Kamervraag 2020Z07560

De gevaren van de coronabesmettingen bij nertsenfokkerijen

Ingediend 28 april 2020
Beantwoord 4 juni 2020 (na 37 dagen)
Indieners Frank Futselaar , Esther Ouwehand (PvdD), Laura Bromet (GL)
Beantwoord door Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU)
Onderwerpen dieren landbouw
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z07560.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3022.html
  • Vraag 1
    Klopt het dat Nederland het eerste land ter wereld is met een uitbraak van het coronavirus onder fokdieren in de veehouderij?

    Nederland is het eerste land in de wereld met besmetting bij nertsen.

  • Vraag 2
    Hoeveel nertsen zijn er in totaal besmet met het coronavirus bij de twee nertsenfokkerijen in Noord-Brabant?

    Niet alle dieren worden onderzocht en daarom kunnen wij het precieze aantal besmette dieren niet geven. Het is van belang om te weten hoe de ziekte zich op het bedrijf ontwikkelt en daarom is er een aanvullend onderzoek gestart. Het hele onderzoek is begin juli afgerond.
    In totaal zijn er nu negen locaties (van 6 bedrijven) met nertsen besmet, zoals wij uw Kamer per brief op 3 juni hebben laten weten. Wij verwijzen ook naar de antwoorden op de vragen van lid Moorlag.

  • Vraag 3
    Wat gebeurt er met de dieren op bedrijven waar corona is aangetroffen?

    Op 3 juni heeft het OMT-Z een advies uitgebracht over besmette bedrijven. Wij verwijzen voor dit advies en ons beleid ten aanzien van deze locaties naar de brief van 3 juni.

  • Vraag 4
    Kunt u verzekeren dat in het geval van ruiming van nertsenhouderijen er daarna geen nieuwe nertsen meer geplaatst zullen worden in deze stallen?

    Nee, dat is nu niet mogelijk. Wel onderzoeken wij of en zo ja hoe een stoppersregeling eventueel mogelijk is. Wij verwijzen voor details naar onze brief van 3 juni.

  • Vraag 5
    Realiseert u zich dat er nog altijd een tekort is aan persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s), en dat er nog altijd niet genoeg PBM’s beschikbaar zijn om zorg- en thuiszorgmedewerkers de bescherming te bieden die zij nodig hebben bij hun werk?

    Door goede afspraken te maken met leveranciers, heeft het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) grote hoeveelheden persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) ingekocht. Door uitbreiding van het aantal vluchten, verwacht het LCH de komende weken een constante aanvoer van PBM. Op dit moment kan het LCH met de huidige voorraad in Nederland voorzien in de v raag die zorginstellingen bij het LCH hebben gemeld. De Minister voor MZS heeft bij een aantal koepels uit de medisch specialistische zorg, de huisartsenzorg en de langdurige zorg is nagevraagd wat hun beeld is van de beschikbaarheid van PBM. Zij geven aan dat er de laatste weken geen signalen meer zijn van tekorten aan mondneusmaskers.

  • Vraag 6
    Hoe moet het advies voor persoonlijke bescherming op nertsenfarms in het licht van deze schaarste worden uitgelegd? Betekent dit dat het advies voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen niet kan c.q. zal worden opgevolgd, of betekent dit dat er door de nertsenfokkerij PBM’s aan de toch al schaarse voorraad zullen worden onttrokken ten koste van de zorg?

    De nertsenfokkerij kan via de markt aan PBM’s komen. Vanwege de mogelijke besmettingsrisico’s, heb is het LOT-C gevraagd om de specifieke nertsenhouders waarbij SARS-CoV-2 is vastgesteld, te helpen met het vinden van een aanbieder van PBM’s. Omdat de keten rondom deze nertsenbedrijven is stilgelegd, en transport van de nertsen en mest niet plaats vindt, zijn de aantallen PBM’s die de fokkerij nodig heeft zeer beperkt in aantal.
    Inmiddels is op 3 juni besloten om nertsen op besmette nertsenbedrijven te ruimen. Op besmette bedrijven blijft het advies aan medewerkers om in de stallen persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken conform het advies van RIVM en GGD totdat de dieren zijn geruimd en de NVWA heeft aangegeven dat het risico op besmetting niet langer aanwezig is. Op deze wijze kunnen medewerkers voldoende beschermd hun werk op deze bedrijven blijven uitvoeren.

  • Vraag 7
    Welke sanctie staat er op het niet naleven van de door u afgekondigde meldplicht door nertsenfokkers?

    Het niet naleven van de meldplicht is een economisch delict op grond van de Wet op de economische delicten. Het plegen van dit economisch delict kan worden gesanctioneerd met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren, een taakstraf of geldboete van de vijfde categorie (€ 87.000) als sprake is van een misdrijf (opzet) en met hechtenis van ten hoogste een jaar, een taakstraf of geldboete van de vierde categorie (€ 21.750) als sprake is van een overtreding (geen opzet). Het gaat hier om de maxima voor de sancties. Het is aan de officier van justitie om in een concreet geval te bezien welke strafvorderingseis binnen deze maxima het beste recht doet aan de situatie.
    Het niet voldoen aan de meldplicht wordt gezien als een ernstige zaak. Hierover wordt door de NVWA een proces-verbaal opgemaakt dat aan het Openbaar Ministerie wordt verstrekt.

  • Vraag 8
    Hoe gaat u precies toezien op de naleving van deze meldplicht?

    De meldplicht richt zich tot drie partijen: de houder zelf, de betrokken dierenarts en het onderzoekslaboratorium. Door de meldplicht bij die drie verschillende partijen te beleggen wordt de kans vergroot dat de NVWA van de verschijnselen op de hoogte wordt gebracht. De NVWA heeft de bevoegdheid om toezicht te houden op de meldplicht.

  • Vraag 9
    Kunt u bevestigen dat er in totaal nog 807.500 nertsen worden gebruikt in de nertsenhouderij in Nederland?

    In 2019 werden in Nederland 807.500 moederdieren gehouden (CBS, 2019). De CBS-gegevens over 2020 zijn nog niet beschikbaar.

  • Vraag 10
    Kunt u bevestigen dat alle moederdieren tussen nu en eind mei moeten bevallen van 5 tot 6 jongen, waardoor er over een maand 4 tot 4,8 miljoen nertsen zullen zijn?1

    Moederdieren werpen gemiddeld in deze periode circa 6 pups. Dat betekent inderdaad dat het aantal dieren in deze periode toeneemt tot de gebruikelijke bedrijfsomvang in de rest van het jaar. In 2020 zullen naar verwachting minder moederdieren worden gehouden dan vorig jaar, doordat bedrijven hebben besloten om vanwege de slechte opbrengstprijzen minder of geen dieren aan te houden.

  • Vraag 11
    Is het waar dat er in 2019 («projectmatig») geen inspecties in de nertsenhouderij zijn uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)? Zo nee, hoe zit het dan en wat bedoelt de NVWA met «projectmatige» inspecties?2

    De NVWA bedoelt met projectmatige inspecties vooraf geplande inspecties. Het klopt dat er in 2019 geen projectmatige inspecties in de nertsenhouderij op de Wet verbod pelsdierhouderij of de Wet dieren en het Besluit houders van dieren hebben plaatsgevonden. Een bezoek naar aanleiding van meldingen valt niet onder projectmatige inspecties.

  • Vraag 12
    Hoeveel inspecties zijn er in 2020 tot nu toe uitgevoerd op nertsenfokkerijen door de NVWA? Kunt u beschrijven om wat voor soort inspecties het ging en wat daarbij is aangetroffen?

    Er zijn in 2020 tot nu toe door de NVWA geen inspecties uitgevoerd op nertsenhouderijen.

  • Vraag 13
    Kunt u bevestigen dat wetenschappers waarschuwen dat bepaalde diersoorten een nieuw reservoir kunnen vormen voor het coronavirus, waardoor het virus op een later moment voor een nieuwe besmettingsgolf kan zorgen?3

    Zoals eerder aangegeven zijn er op dit moment geen aanwijzingen dat dieren een rol spelen in de verdere verspreiding van SARS-CoV-2 tussen mensen, maar diverse recente onderzoeken hebben laten zien dat dieren wel met het virus kunnen worden besmet. Inmiddels is ook bekend geworden dat het aannemelijk is dat medewerkers van twee besmette bedrijven zijn geïnfecteerd door een nerts. Met het oog op de bescherming van de volksgezondheid vinden wij het van belang om meer inzicht te krijgen in infecties bij dieren om te bepalen of dieren een reservoir zouden kunnen zijn van SARS-CoV-2, wat van belang is als SARS-CoV-2 bij mensen niet meer circuleert. Er wordt uit voorzorg onderzoek verrichten naar de mogelijke rol van dieren in relatie tot de volksgezondheid. Hiervoor verwijzen wij ook naar ons antwoord op vraag 3 van lid Moorlag (PVDA, onder nummer 2020Z07557).
    Verder verwijzen wij naar de brief van 3 juni waarin wij specifiek ingaan op het beleid wat betreft besmette nertsenbedrijven.

  • Vraag 14
    Kunt u bevestigen dat onderzoek heeft uitgewezen dat fretten vatbaar zijn voor COVID-19?

    Nederlandse onderzoekers hebben aangetoond dat fretten elkaar zonder direct contact via de lucht kunnen besmetten. Daarover is uw Kamer in de brief van 22 april jl. (Kamerstuk 28 286, nr. 1088) bericht.

  • Vraag 15
    Kunt u bevestigen dat Nederlandse onderzoekers aantoonden dat fretten elkaar zonder direct contact efficiënt via de lucht kunnen besmetten?4

    Ja, zie ook het antwoord op vraag 14.

  • Vraag 16
    Kunt u bevestigen dat nertsen nauw verwant zijn aan fretten?

    Fretten en nertsen zijn nauw aan elkaar verwant, ze behoren beide tot de familie van de marterachtigen (Mustelidae). Zie de brief van 22 april jl. (Kamerstuk 28 286, nr. 1088).

  • Vraag 17
    Erkent u dat de fokkerij van nertsen hierdoor een enorm risico vormt op het voortduren en mogelijk zelfs het verergeren van de coronacrisis?

    Er is onderzoek uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in de verspreiding van het virus tussen de dieren, naar mensen op de bedrijven en naar de omgeving zoals is aangegeven in de brief van 15 mei (Kamerstuk 28 286, nr. 1091) en 19 mei jl. De deskundigengroep dierziekten heeft de resultaten van dit onderzoek op 29 mei geduid. Op 3 juni hebben een OMT-Z en een BAO-Z geadviseerd over de risico’s van besmette nertsenbedrijven.
    Wat betreft ons beleid ten aanzien van besmette nertsenbedrijven verwijzen wij naar de brief van 3 juni.

  • Vraag 18
    Gaat u de fok van nertsen uit voorzorg stilleggen in het belang van de gezondheid van mens en dier? Zo nee, waarom niet?

    Zoals beschreven in de brief van 3 juni bekijkt het kabinet of en zo ja hoe een vrijwillige stoppersregeling kan worden vormgegeven.

  • Vraag 19
    Gaat u de ingangsdatum van het nertsenfokverbod van 1 januari 2024 vervroegen in het belang van de gezondheid van mens en dier? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 18.

  • Vraag 20
    Kunt u deze vragen één voor één en zo spoedig mogelijk beantwoorden, doch uiterlijk voor de eerstvolgende persconferentie van het kabinet over de coronacrisis?

    Wij zullen deze vragen zo snel mogelijk beantwoorden. Doordat de ontwikkelingen op de nertsenbedrijven elkaar in hoog tempo opvolgen hebben wij echter de antwoorden gaandeweg moeten aanpassen waardoor de beantwoording enige vertraging heeft opgelopen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2020Z07560
Volledige titel: De gevaren van de coronabesmettingen bij nertsenfokkerijen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20192020-3022
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Ouwehand, Bromet en Futselaar over de gevaren van de coronabesmettingen bij nertsenfokkerijen