Ingediend | 9 oktober 2019 |
---|---|
Beantwoord | 25 november 2019 (na 47 dagen) |
Indiener | William Moorlag (PvdA) |
Beantwoord door | Mona Keijzer (staatssecretaris economische zaken) (CDA), Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | economie markttoezicht organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z19195.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-809.html |
Ja.
Consumenten kunnen er van uitgaan dat alle leveranciers die aan hen leveren, in het bezit zijn van een leveringsvergunning. Dit betekent dat de ACM voor verlening van de vergunning heeft getoetst of de leverancier voldoet aan de organisatorische, financiële en technische kwaliteiten voor een goede uitvoering van zijn taak.
Bij een faillissement van een leverancier verliest de consument eventueel een deel van het voorschotbedrag (inclusief doorberekende netwerkkosten en belastingen), een eventueel betaalde waarborgsom en eventueel een toegezegde (cashback) bonus. Dit is echter inherent het gevolg van het faillissementsrechtelijk stelsel. Ten aanzien van de netwerkkosten kan het voorkomen dat de netbeheerder bij een faillissement van de energieleverancier al een of twee maanden niet zijn netwerkkosten van de leverancier betaald heeft gekregen. De Tarievencode elektriciteit en de Tarievencode gas bepalen dat dan deze gemiste inkomsten inclusief btw (maximaal 2 maanden) verwerkt mogen worden in de toekomstige tarieven van alle afnemers van die betreffende netbeheerder. Op deze manier worden deze kosten omgeslagen op alle afnemers van de regionale netbeheerders.
Ten aanzien van het compenseren van consumenten voor vooruitbetaalde termijnbedragen bij een faillissement van een energieleverancier uit bijvoorbeeld een waarborgfonds heb ik in de beantwoording van eerdere Kamervragen over de gevolgen van faillissementen van energiebedrijven voor consumenten5 toegelicht welke grote risico’s ik zie bij een dergelijk fonds in de energiesector. Deze risico’s acht ik nog steeds reëel en de mogelijke gevolgen ervan op de energiemarkt acht ik niet in proportie tot de gevolgen van een faillissement van een energieleverancier.
De energiemarkt is een geliberaliseerde markt waarin consumenten tussen tientallen leveranciers kunnen kiezen. In een geliberaliseerde markt kan een leverancier failliet gaan. Het faillissement van een energieleverancier brengt voor consumenten vervelende consequenties met zich mee, zoals onzekerheid over de energielevering en ook financiële consequenties. Tegelijkertijd is leveringszekerheid voor consumenten zo’n groot publiek belang dat er regelgeving is om de leveringszekerheid te borgen, juist in geval van een faillissement. Daarom is gegarandeerd dat een consument nooit zonder elektriciteit of gas zit op het moment dat zijn energieleverancier failliet gaat. Dit is geregeld in de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Besluiten vergunning levering gas- en elektriciteit aan kleinverbruikers.
Daarnaast zijn eisen gesteld om als energieleverancier op de consumentenmarkt te kunnen opereren. De energieleverancier die aan een consument levert, moet beschikken over een vergunning. De eisen die aan deze vergunning gesteld worden zien op de benodigde organisatorische, financiële en technische kwaliteiten voor een goede uitvoering van de taak van een energieleverancier. Met andere woorden; er wordt getoetst of de aanvrager de consument goed kan bedienen. Met de vergunningseisen is bedoeld te voorkomen dat bedrijven zich te lichtvaardig aanmelden voor deze taak en bijvoorbeeld onvoldoende kennis hebben van de energiemarkt. Ook na vergunningverlening zijn energieleveranciers verplicht om aan deze vergunningvereisten te blijven voldoen. De ACM houdt toezicht op deze drie aspecten. De consument kan bij de ACM ConsuWijzer klachten indienen of vragen stellen over bijvoorbeeld tijdigheid van facturering en jaarafrekening, dit kan ook signalen opleveren voor de ACM. Daarnaast vraagt de ACM in het najaar aan leveranciers of zij voldoende geëquipeerd zijn voor het komende jaar. Onlangs heeft de ACM vergunninghouders aangeschreven dat indien zij voorzien of behoren te voorzien dat zij niet langer in staat zullen zijn om de plicht tot levering aan kleinverbruikers na te komen of indien zij een surseance van betaling of een faillissement aanvragen, dit onverwijld te melden bij de ACM.3
Mede naar aanleiding van de motie Beckerman e.a.4 over eisen aan energieleveranciers, wordt onderzocht in de aanloop naar de nieuwe Energiewet of aan de levering aan kleinverbruikers strengere eisen moeten worden gesteld. Dit zal mogelijk tot een aanscherping van de vergunningseisen en het toezicht door ACM daarop leiden.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 2.
Op 9 oktober jl. zijn twee sets schriftelijke vragen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat gesteld naar aanleiding van het bericht «Consumentenbond wil bescherming tegen faillissement energiebedrijf»: één set door het lid Moorlag (PvdA) en één set door het lid Beckerman (SP) (kenmerk 2019Z19195). Helaas is het niet mogelijk deze vragen binnen de gebruikelijke termijn te beantwoorden vanwege de benodigde afstemming.