Ingediend | 4 december 2019 |
---|---|
Beantwoord | 20 januari 2020 (na 47 dagen) |
Indieners | Jasper van Dijk , Attje Kuiken (PvdA) |
Beantwoord door | Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | burgerlijk recht criminaliteit openbare orde en veiligheid recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z24073.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-1434.html |
Ja.
Ik deel de mening dat het van belang is dat asielzoekers die slachtoffer zijn van een ernstig misdrijf gestimuleerd worden tot het doen van aangifte en dat zij daarbij gesteund en begeleid worden. Het COA stimuleert bewoners om aangifte te doen en biedt waar nodig ondersteuning. Ook in de onderhavige zaak hebben COA medewerkers de bewoner geadviseerd om aangifte te doen en is er voorts geregeld navraag gedaan naar het doen van aangifte. COA-medewerkers zijn verplicht van incidenten waarbij sprake is van geweld, bedreigingen of andere vermoedelijk strafbare feiten een melding te doen bij de politie. Een COA-medewerker kan ook aangifte doen wanneer hij/zij getuige is van een incident. Dit maatregelenbeleid is schriftelijk vastgelegd en alle medewerkers van het COA zijn erover geïnformeerd. Tijdens de verplichte trainingen over incidenten en maatregelen wordt hier voorts aandacht aan besteed. Het COA handelt derhalve al volgens de door uw Kamer gevraagde werkwijze.
Nee, ik beschik niet over andere signalen dat aan homoseksuele slachtoffers van een zedendelict geadviseerd zou worden om geen aangifte te doen. Er is overigens, anders dan in de media vermeld staat, geen sprake van een aan het COA opgelegd intern onderzoek. Het COA heeft wel op mijn verzoek de feiten op een rij gezet.
De politie heeft hierover geen centraal geregistreerde cijfers beschikbaar. Deze vraag zou enkel te beantwoorden zijn door een arbeidsintensieve combinatie van registraties waarbij dossiers één voor één moeten worden doorgelezen om te kunnen vaststellen of het slachtoffer homoseksueel en/of asielzoeker is. Het COA registreert niet of een slachtoffer lhbti is.
Er is geen sprake van een intern onderzoek. Gezien de antwoorden op de vragen 2 en 3 acht ik dit ook niet nodig, evenmin als een onafhankelijk onderzoek door een derde.
Het COA heeft aandacht voor de kwetsbare positie van lhbti’s in de opvang. Er zijn diverse maatregelen om daders te straffen en slachtoffers te beschermen. Het COA geeft voorts actief voorlichting aan bewoners dat discriminatie niet is toegestaan en treedt altijd op tegen discriminatie.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Kuiken (PvdA) en Jasper van Dijk (SP) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht dat het COA asielzoekers, die slachtoffer zijn van een zedendelict, afraadt aangifte te doen (ingezonden 4 december 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.