Kamervraag 2020Z03365

Het zogeheten ‘Istanboel 10’-proces

Ingediend 19 februari 2020
Beantwoord 4 maart 2020 (na 14 dagen)
Indieners Sadet Karabulut , Lilianne Ploumen (PvdA), Bram van Ojik (GL)
Beantwoord door Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD)
Onderwerpen recht staatsrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z03365.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-1943.html
  • Vraag 1
    Bent u op de hoogte van laatste zitting in het zogeheten «Istanboel 10»-proces waar een groep van elf mensenrechtenverdedigers terecht staat die in 2017 werden gearresteerd tijdens een training voor digitale veiligheid?

    Ja.

  • Vraag 2
    Kent u de analyse van het Nederlands Helsinki Comité gebaseerd op de officiële procesdocumenten en informatie van Turkse mensenrechtenverdedigers?

    Ja.

  • Vraag 3
    Deelt u de zorg over de aanklacht die is gebaseerd op de Turkse antiterrorismewetgeving? Zo nee, waarom niet?

    Nederland kan niet oordelen over individuele aanklachten, maar maakt zich in het algemeen zorgen over het effect van de huidige Turkse anti-terrorismewetgeving op de mensenrechtensituatie in het land. Nederland heeft recent bijvoorbeeld in VN-verband bij Turkije aangedrongen op aanpassing van deze wetgeving.

  • Vraag 4
    Deelt u de zorg over een eerlijke procesgang voor deze mensenrechtenverdedigers? Zo ja, heeft u deze zorgen geuit tegenover uw Turkse ambtsgenoot? Zo nee, waarom niet?

    Nederland volgt deze zaak op de voet en heeft elke hoorzitting samen met andere Europese partners gemonitord, meest recentelijk op 19 februari jl. Nederland mag en kan zich echter niet mengen in de rechtsgang in een andere staat. De Nederlandse regering zal bij de Turkse autoriteiten het belang van een functionerende rechtsstaat, waaronder het recht op een eerlijk proces, onder de aandacht blijven brengen. Ook in relatie tot deze zaak. Dit doet Nederland ook in Europees verband.
    Verder blijft Nederland het maatschappelijk middenveld, en mensenrechtenverdedigers in Turkije steunen, onder andere dankzij het Matra-programma en het Mensenrechtenfonds.

  • Vraag 5
    Bent u van mening dat de ruimte voor het maatschappelijk middenveld, inclusief mensenrechtenverdedigers in Turkije, onder druk staat? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier geeft u opvolging aan deze zorgen?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Bent u bereid om openlijk aandacht te schenken aan deze zaak en via de geijkte kanalen druk uit te oefenen op de Turkse autoriteiten om alle beklaagden een eerlijk proces te geven, al dan niet samen met uw Europese collega’s?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 7
    Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg Raad Buitenlandse Zaken op 4 maart aanstaande?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2020Z03365
Volledige titel: Het zogeheten ‘Istanboel 10’-proces
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20192020-1943
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Ploumen, Karabulut en Van Ojik over het zogeheten 'Istanboel 10'-proces