Ingediend | 31 maart 2020 |
---|---|
Beantwoord | 15 april 2020 (na 15 dagen) |
Indiener | John Kerstens (PvdA) |
Beantwoord door | Martin van Rijn (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | economie organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z05844.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-2467.html |
Ja.
Inmiddels hebben zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten allemaal hun maatregelen bekend gemaakt om zorgaanbieders te ondersteunen gedurende de coronacrisis.
Ik heb uw Kamer op 31 maart jl. geïnformeerd over de maatregelen die gemeenten en zorgkantoren hebben genomen, bij mijn antwoord op vragen van het lid Kerstens over het door gemeenten en zorgverzekeraars (niet) doorbetalen van zorgaanbieders die als gevolg van de coronacrisis bijvoorbeeld geconfronteerd worden met «afbestelde» zorg en ondersteuning.
Intussen hebben zorgverzekeraars afspraken gemaakt met zorgaanbieders over het sneller declareren en uitbetalen van declaraties voor verleende zorg. Daardoor worden in de maand april honderden miljoenen versneld aan de sector uitbetaald, waarmee een bijdrage is geleverd aan voldoende liquiditeit.
In hun brief van 5 april jl. hebben zorgverzekeraars de zorgaanbieders in meer detail geïnformeerd over de continuïteitsbijdrage–regeling die zij hebben ingesteld2. Deze regeling staat open voor alle zorgaanbieders (met of zonder zorgcontract) die zorg verlenen die op dit moment valt onder de basisverzekering of de aanvullende zorgverzekering onder de in de bijlage bij de brief genoemde voorwaarden3. Zorgverzekeraars streven ernaar dat zorgaanbieders vanaf begin mei een continuïteitsbijdrage kunnen aanvragen. Deze wordt als betaaltitel vastgesteld door de NZa. De uitwerking daarvan vindt nu plaats. De regeling start per 1 maart en loopt tot en met 30 juni. Indien zorgverzekeraars dat noodzakelijk achten, kunnen zij deze regeling verlengen. Er zijn echter ook zorgaanbieders die niet kunnen wachten tot betaling in mei, omdat ze al eerder in financiële problemen komen. Voor hen is een vooruitbetalingsregeling getroffen onder de in de brief genoemde voorwaarden.
Indien nodig, kan een aanbieder ook terecht bij zijn bank. De bank kan een mogelijkheid bieden tot opschorten van een aflossing voor zes maanden. Wanneer zicht is op een continuïteitsbijdrage zal de bank overwegen of een kredietuitbreiding, bijvoorbeeld via een tijdelijke overstand op de rekening, verantwoord is.
De continuïteitsbijdrage-regeling is voorliggend. Zorgaanbieders die in aanmerking komen voor deze regeling kunnen daarom geen aanspraak maken op de Rijksregelingen in het kader van de coronacrisis, behalve voor het deel omzetdaling dat mogelijk resteert na aftrek van de continuïteitsbijdrage (bijvoorbeeld het deel van de omzet dat vergoed wordt via eigen betalingen door de verzekerden). Voor dat deel omzetdaling kunnen zorgaanbieders – indien zij voldoen aan de voorwaarden – in aanmerking komen voor de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO) en de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS)4. Hierdoor kan ongewenste dubbeling van financiële steun worden voorkomen.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
In hun brief van 25 maart jl. hebben zorgverzekeraars aangegeven dat zij ten aanzien van alle zorgaanbieders ervoor zorgen dat declaraties voor verleende zorg zo snel mogelijk worden betaald, dat het aanvraagproces voor machtigingen waar mogelijk nog verder wordt versneld en dat controles gepast worden ingezet, rekening houdend met de genomen crisismaatregelen zodat zorgtaken nu niet onnodig worden belemmerd.
Er komt geen (tijdelijk) opheffen van het zogenaamde «cessieverbod». Bij gecontracteerde zorgaanbieders hebben verzekerden altijd de garantie dat de rekening via de zorgverzekeraar vergoed wordt. Verzekerden kunnen problemen met een cessieverbod daarom voorkomen door te kiezen voor een gecontracteerde zorgaanbieder.
Ik heb er vertrouwen in dat op basis van de «zeer dringende oproep» gemeenten en aanbieders tot goede afspraken zullen komen om financieel zekerheid te bieden aan aanbieders. Dat laat onverlet dat ik nadrukkelijk de vinger aan de pols houd
als het gaat om de uitwerking van deze afspraken door gemeenten. In eerste instantie geleid ik eventuele signalen door naar de VNG die zelf ook signalen verzamelt. De VNG neemt altijd contact op met de betreffende gemeente om de noodzaak van de gemaakte afspraken toe te lichten. Vooralsnog hebben interventies van de VNG het gewenste resultaat. Mocht blijken dat gemeenten dit niet of in onvoldoende mate doen en er in dit opzicht sprake is van taakverwaarlozing, dan zal het instrumentarium van interbestuurlijk toezicht worden ingezet.
Zie antwoord vraag 7.
Vanzelfsprekend zal het Rijk doen wat nodig is en het extra budgettaire beslag van de noodzakelijke maatregelen in te passen in het Rijksbrede beeld. Dit houdt in dat het Rijk gemeenten zal compenseren voor de meerkosten die zij aan hun aanbieders betalen t.b.v. de extra maatregelen vanwege corona. Voor de zomer gaan Rijk en gemeenten in gesprek over de compensatiemogelijkheden van de effecten die optreden na afloop van de coronacrisis.5
Ja.