Ingediend | 18 februari 2020 |
---|---|
Beantwoord | 29 mei 2020 (na 101 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z03226.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-2950.html |
Ik ben van mening dat algemene afzetbevordering van landbouwproducten een verantwoordelijkheid is van de landbouwsector zelf. Ik ben daarom ten algemene geen voorstander van medefinanciering daarvan door de EU via de
EU-promotieregeling. Nederland heeft destijds ook tegen de verordening gestemd waarin dit geregeld is (Verordening (EU) Nr. 1144/2014)2. Zoals destijds ben ik nog steeds geen voorstander van EU-financiering van promotie van een specifiek product, zoals brood of vlees. Gegeven het bestaan van de EU-subsidie voor promotie wil ik in dat kader alleen financiering van programma’s ter bevordering van de consumptie van gezond en duurzaam geproduceerd voedsel ondersteunen.
«Europees vlees» is vlees dat in de EU is geproduceerd.
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 1 heb aangegeven heeft Nederland destijds tegen de EU-promotieregeling gestemd. Nu deze regeling er toch is, wil ik mij er voor inzetten om deze zoveel mogelijk te richten op voorlichting over duurzaam en diervriendelijk geproduceerd en gezond voedsel.
Door de EU gesteunde promotiecampagnes zijn vooral gericht op het onder de aandacht brengen van de kenmerken van in de EU geproduceerde landbouwproducten om daarmee consumenten in en buiten de EU een beter beeld te geven hoe deze producten tot stand zijn gekomen. Inherent aan de inhoud van verordening (EU) nr. 1144/2014 is dat ook campagnes voor vlees gehonoreerd worden.
Het kabinet vraagt de Nederlanders aandacht voor een gezond en duurzaam voedingspatroon, gebaseerd op de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Een verantwoorde consumptie van vlees is hierbij niet uitgesloten.
Daarnaast is er binnen mijn ministerie ook aandacht voor de verschuiving in de balans tussen dierlijke en plantaardige eiwitten. De voorlichting die het Voedingscentrum aan consumenten geeft over een gezond en duurzaam voedingspatroon staat hierbij centraal.
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 1.
Nederland heeft in 2014 de totstandkoming van de Europese promotieverordening (EU) Nr. 1144/2014 niet tegen kunnen houden, omdat een meerderheid van de lidstaten een voorstander van deze Verordening was.
Dit neemt niet weg dat ik in voorkomende gevallen in EU-verband mijn bezwaren tegen EU-financiering voor promotie van landbouwproducten naar voren blijf brengen. Als de EU al steun verleent aan promotie van landbouwproducten, dan moet die steun gericht zijn op promotie van gezonde en duurzaam geproduceerde kwaliteitsproducten.