Kamervraag 2020Z05274

De uitspraak van het Kifid: ‘Softdrug niet illegaal, schade door beroving wel gedekt’.

Ingediend 18 maart 2020
Beantwoord 28 april 2020 (na 41 dagen)
Indieners Anne Kuik (CDA), Madeleine van Toorenburg (CDA)
Beantwoord door Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA)
Onderwerpen recht strafrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z05274.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-2623.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van Kifid dat softdrugs niet illegaal zou zijn?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u bevestigen dat ook voorbereidingshandelingen voor de handel van softdrugs strafbare handelingen zijn in de zin dat het gaat om betrokkenheid bij hennephandel?

    Ja. Artikel 11a van de Opiumwet ziet op de strafbaarstelling van de voorbereiding van alle handelingen die staan opgenomen in artikel 3b Opiumwet: het telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren van een middel op lijst II van de Opiumwet (softdrugs). In artikel 11 Ow, derde en vijfde lid wordt gespecificeerd dat het dan dient te gaan om beroeps- of bedrijfsmatig handelen en/of over een hoeveelheid van, in het geval van hennep, meer dan 500 gram of 200 planten (art. 1, tweede lid, Opiumwetbesluit). De voorbereidingshandelingen betreffen het bereiden, bewerken verwerken, te koop aanbieden, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen of voorhanden hebben van stoffen of voorwerpen dan wel het voorhanden hebben van vervoermiddelen, ruimten, gelden of andere betaalmiddelen of gegevens.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat voorbereidingshandelingen voor de handel van softdrugs wel als strafbare voorbereidingshandelingen aangemerkt zouden moeten zijn? Zo nee, waarom niet?

    Ja. Zoals uiteengezet bij de beantwoording van vraag 1 zijn op grond van artikel 11a Ow voorbereidingshandelingen in verband met de handel in softdrugs (lijst II) indien deze handel beroeps- of bedrijfsmatig plaatsvindt of betrekking heeft op een grote hoeveelheid als bedoeld in het Opiumwetbesluit reeds strafbaar gesteld.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening van het Kifid dat voorbereidingshandelingen voor de concrete hasjdeal in casu (afspraak maken, een auto huren, geld pinnen) wel strafbare handelingen kunnen zijn indien die puur en alleen gericht waren op het dealen in drugs? Kunt u uw licht laten schijnen over de motivering van het Kifid in dezen? Deelt u de opvatting van het Kifid waar gesteld wordt: «En van een strafbare voorbereidingshandeling is evenmin sprake omdat het gaat om softdrugs.»?

    Het Kifid is een onafhankelijke instantie tot buitengerechtelijke geschillenbeslechting. De uitspraak van de Geschillencommissie is bindend. Uitgaande van de feiten in het concrete geval volgt een beoordeling van de vraag of een verzekeraar zich op een uitsluitingsgrond van de verzekeringsvoorwaarden heeft mogen beroepen. In dat kader gaat de Geschillencommissie in op de vraag of er in dit concrete geval sprake was van (strafbare) voorbereidingshandelingen met betrekking tot de handel van softdrugs. Ik treed niet in de beoordeling van uitspraken van Kifid in individuele geschillen. Ik acht het dan ook niet opportuun om met het Kifid in gesprek te gaan over deze casus.

  • Vraag 5
    Bent u bereid met de Geschillencommissie van Kifid in gesprek te gaan om nader toe te lichten wat illegale activiteiten zijn, nu de geschillencommissie blijkbaar met de definitie worstelt?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Hoe beoordeelt u de stelling van het Kifid: «In de uitspraak maakt de Geschillencommissie duidelijk dat zij zich ervan bewust is dat het voorbereiden van een hasjdeal in de volksmond een maatschappelijk ongewenste praktijk is. Iets wat in de volksmond «illegaal» wordt genoemd, is daarmee nog niet feitelijk of juridisch illegaal.» Deelt u de mening dat dit een volledige miskenning is van het feit dat softdrugsgebruik dan wel onder het gedoogbeleid valt, maar daarmee nog altijd juridisch illegaal is?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 7
    Indien u de mening deelt dat het hier wel om strafbare voorbereidingshandelingen kan gaan, hoe gaat u er dan voor zorgen dat het Kifid zijn opvatting herziet?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Mededeling - 8 april 2020

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Van Toorenburg en Kuik (beiden CDA), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de uitspraak van het Kifid: «Softdrug niet illegaal, schade door beroving wel gedekt» (ingezonden 18 maart 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2020Z05274
Volledige titel: De uitspraak van het Kifid: ‘Softdrug niet illegaal, schade door beroving wel gedekt’.
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20192020-2623
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Kuik en Toorenburg over de uitspraak van het Kifid: ‘Softdrug niet illegaal, schade door beroving wel gedekt’