Ingediend | 31 maart 2020 |
---|---|
Beantwoord | 28 april 2020 (na 28 dagen) |
Indiener | John Kerstens (PvdA) |
Beantwoord door | Martin van Rijn (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z05853.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-2606.html |
Ja.
In de brief (Kamerstuk 29 282, nr. 831) van 8 oktober jl. heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer reeds geïnformeerd over de redenen waarom het wetsvoorstel voor de regieverpleegkundige definitief niet zal worden ingediend. Uit de verkenning door de heer Rinnooy Kan bleek het draagvlak voor de uitwerking en de overgangsregeling zoals die er lag bij de verpleegkundige beroepsgroep onvoldoende. Dat is de voornaamste reden geweest om het wetsvoorstel niet in te dienen. In de gesprekken die partijen hierover met de heer Rinnooy Kan hebben gevoerd bleek dat deze partijen behoefte hadden om gezamenlijk te bezien hoe het vraagstuk rondom functiedifferentiatie, los van een wettelijke regeling, vorm gegeven zou kunnen worden. De gesprekken hierover tussen deze partijen lopen en zijn nog niet afgerond. Tegen die achtergrond kan ik mij voorstellen dat de vragen van verpleegkundigen over functiedifferentiatie nog steeds relevant zijn.
Zie antwoord vraag 2.
Ik heb kennisgenomen van het Facebookbericht waar u op doelt.
Zoals verwoord bij de beantwoording van vraag 2 en 3 is het gesprek over de invulling van functiedifferentiatie belegd bij vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers. In algemene zin geldt dat het werkgevers vrij staat om, in samenspraak met de medezeggenschap, ontwikkelingen binnen hun functiegebouw te verkennen en wijzigingen door te voeren. Dat gebeurt al jaren in verschillende vormen, onder andere via proeftuinen. Ik ga er daarbij van uit dat werkgevers hun werknemers nauw betrekken bij de ontwikkelingen van het functiegebouw.
De raad van bestuur van het Franciscus Gasthuis & Vlietland meldde mij dat het besluit om door te gaan met verpleegkundige functiedifferentiatie in lijn is met het standpunt van de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ). Meer specifiek wordt door het Franciscus Gasthuis & Vlietland de Verpleegkundige adviesraad en de ondernemingsraad betrokken in de proeftuinen, in de informatieverstrekking en is er mogelijkheid tot het geven van input, het stellen van vragen en het geven van advies. Het voorstel zelf komt rechtstreeks uit de bevindingen vanuit een pilotfase met de betrokkenheid (afvaardiging) van verpleegkundigen. Volgens het Franciscus Gasthuis & Vlietland is het geenszins de bedoeling geweest om commotie te veroorzaken.
Zie antwoord vraag 5.
Zoals eerder aangegeven loopt het gesprek over functiedifferentiatie tussen vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers. De overheid heeft hier geen directe rol in, zoals aangegeven in de brief van 8 oktober jl. Ik zal dan ook geen beroep doen op ziekenhuisdirecties om de trajecten over functiedifferentiatie in de ijskast te zetten. Desalniettemin ga ik ervan uit dat zorginstellingen taken prioriteren in deze tijd van crisis. Momenteel ligt alle aandacht van werkgevers en werknemers bij de corona maatregelen.
Ik heb mijn best gedaan om deze Kamervragen op een zo kort mogelijke termijn te beantwoorden.