Ingediend | 24 december 2019 |
---|---|
Beantwoord | 5 februari 2020 (na 43 dagen) |
Indiener | Jasper van Dijk |
Beantwoord door | Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit europese zaken internationaal openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z26191.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-1640.html |
Het vrij verkeer van personen en goederen is een belangrijke verworvenheid van de Europese Unie. Lidstaten hebben in lijn met het Schengen acquis mogelijkheden om maatregelen te nemen ten aanzien van controles aan de binnen- en buitengrenzen. Zo is tijdelijke invoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen op grond van strikte criteria en onder specifieke omstandigheden mogelijk als er sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare orde of binnenlandse veiligheid. Criteria hiervoor zijn vastgesteld in de Schengengrenscode. Enkele lidstaten hebben momenteel grenscontroles aan (een deel van) hun binnengrenzen ingevoerd. Invoeren van binnengrenscontroles is echter een ultiem middel, wat op dit moment voor Nederland niet aan de orde is. Het kabinet zet zich er juist voor in om te voorkomen dat we in die situatie geraken. Nederland maakt al jaren effectief gebruik van de mogelijkheid om Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV)-controles uit te voeren aan de binnengrenzen, bijvoorbeeld in de binnengrensgebieden met België en Duitsland.
Het kabinet onderstreept dat allereerst de buitengrensbewaking, die essentieel is voor het functioneren van het Schengengebied, verder moet worden verbeterd. Migranten die binnen de EU doorreizen (de zogenaamde secundaire migratiestromen) zetten het asielsysteem in de lidstaten van bestemming onder druk. Een effectief, goed functionerend gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS) is daarom van essentieel belang voor een goed functionerend Schengengebied. Dit is ook beschreven in de beleidspaper over de prioriteiten van Nederland ten aanzien van de Europese Unie voor de jaren 2019–2024 op het gebied van migratie.2 Een hervormd GEAS met effectievere procedures aan de buitengrenzen, inclusief terugkeer, moet ervoor zorgen dat de primaire instroom wordt beperkt en secundaire migratie wordt voorkomen. Lidstaten hebben hiervoor een gezamenlijke verantwoordelijkheid en worden hierbij ondersteund door de agentschappen Frontex en EASO. Dat betekent dat alle lidstaten zich aan de Europese wet- en regelgeving moeten houden. Het kabinet stelt dit voortdurend zowel bilateraal als in EU verband aan de orde.
Kernvraag daarbij is hoe de huidige patstelling bij de hervorming van het GEAS te doorbreken. Zoals ook in het verslag van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 2 en 3 december jl. is vermeld, pleit Nederland voor een kordate aanpak van de verschillende tekortkomingen van het GEAS, inclusief de noodzaak van betere implementatie van bestaande regelgeving. Nederland stelt zich op het standpunt dat lering moet worden getrokken uit de eerdere onderhandelingen en lidstaten elkaars zorgen en prioriteiten moeten erkennen alvorens met perspectief op succes kan worden gesproken over nieuwe voorstellen van de Commissie.
Zie antwoord vraag 1.
Nederland en Frankrijk signaleren beide de relatie tussen het functioneren van het GEAS en het functioneren van de Schengenzone en zijn met elkaar in gesprek over de beleidsconsequenties. Gesproken wordt over met name de verbetering van het functioneren van het GEAS en de Schengenzone en hoe de huidige patstelling in de hervorming van het GEAS ware te doorbreken.
Net als voor alle andere Europese onderwerpen wordt uw Kamer, conform de geldende procedureafspraken, altijd voorafgaand aan bijeenkomsten in Raadskader geïnformeerd over het voorgenomen kabinetsstandpunt via de geannoteerde agenda. Op verzoek kan deze geannoteerde agenda voorafgaand aan de Raadsbijeenkomst worden besproken in een Algemeen Overleg of, in geval van een Europese Raad, in een plenair debat. Nadien wordt uw Kamer te allen tijde voorzien van een verslag. Daarnaast wordt uw Kamer ten aanzien van nieuwe Commissievoorstellen voorzien van een kabinetsappreciatie in het zogenaamde BNC-fiche.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Jasper van Dijk (SP), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over zijn «ideeën» over Schengen en de herinvoering van grenscontroles (ingezonden 24 december 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.