Ingediend | 20 maart 2020 |
---|---|
Beantwoord | 24 maart 2020 (na 4 dagen) |
Indiener | Bart Snels (GL) |
Beantwoord door | Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA) |
Onderwerpen | economie europese zaken internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z05385.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-2203.html |
Het ESM is in 2012 opgericht in reactie op de eurozonecrisis. Het doel van het ESM is het vrijmaken van middelen en het verstrekken van stabiliteitssteun ten gunste van ESM-lidstaten die te maken hebben of worden bedreigd door ernstige financieringsproblemen en via deze wijze de financiële stabiliteit in de eurozone en de lidstaten te waarborgen (zie ook artikel 3 van het ESM-verdrag).
Om dit doel te realiseren heeft het ESM verschillende instrumenten tot zijn beschikking voor landen die in financiële problemen (dreigen te) komen, dus ook als de directe aanleiding voor dergelijke problemen wordt gevormd door de COVID-19 uitbraak. De beschikbaarheid van het ESM als onderdeel van het crisismanagementraamwerk van de eurozone is benoemd in de verklaring van de Eurogroep van 16 maart jl.1 Voor concrete inzet van ESM-middelen moeten lidstaten een verzoek om stabiliteitssteun doen (zie ook artikel 13 van het ESM-verdrag).
Het ESM verschaft stabiliteitssteun op basis van stringente voorwaarden die passend zijn voor het gekozen financiële bijstandinstrument (zie ook ESM-verdragsartikelen 3 en 12). Dergelijke voorwaarden variëren van een macro-economisch aanpassingsprogramma tot de voortdurende inachtneming van vooraf vastgestelde voorwaarden om voor stabiliteitssteun in aanmerking te komen (zie ook artikel 12 van het ESM-verdrag). Dergelijke voorwaarden worden voorafgaand aan de inzet van een instrument vastgelegd in een memorandum van overeenstemming.
De kredietlijn tegen verscherpte voorwaarden (Enhanced Conditions Credit Line: ECCL) is door de Raad van Bewind van het ESM middels een richtsnoer vormgegeven als een preventieve kredietlijn.2 Deze kredietlijn is beschikbaar voor lidstaten die financieel en economisch nog voldoende gezond zijn en zelfstandig kunnen lenen op de geld- en kapitaalmarkten, maar tegelijk enkele financieel-economische kwetsbaarheden kennen. De in bovengenoemd memorandum vast te leggen voorwaarden dienen zich te richten op dergelijke kwetsbaarheden om te waarborgen dat de financieel-economische situatie van het land wordt versterkt. Op deze manier kan de ECCL een signaal aan de markten geven dat de economie voldoende economisch en financieel gezond is om financiering te blijven verschaffen. Tegelijkertijd worden de resterende kwetsbaarheden aangepakt.
Er is sinds de oprichting van het ESM nog nooit een ECCL aangevraagd en er zijn dus nog nooit in de praktijk ECCL voorwaarden geformuleerd. Nederland hecht eraan dat voor elk instrument een passende vorm van conditionaliteit in acht wordt genomen.
Zoals aangegeven in de kabinetsbrief van 17 maart jl. is de uitbraak van het Coronavirus mondiaal en zijn de economische effecten van de uitbraak dat ook.3 Het mitigeren van deze effecten vereist internationale samenwerking en coördinatie. Het kabinet hecht sterk aan samenwerking binnen de verschillende internationale gremia waarin dit wordt besproken. De afgelopen weken zijn in Europees verband verschillende maatregelen genomen. Zo heeft de Europese Commissie 13 maart jl. een mededeling gepubliceerd waarin het een pakket Europese maatregelen aankondigt dat zich met name richt op de sociaaleconomische gevolgen van het coronavirus. Het macro-economische gedeelte van het pakket heeft onder meer betrekking op het Corona Response Investment Initiative (CRII) en andere initiatieven binnen de EU-begroting, de EIB-groep, toepassing van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) en de staatssteunregels. Zo hebben de Europese Commissie en de EIB-groep een gericht steunprogramma voorgesteld dat 28 tot 40 miljard EUR financiering aan het MKB zou moeten mobiliseren. Ook wordt ingegaan op sociaal beleid, leveringszekerheid van medische hulpmiddelen en geneesmiddelen, en luchtvaart. Het kabinet verwelkomt het feit dat de Commissie op korte termijn een uitgebreide mededeling over dit onderwerp heeft opgesteld met reeds enkele wetgevende voorstellen. Voor een bredere appreciatie verwijs ik u naar de bijlage bij de brief «Noodpakket banen en economie» van 17 maart jl.4
Het is belangrijk dat Europese instellingen kijken hoe ze binnen hun mandaat een bijdrage kunnen leveren aan het opvangen van de gevolgen van de COVID-19 uitbraak. Zoals u weet neemt de ECB besluiten onafhankelijk. Zoals ook aangegeven onder vraag 1 is de beschikbaarheid van het ESM als onderdeel van het crisismanagementraamwerk van de eurozone benoemd in het Eurogroep statement van 16 maart jl.5
Het kabinet is van mening dat de gemeenschappelijke uitgifte van schuldpapier door de eurozonelidstaten, afgezien van schulduitgifte die al plaatsvindt in het kader van ESM-steunprogramma´s, ongewenst is. De gemeenschappelijke uitgifte van schuld via (vormen van) eurobonds vormt geen oplossing van de structurele uitdagingen van EMU-lidstaten. Gemeenschappelijke schulduitgifte kan daarbij de prikkels voor verstandig beleid op nationaal niveau ondermijnen. Het belang van structureel gezond economisch beleid in het algemeen en het streven naar houdbare overheidsfinanciën in het bijzonder wordt daarbij juist extra onderstreept door de COVID-19 uitbraak. Mede door prudent begrotingsbeleid de afgelopen jaren en het opbouwen van buffers heeft het kabinet nu de mogelijkheid met een massief en breed pakket banen te behouden en de economische gevolgen van de uitbraak te beperken. De algemene positie van het kabinet t.a.v. schuldmutualisatie is weergegeven in mijn recente brief aan uw kamer over veilige activa.7
Hoewel de huidige economische situatie zeker uitzonderlijk is en landen de COVID-19 uitbraak niet kan worden verweten blijven bovengenoemde fundamentele problemen van gemeenschappelijke schulduitgifte bestaan. De COVID-19 uitbraak treft de gehele Europese Unie. Er wordt voor alle landen reeds voorzien in financiële steun vanuit de Europese Unie, zowel direct uit de EU begroting als bijvoorbeeld door de Europese Investeringsbank, zoals ook uiteengezet in het antwoord op vraag 3 genoemde kabinetsbrief van 17 maart jl. Voor eurolanden die in financieringsproblemen (dreigen te) komen als gevolg van de COVID-19 crisis is bovendien als laatste redmiddel het ESM beschikbaar, zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 1.
Ten aanzien van eurobonds verwijs ik naar het antwoord op vraag 4.
Er ligt geen concreet voorstel voor een rol van de Europese Investeringsbank (EIB) als uitgiftepartij voor gemeenschappelijke schuld van eurozonelidstaten. De EIB heeft als taak het financieren van projecten die bijdragen aan cohesie of de totstandbrenging of werking van de interne markt en projecten van gemeenschappelijk belang voor verschillende lidstaten. Zowel publieke als private entiteiten kunnen financiering aanvragen bij de EIB door een uitgewerkt voorstel voor een specifiek project dat voldoet aan de voorwaarden van de bank in te dienen. De EIB geeft obligaties (in euro’s en andere valuta) uit om deze taak te vervullen. Het financieren van de algemene overheidsbegroting van een deel van haar aandeelhouders (d.w.z. de eurolanden) valt niet onder de statutair bepaalde taken van de EIB.
Zoals in het antwoord op vraag 1 aangegeven is het ESM is opgericht als laatste redmiddel voor landen die in financieringsproblemen (dreigen) komen en heeft het ESM daarvoor verschillende instrumenten.
Op initiatief van de voorzitter van de Eurogroep komt de Eurogroep nu vaker bijeen dan de initieel geplande vergaderingen, om met elkaar en met de Europese instellingen te spreken over de economische gevolgen en uitdagingen van de COVID-19 uitbraak. Zolang het niet mogelijk is in Brussel bijeen te komen zal dit telefonisch of per videoconferentie gebeuren. Uw Kamer zal hierover via reguliere kanalen worden geïnformeerd. Gelet op de soms late aankondiging van ingelaste bijeenkomsten en beschikbaarheid van de agenda is het mogelijk dat u de geannoteerde agenda voor de vergaderingen later ontvangt dan u gewend ben.