Ingediend | 16 december 2019 |
---|---|
Beantwoord | 4 februari 2020 (na 50 dagen) |
Indiener | Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | economie markttoezicht organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z25317.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-1619.html |
Het klopt dat de omzet van deze acht aanbieders ongeveer 30 procent uitmaakt van de totale jaarlijkse omzet van de forensische zorg.
Het op peil brengen van de veiligheid en de kwaliteit van de forensische zorg is een speerpunt van mijn beleid. Samen met de sector werk ik daar aan op basis van de afspraken in de meerjarenovereenkomst forensische zorg. Vanuit die afspraken is sinds 2018 door mijn ministerie 28,5 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor de periode tot en met 2020. Wel kan een zorgaanbieder zich geconfronteerd zien met minder inkomsten, omdat juist de tarieven voor zijn zorgproducten zijn verlaagd. In de door de NZa vastgestelde tarieven zijn sommige namelijk hoger, maar anderen lager geworden.
De rechter heeft nu geoordeeld dat DJI, bij het toepassen van kortingen, onvoldoende gemotiveerd heeft dat dan sprake is van een reëel tarief voor die producten waar een korting op is toegepast. Met die opdracht ga ik nu aan de slag.
Zie antwoord vraag 2.
Ik vat de uitspraak van de heer Masthoff op als de vraag of sprake is van reële tarieven. Dat wil zeggen, tarieven die voor een redelijk efficiënt functionerende zorgaanbieder kostendekkend zijn. Om reële tarieven vast te stellen maak ik gebruik van de maximumtarieven die de NZa vaststelt. De NZa stelt deze vast op basis van een kostprijsonderzoek. Voor het kostprijsonderzoek zijn gegevens gebruikt van de zorgaanbieders. In deze systematiek heeft de NZa inzicht in de kosten die zorgaanbieders maken bij het verlenen van forensische zorg en kan zij op basis daarvan maximumtarieven vaststellen. De maximumtarieven kunnen dus gezien worden als kostendekkend voor een redelijk efficiënt functionerende zorgaanbieder. De uitspraak van de rechter laat wel zien dat deze systematiek op onderdelen anders moet. De opdracht om beter te motiveren dat sprake is van reële tarieven na de toepassing van beleidsinstrumenten door DJI, zoals het toepassen van afslagen, pak ik op. Zo heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn voornemen een kwaliteitskader te laten opstellen.3 Daarmee werken we toe naar een normatieve onderbouwing van de tarieven door samen met zorgaanbieders vast te leggen wat we verstaan onder kwalitatief goede en veilige forensische zorg.
Zie antwoord vraag 4.
De NZa heeft vastgesteld welke tarieven maximaal betaald mogen worden voor forensische zorg. Dit zijn de zogeheten maximumtarieven. Daarbovenop kan een zorginkoper tot aan het max-maxtarief (10 procent) extra betalen, bijvoorbeeld om innovaties op het gebied van kwaliteit te belonen of vanwege de zorgzwaarte van de cliënten van een instelling. Het niet generiek hanteren van de zogenaamde max-maxtarieven geeft de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) de mogelijkheid om relevante innovaties op het gebied van kwaliteit te belonen. Ik heb geen aanwijzingen dat hogere tarieven leiden tot minder kwaliteit, geldverspilling en minder inzet van personeel.
Waar DJI een deel van de max-maxtarieven gebruikte om innovaties op het gebied van kwaliteit te belonen, heeft de rechter nu bepaald dat DJI de ruimte moet bieden om ook op grond van zorgzwaarte hier een beroep op te kunnen doen. Ik ben nu met zorgaanbieders in gesprek hoe dit vorm te geven. Mijn voornemen is om ook de mogelijkheid tot het belonen van innovaties op het gebied van kwaliteit in stand te houden.
Zie antwoord vraag 6.
De branches hebben een bezwaarprocedure bij de NZa gestart tegen de hoogte van de tarieven. De onderwerpen van uw vragen zijn onderdeel van deze bezwaarprocedure. Het is niet aan mij om daarover te oordelen.
Zie antwoord vraag 8.
Zie antwoord vraag 8.
Zoals vermeld in mijn reactie op het vonnis ben ik met zorgaanbieders in gesprek om invulling te geven aan de uitspraak van de rechter.
Ik ben daartoe bereid en geef daaraan uitvoering in het kader van de uitvoering van het vonnis van de rechter.
Omwille van de overzichtelijkheid heb ik besloten de antwoorden op een aantal vragen samen te voegen.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Nispen (SP), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over de financiële tarieven in de forensische zorgsector (ingezonden 16 december 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.