Ingediend | 6 april 2020 |
---|---|
Beantwoord | 15 april 2020 (na 9 dagen) |
Indieners | Maarten Hijink , Lilian Marijnissen |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z06222.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-2466.html |
Ik betreur de overlijdens als gevolg van COVID-19. Het totaal aantal is groter dan de RIVM cijfers die het RIVM publiceert, dat leggen we ook uit bij de publicatie van die cijfers. Deze bevatten immers alléén de overlijdens waarvan zekerheid is dat deze het gevolg zijn van COVID-19.
Voor de beantwoording van deze vragen verwijs ik u naar de beantwoording van de Kamervragen van de Kamerleden Hijink (SP) en Marijnissen (SP) over de berichtgeving dat het sterftecijfer door het coronavirus hoger is dan eerder gemeld (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2381, Kamerstuk 25 295, nr. 219) die op 7 april jl. naar uw Kamer zijn gegaan.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Voor de effectiviteit van de ingezette maatregelen kijken we naar de belasting op de zorg en naar de bescherming van onze kwetsbaren. Daarbij zijn sterftecijfers, maar vooral de trend daarin, van groot belang. Daarnaast is het ook van belang waar deze verhoogde sterfte voorkomt en hoe we deze kunnen voorkomen.
We zien goede vorderingen bij de belasting van de zorg, maar het beschermen van onze kwetsbaren vergt extra inspanning. Daar blijven we de komende periode versterkt op inzetten.
Zie antwoord vraag 6.
Voor een toelichting op (de verruiming van) het testbeleid verwijs ik u naar mijn Kamerbrief van 7 april jl.3
Zie antwoord vraag 8.
Ik heb u de beantwoording zo snel mogelijk doen toekomen, binnen de ruimte die er in deze periode is.