Ingediend | 19 februari 2020 |
---|---|
Beantwoord | 4 maart 2020 (na 14 dagen) |
Indieners | Sadet Karabulut , Lilianne Ploumen (PvdA), Bram van Ojik (GL) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z03365.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-1943.html |
Ja.
Ja.
Nederland kan niet oordelen over individuele aanklachten, maar maakt zich in het algemeen zorgen over het effect van de huidige Turkse anti-terrorismewetgeving op de mensenrechtensituatie in het land. Nederland heeft recent bijvoorbeeld in VN-verband bij Turkije aangedrongen op aanpassing van deze wetgeving.
Nederland volgt deze zaak op de voet en heeft elke hoorzitting samen met andere Europese partners gemonitord, meest recentelijk op 19 februari jl. Nederland mag en kan zich echter niet mengen in de rechtsgang in een andere staat. De Nederlandse regering zal bij de Turkse autoriteiten het belang van een functionerende rechtsstaat, waaronder het recht op een eerlijk proces, onder de aandacht blijven brengen. Ook in relatie tot deze zaak. Dit doet Nederland ook in Europees verband.
Verder blijft Nederland het maatschappelijk middenveld, en mensenrechtenverdedigers in Turkije steunen, onder andere dankzij het Matra-programma en het Mensenrechtenfonds.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
Ja.