Ingediend | 30 januari 2020 |
---|---|
Beantwoord | 9 maart 2020 (na 39 dagen) |
Indiener | Kees Verhoeven (D66) |
Beantwoord door | Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z01644.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-2004.html |
Op grond van artikel 57 van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) als taak om voorlichting te geven over het wettelijke kader inzake gegevensbescherming. Dat geldt ook voor gegevensverwerking op het vlak van gezichtsherkenning. Zo heeft zij in dat verband een Normenkader digitale billboards opgesteld, waarin onder meer aandacht wordt besteed aan billboards met gezichtsherkenning. In dit licht bezien zie ik voor mij geen taak om eveneens informatie over de wettelijke kaders voor gezichtsherkenning te geven.
De AP heeft mij laten weten dat deze casus aanleiding gaf om contact op te nemen met de Jumbo. Mocht er daadwerkelijk sprake zijn van een overtreding, dan kan de AP overgaan tot handhaving. Afhankelijk van de ernst van de overtreding wordt beoordeeld welk handhavingsmiddel kan worden ingezet. De AP heeft diverse handhavingsmogelijkheden, bijvoorbeeld een waarschuwingsbrief, een last onder dwangsom of een boete. Daarnaast heeft de Jumbo aangegeven deze camera’s uit te zetten, totdat er meer duidelijkheid komt over de privacywetgeving met betrekking tot het gebruik van deze camera’s. Om die duidelijkheid te verkrijgen, heeft Jumbo advies gevraagd aan de AP.2 Over de inhoud van deze casus en op welke termijn de AP hierover een oordeel geeft, kan zij geen uitspraken doen.
Wanneer een betrokkene wordt geraakt door een onwettig gezichtsherkenningssysteem, kan betrokkene daarover op grond van artikel 77 AVG een klacht indienen bij de AP.
Mocht betrokkene ten gevolge van een inbreuk op een van de bepalingen uit de AVG materiële of immateriële schade hebben geleden, kan betrokkene op grond van artikel 82 AVG het recht op schadevergoeding uitoefenen. De vordering tot schadevergoeding dient bij de civiele rechter aanhangig gemaakt te worden.
Winkels, zoals het Jumbo filiaal, zijn geen openbare ruimtes. In een winkel mag bijvoorbeeld, onder voorwaarden en zonder toestemming van klanten, cameratoezicht plaatsvinden tegen diefstal. In de openbare ruimte, bijvoorbeeld een openbare weg gelegen aan de buitenkant van de winkel, gelden andere regels. Voor vaste, particuliere camera’s geldt dat zij in beginsel niet gericht mogen zijn op de openbare ruimte. In uitzonderlijke gevallen is het soms onvermijdelijk dat een deel van de openbare ruimte wordt gefilmd, bijvoorbeeld wanneer een beveiligingscamera hoofdzakelijk op het eigen terrein is gericht en daarbij een deel van de openbare ruimte onvermijdelijk zichtbaar is. Zie ook het antwoord op vraag 5. Mij zijn geen gevallen bekend van situaties waarin gericht, zonder toestemming en onrechtmatig real-time beelden worden geregistreerd in de openbare ruimte.
In beginsel moeten, ook bij deurbellen, de camera’s niet gericht zijn op de openbare weg, maar op het eigen, private terrein. Op basis van de AVG kan het permanent filmen van de openbare ruimte onder bepaalde omstandigheden rechtmatig zijn, bijvoorbeeld bij bepaalde gevallen van serieuze veiligheidsproblematiek. De verantwoordelijkheid voor initiatieven met betrekking tot de slimme digitale deurbel ligt bij de gemeenten. Gemeenten dienen zichzelf op de hoogte te stellen van eventuele risico’s op het gebied van privacy en, indien noodzakelijk, stappen te zetten om deze risico’s te voorkomen. Daarbij dienen de gemeenten en de gebruikers zich te houden aan de AVG. De handhaving van de AVG valt onder de verantwoordelijkheid van de AP.
Ja.
Bij gezichtsherkenning is sprake van het verwerken van biometrische gegevens. Een bedrijf dat zich in de rechtssfeer van de Europese Unie bevindt, zal zich moeten houden aan de AVG die beperkingen oplegt als het gaat om een dergelijke verwerking van biometrische gegevens.
Ik acht het daarom aannemelijk dat het scrapen en gebruiken van foto’s voor gezichtsherkenning voor commerciële doeleinden niet past binnen de AVG. Het oordeel daarover is echter niet aan mij, maar aan de AP en in laatste instantie aan de rechter.
Veel foto’s op het internet zijn voor een ieder toegankelijk, ook vanuit landen die geen lid zijn van de EU. In die landen gelden andere regels, en het hangt dus onder meer van de vestigingsplaats van het bedrijf af wat wel en niet is toegestaan. Daarnaast is van belang dat platforms waar de foto’s zijn verzameld, eigen gebruikersvoorwaarden hanteren. In die gebruikersvoorwaarden kan zijn geregeld dat het op bepaalde wijze verzamelen van beeldmateriaal, niet toegestaan is. Zo is recent gebleken dat enkele platforms, zoals YouTube, van Clearview (het bedrijf waar het in vraag 6 genoemde artikel over gaat) eisen dat zij stoppen met het kopiëren van beelden, omdat dat strijdig zou zijn met de gebruikersvoorwaarden.
Gelet op het aantal foto’s dat, volgens het artikel, door Clearview is verzameld, alsmede het internationale en open karakter van het internet, acht ik het inderdaad aannemelijk dat er ook foto’s van Nederlanders zijn opgeslagen. Hoeveel dat er zijn, en van wie zij zijn, is niet te zeggen. Clearview is actief in de Verenigde Staten, het is primair aan de autoriteiten in dat land om te bezien of er in strijd met de wet is gehandeld. Inmiddels zien we dat de Amerikaanse politiek op het niveau van de Senaat hier aandacht voor heeft.
Als iemand vermoedt dat zijn of haar foto door Clearview wordt gebruikt en zich daartegen wil verzetten, zal men zich tot dat bedrijf of de betrokken toezichthouder in de Verenigde Staten moeten wenden.
Over de werkwijze van inlichtingendiensten wordt in het openbaar geen mededelingen gedaan.
Voor zover ik heb kunnen nagaan werken er geen Nederlandse opsporingsdiensten samen met Clearview. Het gebruik van gegevens voor opsporingsdoeleinden valt niet onder de AVG, maar onder de richtlijn 2016/680 inzake de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op het voorkomen, onderzoeken, opsporen, vervolgen en berechten van strafbare feiten en de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid. Ik bereid, als uitvloeisel van een motie van de leden Verhoeven en Van Dam4, een brief voor over het juridisch kader dat van toepassing is op gezichtsherkenning. Daarin zal ook op deze richtlijn worden ingegaan.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Verhoeven (D66), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht «Tientallen camera's houden klanten van filiaal Jumbo in de gaten: «Willen we dit»?». (ingezonden 30 januari 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.