar de problematiek het meest speelt intensief ondersteund, onder andere met zogenoemde versterkingsgelden. De aangevraagde activiteiten passen binnen de beleidsvisie van mijn departement en het daaruit voortvloeiende bestedingskader. Momenteel wordt de huidige nationale contraterrorisme strategie (2016–2020) geëvalueerd, zodat de inzichten hieruit meegenomen kunnen worden in de gedachtevorming voor de nieuwe strategie. De persoonsgerichte aanpak maakt onderdeel uit van deze evaluatie.
Nee, er zijn op dit moment geen instanties of stichtingen bekend die bestuurd worden door aanhangers van de Hazimi-stroming en die het Hazimi-gedachtegoed uitdragen. De aanhangers van deze stroming zijn veelal online actief.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Raak (SP), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat er een dreiging is van een extreme tak van IS (ingezonden 9 juni 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.