Kamervraag 2019Z18606

Paspoorthandel op Malta

Ingediend 2 oktober 2019
Beantwoord 28 november 2019 (na 57 dagen)
Indieners Monica den Boer (D66), Kees Verhoeven (D66), Maarten Groothuizen (D66)
Beantwoord door Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD), Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66), Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA), Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z18606.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-867.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de berichten «Paspoorthandel: schatrijke buitenlanders kopen staatsburgerschap op Malta1», «Wat is de rol van deze Nederlandse hoogleraar bij omstreden paspoorthandel?»2 en «Onderzoek naar Groningse hoogleraar vanwege paspoorthandel Malta»?3

    Ja.

  • Vraag 2
    Hoeveel paspoorten en visa heeft Malta in de afgelopen vijf jaar verkocht?

    Volgens het rapport van de Office of the Regulator on the Individual Investor Programme (ORiip) d.d. november 2018, zijn er tot 1 juli 2018 961 paspoorten afgegeven.4

  • Vraag 3
    Welke nationaliteiten hebben de personen die deze paspoorten en visa hebben gekocht?

    Volgens hetzelfde Oriip-rapport is er voor wat betreft paspoortafgifte over de periode 1 juli 2015 tot 1 juli 2018 een geografische verdeling bekend: 266 uit Europa, 70 uit Azië, 67 uit de Golfregio, 36 uit Afrika, 20 uit Noord Amerika, 16 uit het Midden Oosten, 4 uit Zuid Amerika, 3 uit het Caribisch gebied en 1 uit Oceanië. In de eerste editie van het rapport (2014) en de tweede editie (2015) is de geografische verdeling voor wat betreft aanmeldingen wel bijgehouden maar niet de afgifte.

  • Vraag 4
    Is het mogelijk dat Malta paspoorten verkoopt aan mensen die (elders) in de EU worden verdacht van of zijn veroordeeld voor ernstige strafbare feiten, zoals witwassen of corruptie? Zo ja, hoe beoordeelt u dat? Zo nee, hoe kunt u dat garanderen?

    De Maltese overheid geeft aan dat zij bij de aanvraag voor een Maltees paspoort een uitgebreide due dilligence toets uitvoert, onder meer bestaande uit het checken van Interpol en Europol en voor niet-EU burgers de standaard Schengentoetsing (check op onder meer EURODAC) en een toets of het politically exposed persons betreft dan wel of zij op een internationale sanctielijst voorkomen. Daarnaast wordt aanvullend onderzoek gedaan in het land van herkomst naar de achtergronden van de betreffende investeerder en gezinsleden, wat kan bestaan uit interviews met personen die de betrokkenen kennen.
    Een dergelijke uitgebreide toets is helaas nooit een garantie dat er geen paspoort wordt verkocht aan de in de vraag genoemde personen.

  • Vraag 5
    Hoe beoordeelt u de verkoop van paspoorten door de overheid van Malta, waarbij iemand zich voor 900.000 euro kan laten naturaliseren tot Maltees, waarmee iemand indirect ook het EU-burgerschap kan kopen?

    Het kabinet acht het zogenoemd verkopen van paspoorten, waardoor een derdelander ook het EU-burgerschap kan verkrijgen, een onwenselijke wijze van naturalisatie. Evenwel bepaalt elke staat zelf, op grond van internationaal recht en met inachtneming van de daarin gegeven beperkingen, op basis van zijn eigen wetgeving wie zijn onderdanen zijn. Deze nationale wetgeving wordt door andere Staten geaccepteerd voor zover zij overeenstemt met internationaal recht. Het is aan het land om vast te stellen of aan nationale (wettelijke) voorwaarden voor verstrekking van een paspoort is voldaan.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat de mogelijkheid om paspoorten te kopen criminaliteit in de hand kan werken en een halt toegeroepen zou moeten worden? Deelt u voorts de mening dat het überhaupt niet mogelijk zou moeten zijn om het Europese burgerschap te kunnen kopen? Wat gaat u doen om deze problematiek aan te kaarten bij uw Europese, en in het bijzonder uw Maltese collega’s?

    De mogelijkheid om een paspoort te verkrijgen op basis van een investering kan criminaliteit in de hand werken indien er geen goede toets is op openbare orde.
    Met betrekking tot de tweede vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 5.
    Met betrekking tot de derde vraag wijs ik erop dat de bezorgdheid om regelingen, op basis waarvan paspoorten kunnen worden afgegeven aan buitenlandse investeerders, breder leeft binnen de EU. Zo heeft de Europese Commissie naar aanleiding van haar rapport over Investor Citizenship and Residence Schemes 2 van 23 januari jl. aangegeven dat zij de genoemde regelingen zal monitoren. Bovendien heeft zij een expertgroep in het leven geroepen die de risico’s van deze regelingen nader onderzoekt. Naar aanleiding daarvan bereidt de Commissie een gezamenlijke set van veiligheidschecks voor om risico’s op het gebied van veiligheid, witwassen en corruptie tegen te gaan. Op basis van de uitkomst van dit initiatief van de Commissie wil het Kabinet de dialoog – bij voorkeur op EU-niveau – over genoemde regelingen aangaan.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat het verkrijgen van een EU-paspoort een logische vervolgstap kan zijn in het wegsluizen van grote sommen geld en vermogensbestanddelen, en daarmee in feite een schakel in corruptie en witwassen is, omdat het na het veiligstellen van vermogen logisch is dat mensen ongestoord van hun vermogen willen kunnen genieten? Zo ja, is hier dan geen sprake van het mogelijk faciliteren van corruptie en witwassen? Zo nee, waarom niet?

    Ik kan niet uitsluiten dat er gevallen zijn waarin het verkrijgen van een EU-paspoort een schakel vormt in een groter corruptie- en witwasplan. Of dit feitelijk het geval is en of er daarbij sprake is van het faciliteren van corruptie en witwassen, vergt per geval een beoordeling. Zoals gemeld in de beantwoording van vraag6 heeft Malta aangegeven een uitgebreide due dilligence toets uit te voeren bij de aanvraag van een paspoort.

  • Vraag 8
    Deelt u de mening dat het indirect kunnen kopen van het EU-burgerschap de veiligheid en integriteit van het vrije verkeer van personen in de Europese Unie kan ondermijnen? Zo ja, wat gaat u daaraan doen? Zo nee, waarom niet?

    Vanuit het oogpunt van veiligheid en integriteit is het zorgelijk wanneer het kopen van het EU-burgerschap de uitwerking heeft zoals die recent werd geschetst in de uitzending van Nieuwsuur.
    In het antwoord op vraag zes is aangegeven dat op EU-niveau dit risico ook wordt onderkend en dat Nederland bij voorkeur in EU-verband de dialoog over dit soort regelingen wil aangaan.

  • Vraag 9
    In hoeverre is bekend of de personen die een paspoort of visum hebben gekocht in Malta, daar ook verblijven of anderzijds een link hebben met Malta? Indien deze personen niet in Malta verblijven maar daar wel een woonadres hebben, hoe beoordeelt u dat en welke risico’s ziet u daarbij?

    Het is mij niet bekend of genoemde personen die de Maltese nationaliteit hebben verkregen ook daadwerkelijk in Malta wonen. Het hebben verkregen van een nationaliteit brengt geen verplichting met zich mee om in het desbetreffende land te verblijven. Zo zijn er ook personen met een Nederlands paspoort die zelden of nooit in Nederland verblijven.
    Ten aanzien van de risico’s verwijs ik naar de beantwoording van vraag7 over initiatieven terzake van de Europese Commissie.

  • Vraag 10
    Hoe heeft Nederland zich tot nu toe opgesteld in de Europese Unie als het gaat om visa- en paspoorthandel, en in het bijzonder bij de inspanningen van de Europese Commissie op dit terrein naar aanleiding van de initiatieven volgend op het rapport «Investor Citizenship and Residence Schemes in the European Union»?4 Ziet u aanleiding om de opstelling van het Nederlandse kabinet te veranderen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

    Nederland heeft een expert afgevaardigd naar een bijeenkomst op 5 april jl. van de expertgroep (Group of Member States Experts on Investor Citizenship and Residence Schemes) die de Commissie in het leven heeft geroepen (zie ook vraag9 en is betrokken bij het opstellen van een rapport dat de Commissie aan het schrijven is. Dit rapport zal naar verwachting aan het einde van het jaar openbaar worden. Zoals in de beantwoording van vraag 6 is aangegeven, is het verstandig om de uitkomst van deze initiatieven van de Commissie af te wachten en op basis daarvan de dialoog – bij voorkeur op EU-niveau – over genoemde regelingen aan te gaan.

  • Vraag 11
    Op welke wijze levert het kabinet expertise om de Europese Commissie te ondersteunen in de monitoring van deze problematiek en wat voor resultaten heeft dit tot nu toe opgeleverd? Kunt u bevestigen dat er inderdaad geen misbruik van bestaande regelingen wordt gemaakt?5

    Nederland heeft een expert afgevaardigd naar een bijeenkomst op 5 april jl. van de expertgroep die de Commissie in het leven heeft geroepen (zie ook vraag11 en is betrokken bij het opstellen van een rapport dat de Commissie aan het schrijven is. Dit rapport zal naar verwachting aan het einde van het jaar openbaar worden. Ik kan op dit moment niet bevestigen dat er geen misbruik wordt gemaakt van bestaande regelingen in andere lidstaten.

  • Vraag 12
    Hoe beziet u het probleem dat EU-lidstaten zelf beslissen wie hun nationaliteit krijgt, maar daarmee ook zelf beslissen wie het Europese burgerschap krijgt? Is dit wenselijk volgens u? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Op grond van internationaal recht, en met inachtneming van de daarin gegeven
    beperkingen, bepaalt elke Staat op basis van zijn eigen wetgeving wie zijn onderdanen zijn – en derhalve ook wie het EU-burgerschap verkrijgt. Deze wetgeving wordt door andere Staten geaccepteerd voor
    zover zij overeenstemt met internationaal recht. Het is aan het land om vast te
    stellen of aan de nationale (wettelijke) voorwaarden voor verstrekking van een paspoort is voldaan en om te voorkomen dat daardoor mogelijkerwijs criminelen worden gefaciliteerd.
    Het kabinet is van mening dat het verlenen van de nationaliteit de bevoegdheid van de EU-lidstaten moet blijven. Vanwege de relatie met het EU-burgerschap is het wel wenselijk dat, wanneer het verlenen van de nationaliteit negatieve effecten zou hebben voor andere lidstaten dit – het liefst op EU-niveau – met de desbetreffende lidstaat wordt besproken. Zie ook het antwoord op vraag 6.

  • Vraag 13
    Bent u ervan op de hoogte dat de AIVD eerder heeft gewaarschuwd voor de risico’s die deze paspoorthandel met zich meebrengt? Zo ja, wat heeft u gedaan met deze waarschuwing? Welke oplossingen draagt de AIVD aan en wat heeft u daar tot nu toe mee gedaan?

    Ik verwijs in dit verband naar de brief aan uw Kamer van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 5 november jl. (kenmerk 2019Z21261). Daarin is vermeld dat vanuit het oogpunt van (nationale) veiligheid en openbare orde het zorgelijk is wanneer het Maltese programma de uitwerking heeft zoals die recent werd geschetst in de uitzending van Nieuwsuur. Belangrijk is daarom dat bij regelingen van lidstaten waarbij derdelanders het recht krijgen om vrij binnen de EU te reizen (zoals bij de paspoortregeling van Malta) een toets op gevaar voor (nationale) veiligheid en openbare orde wordt uitgevoerd.

  • Vraag 14
    Wat vindt u ervan dat de AIVD deze paspoorthandel een «gevaar voor de nationale veiligheid» noemt? Bent u dit met de AIVD eens? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u dit toelichten?

    Ik verwijs naar de brief van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 5 november jl. (Kamerstuk 30 573, nr. 177) en de beantwoording van vraag 4 hierboven.

  • Vraag 15
    Hoe beoordeelt u de waarschuwing van de AIVD dat door deze paspoorthandel «inlichtingenofficieren met kwade bedoelingen vrij kunnen reizen binnen de EU»?

    Ook voor dit antwoord verwijs ik naar de brief van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 5 november jl. (Kamerstuk 30 573, nr. 177) en de beantwoording van vraag 4 hierboven.

  • Vraag 16
    In hoeverre is het u bekend dat deze zorgen ook bij inlichtingendiensten van andere lidstaten leven? Welke kansen ziet u om samen op te trekken met andere lidstaten en hun inlichtingendiensten om deze handel aan banden te leggen?

    Er worden in het openbaar geen mededelingen gedaan over de informatievoorziening van of de samenwerking met buitenlandse inlichtingendiensten.

  • Vraag 17
    In welke andere EU-lidstaten is het mogelijk paspoorten en visa te kopen? Hoeveel paspoorten en visa hebben deze lidstaten individueel verkocht? Welke nationaliteiten hebben de personen die deze paspoorten en visa hebben gekocht? Welke zaken vallen u op als u deze informatie bekijkt?

    In het rapport van de Europese Commissie «Investor Citizenship and Residence Schemes in the European Union» d.d. 23 januari jl. staat aangegeven, dat dergelijke paspoortregelingen in drie lidstaten bestaan: Bulgarije, Cyprus en Malta. Wat betreft dergelijke visa regelingen gaat het om twintig lidstaten: Bulgarije, Tsjechië, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije en het VK.
    De regering beschikt niet over eigenstandige gegevens ten aanzien van de verstrekking van paspoorten en visa aan derdelanders. Het hierboven aangehaalde rapport van de Europese Commissie stelt bovendien dat beschikbare informatie hierover incompleet is.

  • Vraag 18
    Welk verband is er volgens u tussen de moord op journaliste Caruana Galizia, die veel onderzoek deed naar de paspoorthandel, en de Maltese overheid die verantwoordelijkheid draagt voor de paspoorthandel in Malta? Hoe kijkt u naar het besluit dat is genomen door de Maltese overheid om een openbaar en onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de moord?

    In de beantwoording van de vragen van uw Kamer over het moordonderzoek naar Daphne Caruana Galizia (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 867) heb ik verwelkomd dat de Maltese regering onlangs, conform de aanbeveling van de Raad van Europa, een openbaar onderzoek heeft ingesteld. Het kabinet ziet dit als een teken dat Malta de zaak serieus neemt en open staat voor de aanbevelingen van gezaghebbende instituties zoals de Raad van Europa. De samenstelling van de onderzoekscommissie is nog onderwerp van overleg tussen de regering en de familie. Het is aan de onderzoekscommissie om het onderzoek op onafhankelijke wijze vorm te geven.
    Ik verwacht dat de Maltese overheid pas na afronding van de volledige rechtsgang en bovengenoemd openbaar onderzoek uitsluitsel zal kunnen geven over diverse vragen die er leven rondom deze afschuwelijke moord.

  • Vraag 19
    Hoe beoordeelt u de rol van de Nederlandse hoogleraar bij deze paspoorthandel?

    Over de rol van deze hoogleraar kan het Kabinet op dit moment geen oordeel geven. Zijn rol in de advisering van de Maltese overheid is onderwerp van een onafhankelijk onderzoek dat onder verantwoordelijkheid van de Rijksuniversiteit Groningen zal worden uitgevoerd.

  • Vraag 20
    Bent u van mening dat hij voldoende onafhankelijk is om te kunnen opereren als onafhankelijk academicus op de Rijksuniversiteit Groningen? Zo ja, waarom? Zo nee, welke consequenties verbindt u daaraan?

    Ook hierover kan het Kabinet op dit moment geen oordeel vellen. Het door de Rijksuniversiteit Groningen in te stellen onderzoek zal hierover duidelijkheid moeten geven.

  • Vraag 21
    Herinnert u zich de antwoorden op de Kamervragen van de leden Groothuizen en den Boer, ingezonden op 24 januari 2019?6

    Ja.

  • Vraag 22
    Bent u van mening dat u het probleem van gouden paspoorten en visa voldoende serieus neemt, gelet op uw eerdere antwoorden dat «het een probleem kan zijn als bij de afgifte van «gouden paspoorten» en «gouden visa» door lidstaten onvoldoende wordt getoetst op openbare orde en nationale veiligheid»? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Het Kabinet neemt de risico’s van de afgifte van «gouden paspoorten» en «gouden visa» zeer serieus. Omdat het een EU-breed vraagstuk is, kijkt Nederland in de eerste plaats naar een aanpak op het niveau van de Europese Unie en steunt Nederland de Commissie in het haar streven om de regelingen te monitoren op mogelijke risico’s en op verenigbaarheid met het EU-recht.

  • Vraag 23
    Hoeveel mensen hebben er sinds de invoering van de toelatingsregeling voor buitenlandse investeerders7 in 2013 gebruik gemaakt van deze regeling? Kunt u aangeven of de regeling sinds hij van kracht is wel eens misbruikt is, doordat het bijvoorbeeld is ingezet voor corrupte doeleinden?

    Tot nu toe zijn er minder dan 10 verblijfsvergunningen aan buitenlandse investeerders afgegeven. Van misbruik van de regeling is het Kabinet niets bekend. Met name de inschakeling van de Financial Intelligence Unit (FIU) in Nederland en in het land van herkomst van de investeerder is een effectief middel om misbruik te voorkomen.

  • Vraag 24
    Hoe effectief beoordeelt u de regeling? Bent u van mening dat de regeling wordt ingezet waarvoor het oorspronkelijk bedoeld was? In hoeverre overweegt u de regeling stop te zetten, gelet op het feit dat de Europese Commissie zorgen heeft over zogehete «investor citizenship?

    Nederland stelt, in vergelijking met overige lidstaten, hoge eisen aan haar invulling van de toelatingsregeling die borgen dat de investering van toegevoegde waarde is voor de Nederlandse economie en misbruik wordt voorkomen.
    Investeringen binnen de regeling moeten van voldoende toegevoegde waarde zijn voor de Nederlandse economie. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is verantwoordelijk voor de toetsing. Er is sprake van toegevoegde waarde als de investering aan twee van de volgende criteria voldoet:14 Binnen vijf jaar worden ten minste 10 arbeidsplaatsen gecreëerd,15 De investering draagt bij aan vergroting van de innovativiteit van het Nederlandse bedrijf,16 Er is sprake van een overige niet-financiële toegevoegde waarde, zoals specifieke kennis, netwerken, afnemers en actieve betrokkenheid van de investeerder.
    Ondanks de tegenvallende resultaten in het verleden, wil het kabinet bezien of via het aanpassen van de regeling deze meer potentie krijgt om een bijdrage te leveren aan het Nederlandse investeringsklimaat en (door)ontwikkeling van innovatieve bedrijven. Dit is in lijn met de inzet zoals beschreven in de Kamerbrief «Technologie en Ondernemerschap; de hoogste tijd voor een nieuwe impuls», van 3 juni 2019 van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, waarin het belang van verbinding tussen startups en buitenlandse investeerders wordt onderstreept. Mocht na één jaar blijken dat de regeling deze potentie niet heeft, dan wordt zij afgeschaft. In dit jaar wordt rekening gehouden met de door de Europese Commissie aankondigde gezamenlijk set van aanbevelingen inzake veiligheidschecks op vergelijkbare regelingen om risico’s op het gebied van veiligheid, witwassen en corruptie tegen te gaan.
    De verplichte tussenkomst van de Nederlands Financial Intelligence Unit (FIU, onderdeel van de politie belast met de bestrijding van witwassen) en die van het land van herkomst blijft behouden om misbruik, bijvoorbeeld in de vorm van witwassen, in de toekomst te blijven voorkomen. Met deze tussenkomst is de Nederlandse invulling van de regeling binnen de Europese Unie uniek.

  • Vraag 25
    Wat vindt u van het idee om bijvoorbeeld EuropOL of de Europese Commissie onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de paspoorthandel in Malta en andere lidstaten om onafhankelijk te kunnen vaststellen wat de effecten, gevolgen en gevaren zijn van deze handel? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid hiervoor te pleiten bij uw Europese collega’s?

    Ik verwijs naar de beantwoording van vraag 6.

  • Vraag 26
    Zijn er Nederlandse bedrijven, dan wel in Nederland ingeschreven bedrijven die actief zijn in de handel in paspoorten? Zo ja, hoe beoordeelt u deze activiteiten vanuit het oogpunt van het bestrijden van witwassen en corruptie?

    Het is het Kabinet niet bekend dat Nederlandse dan wel in Nederland ingeschreven bedrijven actief zijn in de handel in paspoorten.

  • Vraag 27
    Hoe rijmt u de Nederlandse en Europese inzet op het bestrijden van grensoverschrijdende criminaliteit zoals witwassen en corruptie tegenover de visa- en paspoorthandel die zich in Malta en andere lidstaten afspeelt? Deelt u de mening dat dit tegenstrijdig is met elkaar? Zo nee, waarom niet?

    Binnen de Europese Unie wordt actief ingezet op het tegengaan van onder meer witwassen. Dit is ook de Nederlandse inzet, zie het recente gezamenlijke paper van Nederland met Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië en Letland over Europees anti-witwastoezicht. De actieve inzet leidt bijvoorbeeld tot regels op het gebied van openbare orde en nationale veiligheid en tot EU-richtlijnen inzake het voorkomen en bestrijden van witwassen. Deze maatregelen beogen complementair te zijn aan elkaar, niet strijdig. Elke lidstaat van de Europese Unie is hieraan gehouden.

  • Vraag 28
    Bent u nog steeds van mening dat «EU-regelgeving op dit gebied niet wenselijk [is] en naar verwachting ook geen oplossing [biedt]», zoals geschetst in uw brief van 7 februari jl.?8 Deelt u de mening dat het bestrijden van witwassen en corruptie een Europese aanpak vraagt, zoals tevens ook bepleit door dit kabinet, en dat er dus ook kritisch gekeken moet worden naar regelingen voor het verkrijgen van paspoorten en verblijfsvergunningen in ruil voor investeringen, zowel door Nederland als door de andere lidstaten en de Europese Unie tezamen?

    Beide vragen kan ik bevestigend beantwoorden. Zie ook het antwoord op vraag 22.

  • Vraag 29
    Bent u bereid deze vragen individueel te beantwoorden?

    Ja.

  • Vraag 30
    Bent u bereid deze vragen uiterlijk te beantwoorden voor aanvang van het plenaire debat over de paspoorthandel in Malta?

    Dat is afhankelijk van het tijdstip van dat debat.

  • Mededeling - 30 oktober 2019

    Naar aanleiding van de vragen van de leden Groothuizen, Den Boer en Verhoeven (allen D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken, Justitie en Veiligheid, Financiën, Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over paspoorthandel op Malta, met kenmerk 2019Z18606, die werden ingezonden op 8 oktober 2019, wil ik u meedelen dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De reden hiervoor is dat de set van 30 vragen meer onderzoek en daarna ook interdepartementale afstemming vereist.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2019Z18606
Volledige titel: Paspoorthandel op Malta
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20192020-867
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Groothuizen, Den Boer en Verhoeven over paspoorthandel op Malta