Ingediend | 16 oktober 2019 |
---|---|
Beantwoord | 9 december 2019 (na 54 dagen) |
Indiener | Arne Weverling (VVD) |
Beantwoord door | Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z19784.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-993.html |
Ja.
Ik deel die mening.
Er zijn inderdaad veel initiatieven op dit vlak en dat is een goede zaak. De bestrijding van invasieve uitheemse soorten vergt afhankelijk van de soort en situatie een eigen aanpak. Er is geen one size fits all. Voor sommige soorten bestaan nog geen effectieve bestrijdingsmethoden en er bestaat een sterke wens om steeds minder chemisch en meer mechanisch of biologisch te bestrijden. Mogelijkheden hiervoor worden onderzocht.
Soorten die vooral in bebouwde omgeving voorkomen, vergen een andere aanpak dan mariene soorten. Oeverplanten vergen een andere aanpak dan terrestrische planten. En planten vergen een andere aanpak dan zoogdieren, vogels of weekdieren. Kennis en ervaring met beheer en bestrijding van invasieve exoten worden noodzakelijkerwijs door verschillende partijen op verschillende plekken opgedaan, niet alleen in Nederland maar ook in het buitenland. Soms zijn universiteiten betrokken die wetenschappelijk laboratoriumonderzoek doen, en soms natuurbeheerders die praktijkproeven doen. Voor soorten die nog niet in Nederland aanwezig zijn is het zelfs noodzakelijk om kennis in het buitenland te halen.
Ik onderschrijf het belang van kennisdeling en adequate informatievoorziening. De problematiek en bestrijding van invasieve exoten verschilt echter sterk per soort (-groep). Er bestaan reeds een aantal samenwerkingsverbanden waar kennis over bepaalde soortgroepen samenkomt. Voorlichting is het meest effectief als dit gericht is op specifieke doelgroepen. Voor de informatievoorziening over de bestrijding van bijvoorbeeld water- en oeverplanten worden andere communicatiekanalen gebruikt dan bij de aanpak van sierplanten.
Uit mijn antwoord op vraag 4 kunt u opmaken dat een breed kennisplatform voor alle vragen rond alle invasieve uitheemse soorten in mijn optiek niet per definitie de optimale manier is om effectief kennis te verzamelen, uit te wisselen en te informeren. Er wordt al veel samengewerkt tussen de verschillende organisaties. Ik vind het van belang dat er in overleg met de verschillende organisaties gekeken wordt of en hoe die samenwerking verder verbeterd kan worden. Verder beoordeel ik initiatieven die ondersteuning vragen op hun merites en toegevoegde waarde. Daarbij kijk ik of deze een meerwaarde hebben en iets toevoegen aan de reeds bestaande initiatieven, samenwerkingsverbanden en structuren.