Kamervraag 2020Z08866

Het niet naar behoren beantwoorden van Kamervragen

Ingediend 18 mei 2020
Beantwoord 8 juni 2020 (na 21 dagen)
Indiener Ronald van Raak
Beantwoord door Ank Bijleveld (minister defensie) (CDA)
Onderwerpen bestuur parlement
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z08866.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3058.html
  • Vraag 1
    Bent u bereid om per vraag die ik u heb gesteld over de betrokkenheid van Nederland bij spionageoperatie «Rubicon» en afluistergenootschap «Maximator» aan te geven of u bij de beantwoording een beroep doet op het belang van de staat en een motivering te geven waarom u de informatie niet zou kunnen verstrekken en daarbij in ieder geval per vraag aan te geven welke argumenten u hebt om een beroep te doen op het belang van de staat, aan te geven welke risico’s eventueel verbonden zouden zijn met het verstrekken van deze informatie en welke schade u verwacht dat het gevolg zou zijn van de beantwoording van de vraag?1

    Er is bij de beantwoording van de door u gestelde vragen geen sprake van een beroep op het belang van de staat als bedoeld in artikel 68 van de Grondwet, omdat er geen sprake is van het weigeren van verstrekking van informatie. Bij de verstrekking van informatie aan het parlement waar het gaat om de taakuitvoering van de diensten wordt het uitgangspunt «openbaar, tenzij ...» gehanteerd. Het is inherent aan de taakuitvoering van de diensten dat omtrent bepaalde aangelegenheden vanwege het staatsgeheime karakter slechts vertrouwelijk mededeling kan worden gedaan. Door uw Kamer is voor dit doel de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) ingesteld, die onder beding van geheimhouding parlementaire controle uitvoert op de geheime aspecten van de taakuitvoering van de diensten.2


Kamervraag document nummer: kv-tk-2020Z08866
Volledige titel: Het niet naar behoren beantwoorden van Kamervragen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20192020-3058
Volledige titel: Antwoord op de vraag van het lid Van Raak over het niet naar behoren beantwoorden van Kamervragen