Ingediend | 7 februari 2020 |
---|---|
Beantwoord | 21 april 2020 (na 74 dagen) |
Indiener | Evert Jan Slootweg (CDA) |
Beantwoord door | Paul Blokhuis (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU) |
Onderwerpen | nabestaanden sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z02410.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-2542.html |
Ja.
Het instellen van de Commissie Individuele Tegemoetkoming Slachtoffers WO II Transporten NS (de commissie) is een besluit van NS. NS kan dergelijke besluiten zelfstandig nemen en heeft daarvoor geen instemming van de aandeelhouder nodig. Wel heeft NS de Minister van Financiën in zijn rol als aandeelhouder voorafgaand aan het besluit geïnformeerd over het voornemen om de commissie in te stellen. De aandeelhouder heeft toen aangegeven het instellen van een onafhankelijke commissie van harte te steunen en heeft NS expliciet laten weten geen enkele restrictie op te leggen ten aanzien van de oprichting en begrenzing van de commissie, de opvolging van de door de commissie gedane aanbevelingen en het bedrag dat daar mee gemoeid is. NS heeft de aandeelhouder vervolgens tijdens reguliere overleggen op de hoogte gehouden van de voortgang.
Zie antwoord vraag 2.
In verschillende archieven zijn exemplaren gevonden van rekeningen die tijdens de Tweede Wereldoorlog door NS zijn gestuurd voor de inzet van treinen. Helaas is er geen compleet archief waar de administratie van NS uit die tijd is in te zien. Dit heeft als oorzaak dat na de spoorwegstaking het archief deels is vernietigd en deels gefragmenteerd is opgenomen in andere archieven (Utrechts Archief, Nationaal Archief, NIOD, maar ook in Duitsland en in de Verenigde Staten).
De bekendste factuur is een exemplaar uit het archief van het NIOD3. Op deze factuur staat duidelijk omschreven wat het karakter van het transport was: het vervoer van Joden, inclusief de aantallen personen. De omschrijving op de andere facturen, orderbonnen en opdrachten die in de verschillende archieven zijn teruggevonden is minder concreet. De op die documenten beschreven opdrachten zijn niet gespecificeerd of het zijn opdrachten voor het leveren van wagons op een bepaalde plek op een bepaald tijdstip zonder beschrijving van de aard van het transport.
Over de identiteit van de personen die gedeporteerd zijn schrijft de commissie Cohen in haar rapport: «Op grond van geraadpleegde experts, instanties en eigen onderzoek is de Commissie van oordeel dat er voldoende informatie bekend is over de transporten die door NS zijn uitgevoerd in opdracht van de bezetter, die daartoe opdracht gaf met het doel van genocide, en waarvoor NS facturen heeft gezonden aan de bezetter. Voorts is er voldoende informatie bekend over de identiteit van de personen die zijn gedeporteerd om te kunnen vaststellen welke personen, of hun nabestaanden, mogelijkerwijs een beroep op de regeling kunnen doen.»4
Het kabinet is benaderd door verschillende personen en instanties, die onder andere vragen hadden over de reikwijdte en de opvolging van het advies. Het kabinet heeft geen rol bij de opzet en de onderzoeksvraag van de onafhankelijke commissie, de totstandkoming van het advies of de opvolging daarvan door NS. Wij hebben deze personen daarom verzocht contact op te nemen met NS of de commissie en hebben NS laten weten dat wij benaderd zijn door deze personen. Wij hebben begrepen dat al deze personen daarna contact hebben gehad met NS en/of de commissie. Vanuit het oogpunt van privacy noemen wij de namen van deze personen of organisaties niet.
NS heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog in opdracht van de bezetter treinen gereden. Dit is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van NS en van ons land. NS heeft in november 2018 besloten een onafhankelijke commissie in te stellen om te adviseren op welke wijze een individuele tegemoetkoming aan overlevenden en directe nabestaanden moet worden vormgegeven. In haar advies van 26 juni 2019 schrijft de commissie dat «het ontwerpen van een regeling die invulling geeft aan de intenties van NS en tevens door betrokkenen kan worden aanvaard als «passend en redelijk», een buitengewoon ingewikkelde, zo niet bijna onmogelijke opgave is».5 Ook het kabinet is zich bewust van de complexiteit van deze opgave. Het bepalen van de reikwijdte van de regeling die NS heeft getroffen is echter niet aan het kabinet, maar aan NS (zie ook het antwoord op de vragen 2 en 3).
Naar aanleiding van uw vragen hebben wij NS gevraagd hoe NS de (nabestaanden van) verzetsstrijders en represaille slachtoffers betrekt bij de opvolging van de aanbevelingen van de commissie. NS geeft aan dat verzetsstrijders en represailleslachtoffers buiten de op basis van het advies opgestelde regeling voor individuele tegemoetkoming vallen. Wel heeft NS ons toegezegd de (nabestaanden van) verzetsstrijders en represailleslachtoffers te zullen betrekken bij de uitwerking van de andere aanbeveling van de commissie, om in samenspraak met de betrokken groeperingen tot een collectieve uiting van erkenning te komen. NS heeft aangegeven de opvolging van deze aanbeveling, over een collectie uiting van erkenning, zorgvuldig te willen uitwerken en hoopt rond de zomer met een besluit hierover naar buiten te treden.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 6.
De vragen van het Kamerlid Slootweg (CDA) over het bericht «Eerste uitkeringen slachtoffers en nabestaanden NS-transporten» en over het bericht «NS komt overlevenden en nabestaanden Holocaust financieel tegemoet» (2020Z02410) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat voor afstemming en een zorgvuldige beantwoording van de vragen meer tijd nodig is. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.