Ingediend | 26 september 2019 |
---|---|
Beantwoord | 30 oktober 2019 (na 34 dagen) |
Indieners | Madeleine van Toorenburg (CDA), Harry van der Molen (CDA), Pieter Omtzigt (CDA) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD), Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z18132.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-527.html |
Ja.
Het is zorgelijk wanneer het Maltese programma de uitwerking heeft zoals die recent werd geschetst in de uitzending van Nieuwsuur. Met een dergelijk programma zouden personen met kwade bedoelingen (waaronder criminelen, maar ook inlichtingenofficieren) vrij kunnen reizen binnen de EU. Dit kan gevolgen hebben voor de nationale veiligheid, zeker omdat Nederland een interessant doelwit is voor spionage en ongewenste inmenging vanuit andere landen. De Maltese overheid geeft overigens wel aan dat de buitenlandse investeerders uitgebreid worden getoetst op nationale veiligheid en openbare orde voordat zij een Maltees paspoort ontvangen.
Het is niet ongebruikelijk dat wetenschappers nevenwerkzaamheden verrichten. Deze kunnen een belangrijke schakel met de samenleving vormen. Van belang is wel dat over nevenwerkzaamheden openheid bestaat. Hierin voorziet hetgeen in de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit 2018 en in de sectorale regeling voor nevenwerkzaamheden hierover is bepaald. Het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen dient helderheid te verschaffen of aan de daarin gestelde vereisten van transparantie is voldaan. Ik heb de Inspectie van het onderwijs gevraagd om vervolgens de bevindingen van het onderzoek ten aanzien van de nevenwerkzaamheden en eventuele belangenverstrengeling te beoordelen en mij daarover te adviseren.
In artikel 1.6 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek is bepaald dat wetenschappers academische vrijheid genieten. Die academische vrijheid is een hoog goed dat gekoesterd moet worden. Inherent verbonden hieraan is dat (de schijn van) belangenverstrengeling voorkomen moet worden; van wetenschappers mag worden verwacht dat zij varen op een sterk moreel kompas.
Op deze vragen zal het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen zich moeten richten. Ik merk hierbij op dat de instelling zelf geen verplichting heeft tot het publiceren van nevenfuncties.
De artikelen waarnaar in de vraag wordt verwezen komen uit de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening (2014). Inmiddels is er een nieuwe gedragscode, de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit 2018. Deze is in werking getreden op 1 oktober 2018. De gedragscode schrijft voor dat instellingen op hun website bekend maken welk beleid zij voeren op het terrein van vastlegging en openbaarmaking van nevenwerkzaamheden. Het onderzoek van de Rijksuniversiteit zal, afhankelijk van de periode waarop het onderzoek betrekking heeft, inzicht moeten bieden in de vraag of aan deze beide gedragscodes is voldaan. Ook zal het onderzoek een antwoord moeten geven op de vraag of de nevenwerkzaamheden van de betrokken hoogleraar in overeenstemming zijn met de Sectorale regeling nevenwerkzaamheden van de universiteiten, met name met betrekking tot de in artikel 11 genoemde criteria.1 In artikel 11 is onder meer bepaald dat geen toestemming voor werkzaamheden wordt verleend voor nevenwerkzaamheden die de wetenschappelijke, organisatorische of zakelijke belangen van de universiteit schaden dan wel waarbij (de schijn van) belangenverstrengeling aanwezig is.
Binnen het integriteitsbeleid van het Rijk en de universiteit is er in relatie tot de Panamapapers geen standaardprocedure. Indien een ambtenaar of een medewerker van de universiteit in de Panamapapers mocht voorkomen kan dat een signaal zijn om eventueel nader onderzoek te doen. De naam van de betrokken hoogleraar komt niet voor in de Panama Papers, maar wel in de Paradise Papers. De RUG neemt dit mee in haar onderzoek.
Ja, zie boven.