Ingediend | 3 juni 2020 |
---|---|
Beantwoord | 19 juni 2020 (na 16 dagen) |
Indiener | Sadet Karabulut |
Beantwoord door | Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z09975.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3225.html |
Ja.
Het kabinet hecht belang aan onafhankelijk en gedegen onderzoek zoals ook is aangegeven in de kamerbrief betreffende de reactie van het kabinet op het VN Gaza rapport van 13 maart 2019 (Kamerstuk 23 432, nr. 473). Daar onderschrijft het kabinet het belang dat Israël inhoudelijk reageert op de diverse kwalificaties in het rapport van de Commission of Inquiry (CoI) van 28 februari 2019, en een eigen inhoudelijke appreciatie geeft van de gebeurtenissen, gezien de ernst van de conclusies in het VN rapport over de incidenten. Het kabinet heeft sindsdien bij verschillende gelegenheden Israël opgeroepen om alle incidenten waarbij slachtoffers zijn gevallen te onderzoeken, overeenkomstig internationale standaarden. Bij mijn recente kennismakingsgesprek met de nieuwe Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken Ashkenazi heb ik wederom gevraagd naar de stand van zaken van de onderzoeken.
Het kabinet doet regelmatig navraag bij het Israëlische Military Advocate General’s Office(MAG) naar de voortgang van dit onderzoek. Het MAG heeft bevestigd dat het strafrechtelijk onderzoek nog steeds gaande is en dat er derhalve nog geen uitspraak is. Lopende het onderzoek doet het MAG geen verdere uitspraken over deze zaak. Het kabinet volgt de voortgang van dit onderzoek en andere onderzoeken nauwlettend.
Het kabinet begrijpt de zorg dat de onderzoeken lang duren en het is te betreuren dat nabestaanden daardoor lang moeten wachten op uitsluitsel. Het kabinet volgt de voortgang van de onderzoeken nauwlettend en blijft aandringen op transparant en gedegen onderzoek. Het kabinet heeft ook in de Kamerbrief van 13 maart 2019 aangegeven dat de lange duur van de lopende onderzoeken vragen oproept over welke bescherming en preventieve werking om andere slachtoffers te voorkomen hiervan uitgaat. Dit is herhaaldelijk met de MAG besproken.
Zie antwoord vraag 4.
Zie het antwoord op vraag 2 en 3
Zie ook het antwoord op vraag 2. Zolang de onderzoeken naar de voorgenoemde gebeurtenissen niet zijn afgerond blijft Nederland er bij Israël op aandringen gedegen en onafhankelijk onderzoek te verrichten naar incidenten en gebeurtenissen waarbij slachtoffers zijn gevallen, overeenkomstig internationale standaarden.