Ingediend | 19 december 2019 |
---|---|
Beantwoord | 30 januari 2020 (na 42 dagen) |
Indieners | Michiel van Nispen , Maarten Hijink |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Paul Blokhuis (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z25835.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-1544.html |
Het incident is verdrietig voor de betrokkenen en ook zorgwekkend vanuit maatschappelijk perspectief. Zoals aangegeven in de beantwoording van de volgende vragen worden op dit moment verschillende onderzoeken uitgevoerd naar de precieze gang van zaken.
Er vinden meerdere onderzoeken plaats naar aanleiding van deze zaak. Vanwege de lopende onderzoeken kan ik op dit moment niet ingaan op specifieke aspecten van deze zaak.
Nu in de zaak strafrechtelijk onderzoek wordt gedaan en omdat het proces tegen de verdachte nog moet worden gevoerd, kan over de precieze gang van zaken, geen uitspraak worden gedaan. Dit geldt ook voor de overweging om de verdachte over te plaatsen en de gang van zaken bij die overplaatsing.
Daarnaast laat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), zoals ook onder vraag 5 aangegeven, de instelling Parnassia Groep, onder leiding van een extern onafhankelijk voorzitter onderzoek doen.
Zie antwoord vraag 2.
Parnassia Groep heeft het steekincident op de Grote Markt, waarbij een cliënt meerdere mensen heeft verwond, bij de IGJ gemeld. De IGJ laat de instelling onder leiding van een extern onafhankelijk voorzitter onderzoek doen. De IGJ zal de uitkomsten van dit onderzoek beoordelen. Indien nodig neemt de IGJ vervolgmaatregelen.
De onderzoeksrapportage is medisch vertrouwelijk. Mochten er inzichten zijn die breder relevant blijken te zijn, dan overweegt de IGJ openbaarmaking van die specifieke elementen. In dat geval zal ik uw Kamer informeren.
Naast voornoemd onderzoek, verricht ook de Wmo-toezichthouder een onderzoek met betrekking tot deze situatie.
De Inspectie Justitie en Veiligheid (hierna: IJ&V) doet op dit moment geen onderzoek in deze zaak. De Minister van Justitie en Veiligheid zal zich, naar aanleiding van de uitkomst van het strafrechtelijk onderzoek, beraden of er aanleiding bestaat de IJ&V te verzoeken een onderzoek in te stellen.
Tussen zowel IGJ en IJ&V als Wmo-toezichthouder wordt samengewerkt in de vorm van procesmatige afstemming.
Uit de door de gemeente Den Haag aangeleverde informatie blijkt dat de gemeente bij Parnassia navraag heeft gedaan over de eventuele relatie tussen de beslissing over de behandeling met de financiële problemen bij Parnassia. Parnassia heeft hierop bij de gemeente aangegeven dat bij de afweging of de behandeling klinisch of ambulant zou worden voorgezet, de financiële situatie geen rol heeft gespeeld.
Op 10 december jl. is de brief «stand van zaken persoonsgerichte aanpak voor kwetsbare personen» naar uw Kamer gestuurd.4 In deze brief beschrijven we, de Staatssecretaris van VWS en de Minister van Justitie en Veiligheid,
de stand van zaken rond de aanpak voor kwetsbare personen, waar de groep personen met een hoog veiligheidsrisico onderdeel van uitmaakt. In de brief wordt geschetst waar we de komende tijd op gaan inzetten. Zo wordt met de invoering van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), die per 1 januari 2020 in werking is getreden, een belangrijke stap gezet in de informatiedeling. Overal in het land is invulling gegeven aan de beoordelingsfunctie, zodat mensen sneller kunnen worden doorgeleid naar de juiste vormen van hulp en begeleiding. Ook krijgen familie en naasten onder de nieuwe wet meer mogelijkheden tot inspraak. Daarnaast is de samenwerking tussen partners in de zorg- en veiligheidsketen verbeterd doordat ggz-aanbieders aansluiten bij het overleg dat gevoerd wordt binnen de zorg- en veiligheidshuizen. De afgelopen periode is tevens hard gewerkt om ervoor te zorgen dat in ieder zorg- en veiligheidshuis het thema personen met verward gedrag en een hoog veiligheidsrisico is belegd. Het in beeld hebben en houden van deze groep is daarbij een prioriteit. In 2020 zetten we alles op alles zodat de persoonsgerichte aanpak voor de groep personen met een hoog veiligheidsrisico volledig landelijk is geïmplementeerd.
Uit een publicatie van het Trimbos instituut (factsheet Trimbos instituut «Verwarde personen» of «mensen met een acute zorgnood») blijkt dat er geen verband is aangetoond tussen de ambulantisering en de incidenten die plaatsvinden.
Op basis van de eigen registratie kan de politie niet aangeven of er een verband is tussen dergelijke incidenten en de afbouw van bedden in de ggz.
Uiteraard volg ik de voortgang van de verdere vormgeving van de ambulantisering in relatie tot de afbouw van bedden op de voet en ga ik in gesprek met het veld als de ontwikkelingen hieromtrent daar aanleiding toe geven.
De vragen van de Kamerleden Hijink (SP) en Van Nispen (SP) over het bericht «Verdachte steekpartij Den Haag «gevaar voor zichzelf en omgeving», maar werd niet opgepakt» (2019Z25835) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat het inwinnen van informatie ten behoeve van de beantwoording van de vragen meer tijd kost. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.